100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Minor Complexe Zorg - HIGH CARE SAMENVATTING $7.01
Add to cart

Summary

Minor Complexe Zorg - HIGH CARE SAMENVATTING

2 reviews
 195 views  10 purchases
  • Course
  • Institution

In dit document worden alle leerdoelen van de Minor Complexe zorg - High Care duidelijk en concreet beschreven. Het bevat ook afbeeldingen. Het is een document van 82 pagina's. Na dit document, haal je gegarandeerd je high care examen/toets. Het is nieuw dus helemaal up to date!

Preview 4 out of 89  pages

  • November 27, 2019
  • 89
  • 2019/2020
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: zoilavanhagen • 2 year ago

review-writer-avatar

By: maxvandenbosch • 3 year ago

reply-writer-avatar

By: angilaangila • 3 year ago

:)

avatar-seller
Leerdoelen werklessen High Care
Les 1 – 112-melding

1. Schetst het proces van 112-melding tot hulp ter plaatse.

1. Bel je 112, dan krijg je binnen 10 seconden een centralist aan de lijn. Hij of zij
vraagt: “Wil je politie, brandweer of ambulance spreken?” Je wordt meteen
doorgeschakeld naar de juiste instantie;
2. Bij de politie wil de centralist als eerste weten: Wat is er aan de hand? Waarom
bel je? Wat is er gebeurd? Vertel kort en bondig wie, wat en waar. Noem je
naam, de reden van je telefoontje en op welke locatie je bent;
3. Als je alles verteld hebt, schat de centralist in hoe dringend de melding is en of
het ècht om een 112melding gaat. Is dat het geval, dan maakt hij zo snel
mogelijk een melding aan in de computer. De melding komt direct bij een
andere, de juiste, centralist terecht;
4. Die centralist geeft de melding binnen 5 minuten door aan de politiemensen die
dicht in de buurt zijn. Hij ziet in één oogopslag op zijn beeldscherm welke
politieauto in de buurt rijdt en die auto moet naar de melding toe;
5. Deze centralist staat via portofoons (dat zijn een soort walkietalkies) in contact
met alle politiemensen op straat.
6. Als het nodig is, waarschuwt de Meldkamer ook andere hulpdiensten zoals de
brandweer of een ambulance;
7. De politieauto doet er alles aan om er binnen 10 minuten nadat je hebt gebeld
te zijn. Terwijl de politieauto onderweg is, kan de centralist meer informatie aan
je vragen. Bijvoorbeeld om tot een duidelijk daderprofiel te komen. Zo kan hij
vragen hoe de verdachte eruit ziet, welke kant hij oprende en welke kleding hij
droeg. Deze informatie registreert hij bij de melding. De centralist geeft de
informatie door aan de agenten via de radio;
8. De agenten houden de Meldkamer op de hoogte;
9. Als op de locatie van de melding het werk erop zit, melden de agente zich via
de portofoon weer af bij de Meldkamer. Zo weet de Meldkamer dat die agenten
weer beschikbaar zijn voor een melding.

2. Vertelt wat het LPA inhoud en hoe ambulancezorg in Nederland
vorm wordt gegeven.
Het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA) voorziet de
ambulancezorgprofessionals van protocollen waarmee de zorg zoveel mogelijk
evidence based kan worden verleend.
Het LPA is een hulpmiddel om tot goede ambulancezorg te komen. Het is geen
protocol dat in alle situaties met een vaststaand algoritme op rigide wijze moet
worden gevolgd. De nadruk ligt op het bieden van ondersteuning aan de
ambulancezorgprofessional bij het nemen van beslissingen over passende zorg voor
een individuele patiënt in een specifieke situatie.

Protocollencommissie
De protocollencommissie die het LPA ontwikkelt, bestaat uit een afvaardiging van
de Nederlandse Vereniging van Medisch Managers Ambulancezorg (NVMMA) en een
afvaardiging van V&VN Ambulancezorg. De commissie staat onder leiding van een
onafhankelijk voorzitter. Jaarlijks inventariseert de commissie of nieuwe medische
inzichten aanleiding zijn voor het (volledig of deels) actualiseren van het LPA. De



1

,Procedure wijziging Landelijk Protocol Ambulancezorg beschrijft de procedure met
betrekking tot de cycli en criteria voor aanpassing van het LPA.

Verschillende soorten ritten en inzetten
Ambulancezorg valt uiteen in verschillende soorten inzetten. Zo is er een
onderscheid tussen spoedeisende en planbare ambulancezorg en rijdt de
ambulance met verschillende urgenties. Er kan ook een onderscheid gemaakt
worden naar verschillende soorten inzetten, onafhankelijk van de urgentie waarmee
de ambulance naar de patiënt toe gaat. Er zijn inzetten waarbij een patiënt
vervoerd wordt en inzetten waarbij geen patiënt vervoerd wordt. Ten slotte zijn er
inzetten die zich niet beperken tot één enkele regio, maar de regio- en/of
landsgrens overschrijden.

Spoedeisende en planbare ambulancezorg
Binnen de Nederlandse ambulancezorg is er een onderscheid tussen spoedeisende
of acute en planbare ambulancezorg. In de Memorie van Toelichting bij de Twaz is
beschreven dat deze twee soorten van zorg van oudsher door een en dezelfde
aanbieder worden verricht en daardoor zo met elkaar verbonden zijn, dat de
diensten voor planbare ambulancezorg moeilijk te scheiden zijn van de taak voor
acute (of spoedeisende) ambulancezorg.

Spoedeisende ambulancezorg
Bij spoedeisende zorgvragen moet de ambulancezorg zo spoedig mogelijk ter
plaatse zijn. De intentie is zorg te verlenen en, indien noodzakelijk, de patiënt te
vervoeren. De centralist bepaalt de riturgentie (A1 of A2) op basis van de
zorgvraag. Spoedeisende ambulancezorg kan ieder moment van de dag nodig zijn
en is daarmee per definitie niet planbaar. De situatie ter plaatse is bepalend voor
wat er gebeurt: zorg verlenen en vervoeren, alleen zorg verlenen of verwijzen naar
een andere zorgverlener. A1 rit = 15 minuten. A2 rit = 30 minuten.

Planbare ambulancezorg
Planbare ambulancezorg wordt in de dagelijkse praktijk ook wel besteld vervoer
genoemd. Het betreft zorg en vervoer van patiënten tussen het woon- of
verblijfadres en zorginstellingen voor diagnostiek, therapie of opname en vice
versa. Er worden afspraken gemaakt met de patiënt, c.q. de aanvrager, over de
tijdstippen van halen en brengen en de plaats van bestemming. Planbare zorg vindt
plaats met een B-urgentie. Bij planbare ambulancezorg wordt, onvoorziene situaties
daargelaten, altijd een patiënt vervoerd, er is sprake van een combinatie van zorg
en vervoer. Kenmerkend voor planbare ambulancezorg is dat de patiënt liggend
vervoerd moet worden en vrijwel altijd zorg nodig heeft. De aard van de
zorghandelingen is afhankelijk van de situatie ter plaatse. Planbare ambulancezorg
is voor een groot deel tijdgebonden.

Er zijn drie urgentieniveau ’s:
A1-urgentie (A1-inzet) Een spoedeisende inzet in opdracht van de centralist bij
een acute bedreiging van de vitale functies van de patiënt of in het geval dat dit
gevaar pas na beoordeling door de ambulance-eenheid ter plaatse kan worden
uitgesloten. De inzet wordt zo spoedig mogelijk omgezet in een opdracht aan een
ambulance-eenheid, die zo snel mogelijk ter plaatse dient te zijn. De ambulance
maakt altijd gebruik van optische en geluidssignalen (conform de Brancherichtlijn
Optische en Geluidssignalen).

A2-urgentie (A2-inzet) Een inzet in opdracht van de centralist naar aanleiding van
een zorgvraag waaruit blijkt dat er geen sprake is van direct levensgevaar, maar

2

,waarbij er wel sprake kan zijn van (ernstige) gezondheidsschade en de ambulance
wel zo snel mogelijk ter plaatse dient te zijn. De ambulance kan hierbij, onder
bepaalde voorwaarden, gebruik maken van optische en geluidssignalen (zie de
Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen).

B-urgentie (B-inzet) Een inzet in opdracht van de centralist naar aanleiding van
een zorgvraag zonder A1- of A2-urgentie, waarbij een tijdstip of tijdsinterval is
afgesproken voor het halen of brengen. Bij de inzetten met B-urgentie is een
onderscheid mogelijk tussen breng- en haalritten:

Brengrit
Een brengrit is een rit waarbij een patiënt op een bepaald tijdstip of binnen een
bepaald tijdsinterval, over- eengekomen tussen aanvrager en centralist MKA, in het
ziekenhuis of een andere instelling moet zijn voor een behandeling, onderzoek of
opname. De patiënt wordt vanaf het woon- of verblijfadres naar de plaats van
bestemming gebracht.
Haalrit
Een haalrit is een rit waarbij is aangegeven dat een patiënt vanaf een bepaald
tijdstip of binnen een bepaald tijdsinterval opgehaald kan worden uit een ziekenhuis
of andere instelling na behandeling, onderzoek of opname. De patiënt wordt
opgehaald en naar het woon- of verblijfadres gebracht.

Urgentiewijziging
Een op aangeven van de centralist gewijzigde urgentie van de inzet, die ook als
zodanig door de centralist is geregistreerd, tijdens het aanrijden door de ambulance
naar de locatie van de patiënt.

Soorten inzetten
In de ambulancezorg is, onafhankelijk van onderscheid in urgenties, ook een
onderscheid in soorten inzetten mogelijk. Grofweg betreft het een onderscheid
tussen inzetten waarbij een patiënt wordt vervoerd en inzetten waarbij geen patiënt
wordt vervoerd.

Inzetten waarbij een patiënt wordt vervoerd: declarabele ritten
Alle inzetten waarbij een patiënt wordt vervoerd zijn declarabele ritten. De NZa
definieert een declarabele rit als een ambulancerit die in opdracht van de
meldkamer ambulancezorg wordt uitgevoerd en waarbij daadwerkelijk vervoer van
een patiënt plaatsvindt.
Er zijn vier soorten declarabele ritten waarbij de patiënt tussen het eigen woon- of
verblijfadres en een zorginstelling wordt vervoerd:
1. Opnamerit: vervoer van een patiënt naar een instelling voor gezondheidszorg
ter opname.
2. Ontslagrit: vervoer van een patiënt vanuit een instelling voor
gezondheidszorg terug naar het woon- of verblijfadres.
3. Poliklinische rit: vervoer van een patiënt naar een vooraf bekende polikliniek
van een ziekenhuis of vervoer van een patiënt vanaf een polikliniek of SEH
naar het woon- of verblijfadres.
4. SEH-rit: vervoer van een patiënt naar een, al dan niet gedifferentieerde,
Spoedeisende Eerste Hulpafdeling van een ziekenhuis, vooraf is niet duidelijk
of de patiënt vervolgens moet worden opgenomen, overgeplaatst of
poliklinisch behandeld (voorbeelden van een gedifferentieerde SEH zijn de
Eerste Harthulp en de Acute opvang voor kinderen).




3

, Er is onderscheid in drie soorten declarabele ritten van de patiënt tussen
zorginstellingen:
1. Overplaatsingsrit: vervoer van een patiënt na ontslag vanuit een instelling
voor gezondheidszorg naar een andere instelling voor gezondheidszorg, niet
zijnde een ziekenhuis, voor opname om de zorg daar voort te zetten dan wel de
patiënt verder te behandelen. In situaties waarbij opname wordt beëindigd
omdat de patient in een ander (topreferent-) ziekenhuis wordt opgenomen,
komen de vervoerskosten voor rekening van de zorgverzekeraar.
2. Intraklinisch vervoer: vervoer van een patiënt tussen twee instellingen voor
gezondheidszorg (ziekenhuizen) onder dezelfde koepelnaam (er is sprake van
gefuseerde instellingen). De factuur voor intraklinisch vervoer gaat altijd naar
het verwijzende ziekenhuis. De vervoerskosten komen alleen ten laste van de
Zorgverzekeringswet, indien gebruik wordt gemaakt van WBMV-functies (Wet
Bijzondere Medische Verrichtingen) in een ander ziekenhuis. Welke functies
hieronder vallen is via de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te achterhalen
3. Interklinisch vervoer: vervoer van een patiënt van de ene naar de andere
instelling voor gezondheidszorg (ziekenhuizen) die niet onder dezelfde
koepelnaam vallen. De factuur voor het interklinisch vervoer gaat altijd naar de
zorgverzekeraar.

Specialistisch vervoer
Bij specialistisch vervoer gaat het om vervoer van de patiënt tussen twee
ziekenhuizen (locaties) waarbij de begeleiding door een specialistisch team wordt
uitgevoerd in een daarvoor speciaal ingericht voertuig met een daarvoor opgeleide
arts. De arts die aanwezig is tijdens het vervoer is verantwoordelijk voor de patiënt.

Spoed IC-transport
Het transport van een IC-patiënt, waarbij de indicatie van het transport naar een
ander ziekenhuis een ‘aanvullende’ spoedbehandeling is. De te verwachten winst
van de behandeling is dusdanig groot, dat deze opweegt tegen het risico van IC-
transport zonder MICU. Uitstel van transport in afwachting van een MICU is
onverantwoord. Het spoed IC-transport wordt begeleid door een IC-arts.

MICU-transport
MICU = Mobiele Intensive Care Unit Het transport van een IC-patiënt, begeleid door
een MICU-team. Het MICU-team bestaat uit een IC-arts of intensivist en een MICU-
verpleegkundige, beiden bekwaam in het uitvoeren van MICU-transport. Het MICU
transport wordt uitgevoerd met behulp van een Mobiele Intensive Care Unit,
bestaande uit een MICU-trolley en een IC-ambulance.

Begeleid IC-transport
Het interklinisch transport van een IC-patiënt begeleid door een IC-arts of
intensivist, bekwaam in het uitvoeren van IC-transport, aangevuld met de
ambulance-eenheid. Het transport wordt uitgevoerd met een reguliere ambulance.

PICU-rit
PICU = Pediatrische Intensive Care Unit Een rit waarbij de te verlenen
ambulancezorg de protocollen van de ambulanceverpleegkundige overstijgt en
waarbij de ambulance-eenheid wordt aangevuld met een gespecialiseerde
verpleegkundige en/of een gespecialiseerde arts. Bij een PICU-rit is sprake van
interklinisch intensive-care vervoer van een patiënt in de leeftijd jonger dan 18 jaar.

NICU-rit


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller angilaangila. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.01  10x  sold
  • (2)
Add to cart
Added