100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie vakinhoud I.2: Chemie $11.24
Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie vakinhoud I.2: Chemie

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de volledige cursus van chemie

Preview 3 out of 35  pages

  • September 10, 2024
  • 35
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
NTW: samenvatting chemie
1. Atomen, zuivere stoffen en mengsels
A) Wat is chemie?
 Bestudeert samenstelling + bouw van stoffen
 Beschrijft stoffen waaruit alles is opgebouwd + probeert gedrag ervan te verklaren
 Studie van materie

1) Zuivere stoffen
 Bevatten maar 1 soort materie
 Herkennen aan een reeks eigenschappen (bv. kleur, geur, smeltpunt,…)

o Enkelvoudige stoffen (bv. Fe, O2)
 Atomen/moleculen bestaande uit 1 atoomsoort

o Samengestelde stoffen (bv. H2O, NH3)
 Verbindingen waarvan de samengestelde elementen uit meer dan 1 atoomsoort bestaan

 In chemische verbinding  elementen in vaste verhouding voor die weergegeven wordt
door moleculeformule/formule-eenheid
 Verbindingen  steeds ontbonden worden in samenstellende elementen

2) Mengsels (bv. wijn, lucht,…)
 Materie die samengesteld is uit verschillende soorten zuivere stoffen

o Homogene mengsels (bv. thee, lucht, zoutoplossing, …)
 Samenstellende bestanddelen perfect gelijkmatig verdeeld
 Altijd helder

o Heterogene mengsels (bv. modderwater, scheerschuim, vers appelsiensap, …)
 Componenten van elkaar te onderscheiden

o Colloïdale mengsels (bv margarine, vinaigrette, …)
 Vormen de overgang tussen de homogene en de heterogene mengsel
 Deeltjes zijn zo microscopisch klein dat het mengsel homogeen lijkt

3) Soorten mengsels

Homogeen mengsel van opgeloste stof (vast, vloeibaar, gas) in een oplosmiddel
Oplossing
(meestal water)
Legering Homogeen mengsel van twee vaste stoffen
Suspensie Heterogeen mengsel van vaste stof in vloeistof (vaste stof zinkt = neerslag)
Aerosol Heterogeen mengsel van een vloeistof in een gas
Schuim Heterogeen mengsel van een gas in een vloeistof
Emulsie Heterogeen (colloïdaal) mengsel van twee vloeistoffen
Grof mengsel Heterogeen mengsel van twee vaste stoffen

, 4) Scheidingsmethoden voor mengsels
o Filtratie (bv. thee zetten)
 Vaste stof van vloeistof te scheiden = mogelijk als vaste stof > filtergaatjes
 Vaste stof door filter weerhouden
 Vloeistof die door de filter gaat = filtraat
 Op de filter blijft liggen = residu

 Opm.: zeven verloopt analoog, maar dan met mengsels met grotere deeltjes

o Centrifugatie (bv. wasgoed droogzwieren)
 Vaste stof afscheiden uit vloeistof
 Mogelijk door mengsel met grote snelheid te zwieren
 Vaste/vloeibare deeltjes door centrifugale/middelpuntvliedende kracht van vloeistof
gescheiden

o Destillatie (bv. alcohol uit wijn halen)
 Homogeen mengsel te scheiden: componenten worden 1 voor 1 in dampvorm uitgedreven
 Mengsel uit > 2 componenten bestaat  gefractioneerde destillatie
 Belangrijk dat respectievelijke kookpunten ver genoeg uit elkaar liggen

 Dampen worden opgevangen + door afkoeling weer gecondenseerd tot vloeistof
 Vloeistof = destillaat
 In destilleerkolf overblijft = residu

o Indamping (bv. versneld zout uit zeewater winnen)
 i.p.v destillatie gebruikt  stof met laagste kookpunt niet bijgehouden moet worden
 Mengsel wordt verwarmd, vluchtigste stof verdampt maar wordt niet opgevangen
 Verdwijnt zonder dat ze gecondenseerd wordt

 Opm.: analoog aan verdampen. Bij verdampen wordt evenwel geen warmte toegevoegd

o Decanteren (bv. mengsel van olie en water scheiden)
 Scheiding van heterogeen mengsel, bestaande uit 2 stoffen die niet in elkaar oplossen
 Verschillende lagen door componenten gevormd, 1 voor 4 afvloeien (afgieten)

 Bij mengsel van vaste stof + vloeistof gebruikt men bekerglas + giet men bovenste laag (de
vloeistof) voorzichtig af.
 Bij mengsel van 2 vloeistoffen gebruikt men hiervoor scheitrechter

o Kristallisatie (bv. vorming van stalactieten en stalagmieten)
 Vrij verdampen van oplosmiddel van oplossing van vaste stof
 Vaste stof die overblijft vormt daarbij kristallen

o Extractie (bv. smaakstoffen uit koffiebonen in water trekken)
 Bepaalde stof uit mengsel af te zonderen
 Gebruik maakt van verschil in oplosbaarheid van stoffen om aftreksel/extract te bekomen
 Aan mengsel wordt oplosmiddel (=extractiemiddel), toegevoegd waarin af te zonderen
stof goed oplost + overige stoffen van mengsel niet

, o Adsorptie (bv. inkt uit water halen)
 Gebruikt maakt van adsorptiemiddel = vaak actieve kool(stof)
 Hechten sommige deeltjes gemakkelijk aan oppervlak van actieve C + andere niet
Actieve kool met geadsorbeerde moleculen wordt nadien door filtratie afgezonderd

o Chromatografie (bv. kleuren van viltstift scheiden)
 Gebaseerd op verschil in oplosbaarheid + adsorptievermogen
 Toegepast om mengsel te scheiden bestaande uit vele componenten die in kleine
hoeveelheden aanwezig zijn

5) Zuivere stoffen scheiden
o Analyse
 Zuivere samengetelde stoffen omzetten naar enkelvoudige stoffen door chemische
scheidingsmethoden/reacties
 Analyse o.i.v. warmte = thermolyse

o Synthese
 Twee enkelvoudige stoffen laten reageren tot één samengestelde stof
 Synthese o.i.v. licht = fotosynthese

B) Atomen
1) Historische evolutie van atoommodellen

Democritus (410 v.C.) o Kleinste deeltje waaruit materie bestaat = atomen
o Er bestaan verschillende soorten atomen (grootte en massa)
John Dalton (1808)
o Atomen zijn kleine ondeelbare massieve bollen
o Logische ordening tussen elementen
Dimitri Mendeljev
 Horizontale lijnen = atomen volgens toenemend atoommassa
(1869)
 Onder elkaar = elementen met analoge eigenschappen
o Elektrische stroom bestaat uit negatief geladen deeltjes + kan bewegen van
negatieve naar positieve pool = elektronen
Geissler, Goldstein en
o Waarneming elektrische ontlading in aangepaste kathodestraalbuizen = protonen
Crookes (1886)
zijn positief geladen
o Massa protonen = 1840x groter dan massa elektronen
o Atomen = compacte deeltjes met positieve lading waarin hier en daar negatieve
Joseph John Thomson
elektronen bevinden
(1902)
o Model lijkt op krentenbol
o Atomen bestaan uit kern met positieve deeltjes (protonen) waarrond negatieve
Ernest Rutherford elektronen bewegen
(1911) o Massa van atoom bevindt zich in kern
o Volume wordt bepaald door ruimte die elektronenwolk inneemt
o Atomen bestaan uit kern van positieve deeltjes (protonen)
Niels Bohr (1913)
o Daarrond bewegen negatieve elektronen zich op schillen
o Kwantummechanisch model waarbij elektronen niet als deeltjes, maar als
Erwin Schrödinger golfverschijnsel werden voorgesteld
(1926) o Werner Heisenberg: onzekerheidsprincipe van Heisenberg
 Onmogelijk om precieze plaats van elektronen te vinden
o Atomen bestaan uit kern van positieve protonen + neutrale neutronen
James Chadwick (1932)
o Daarrond bewegen elektronen op schillen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MH2003. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.24
  • (0)
Add to cart
Added