Omzetbelastsing, alle werkcolleges
Werkcollege 1: Algemeen & ondernemerschap
Opgave 1
Beantwoord de volgende vragen. Zorg dat u uw antwoord motiveert.
a) Wat is de verhouding tussen de Nederlandse Wet OB 1968 en de Btw-richtlijn?
De BTW-richtlijn is Europees recht. Deze richtlijn is geïmplementeerd door de Nederlandse wetgever in de
Nederlandse wet OB 1968. De Richtlijn is secundair EUrecht. De Nederlandse Wet OB moet richtlijnconform zijn. Als
de nationale bepaling in strijd is met een duidelijke bepaling van de richtlijn dan mag je als belastingplichtige
rechtstreeks beroep doen op de bepaling in de richtlijn.
Lidstaten mogen zelf weten hoe ze het in de regelgeving opnemen, zolang het overeenkomt met de richtlijn die aan
de lidstaten gegeven is.
Je kunt rechtstreeks op EU-richtlijn een beroep doen. Wanneer kun je, naast Nederlandse wet OB, als
belastingplichtige beroep op richtlijn doen? Als basis beroepen op nationale recht; als EU-recht onvoldoende of
onjuist is geïmplementeerd dan op richtlijn beroepen.
Dus als het nationale recht geen uitgangspunt biedt, dan kan je je beroepen op internationaal recht. De richtlijn is
dan niet goed geïmplementeerd. Richtlijn moet worden omgezet in nationaal recht. Je doet dat eigenlijk alleen als
het beter uitkomt.
Aan welke vereiste moet richtlijn voldoen? Om daar rechtstreekse werking aan te ontlenen moet deze voldoende
duidelijk zijn.
b) Volgens het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) zijn veel begrippen, die bij de toepassing van het
omzetbelasting recht een rol spelen, unierechtelijke (of communautaire) begrippen. Wat wordt in de context van
de omzetbelasting bedoeld met de term unierechtelijk (communautair) begrip?
Begrippen (in een richtlijn of verdrag) die in alle (daaraan gebonden) lidstaten van de EU op exact dezelfde manier
(moeten) worden uitgelegd. Dus zelfde betekenis en op zelfde manier toegepast. Zodat er geen misverstanden
ontstaan over het begrip. Zoals bij de btw-richtlijn.
In btw-richtlijn wordt btw-systeem uitgelegd. Regels worden gegeven aan lidstaten om dat te implementeren. Dus
het is belangrijk om te zeggen: als wij vanuit Europese btw-systeem iets vinden, dat dat ook door alle lidstaten op
zelfde manier wordt uitgelegd.
Docent: Begrip wat is gegeven in directe richtlijn wat geïmplementeerd moet worden in nationale wetgeving, wat in
lidstaten op gelijke wijze wordt toegepast. Dat betekent dat je begrippen in lidstaten niet verschillend kunt uitleggen.
c) Het HvJ EU geeft regelmatig een arrest of beschikking. Vanaf wanneer geldt de uitleg die het HvJ EU in het arrest
of de beschikking geeft?
Het HvJ werkt samen met alle rechterlijke instanties van de lidstaten, die op het gebied van het recht van de Unie de
gewone rechters zijn. Om een doeltreffende en coherente toepassing van de wetgeving van de Unie te verzekeren
en om uiteenlopende uitleggingen te voorkomen, kunnen de nationale rechters het HvJ om nadere uitlegging van
een onderdeel van het recht van de Unie verzoeken zodat zij, bijvoorbeeld, de verenigbaarheid van hun nationale
wetgeving met het recht van de Unie kunnen verifiëren.
Het HvJ antwoordt d.m.v. een arrest of een beschikking. De nationale rechter is gebonden aan de gegeven uitlegging
wanneer hij uitspraak doet in de bij hem aangebrachte zaak. Het arrest van het HvJ is eveneens verbindend voor de
andere nationale rechterlijke instanties die over een identieke vraag uitspraak moeten doen.
Een arrest of beschikking wordt geacht juiste uitleg te zijn vanaf tijdstip dat desbetreffende bepaling in werking trad.
HvJ legt eigenlijk het recht uit zoals het altijd is geweest (ex tunc) en is bedoeld. Het heeft altijd terugwerkende
kracht.
Opgave 2
Karel werkt al zijn hele leven in een dierenwinkel in zijn dorp en niets maakt hem blijer dan door dieren omringd
te zijn. Thuis heeft Karel maar liefst drie honden, een papegaai, twee dwerghamsters en twee goudvissen. Sinds
, enige tijd heeft Karel de beestenboel uitgebreid en is trotse imker van een bijenkolonie in zijn weelderige
achtertuin. Karel heeft zich goed ingelezen en zorgt met liefde voor zijn bijen. Plannen voor uitbreiding van de
kolonie zijn zelfs ook al in de maak. De bejaarde buurvrouw van Karel staat al snel op de stoep en vraagt of Karel
niet ook voor de bijenkolonie van haar zieke man zou willen zorgen. Karel vindt dat fantastisch en is om de dag bij
de buren te vinden om de bijenkolonie te verzorgen. Binnen korte tijd produceren de bijen van de buren grote
hoeveelheden honing. Als bedankje voor al het werk geeft zijn buurvrouw Karel elke week één of twee potjes
honing mee, lekker in de thee en door de yoghurt bij het ontbijt!
Aantekening ondernemerschap:
Ieder
Zelfstandig
Beroep/bedrijf
o Duurzaam streven
o Economische activiteit (opbrengst)
o Bezwarende titel
a) Is Karel ondernemer voor de btw? Motiveer uw antwoord.
Om te komen tot een ondernemer heb je eenieder nodig die zelfstandig een bedrijf of economische activiteit
uitoefent. Het begrip ondernemer is te vinden in art. 7 Wet OB. Karel is geen ondernemer voor de btw.
Het eerste criterium is eenieder, hier voldoet Karel aan. Het tweede criterium is de zelfstandigheid. Hier wordt aan
voldaan, hij is niet in loondienst (hij werkt wel in dierenwinkel, maar dat sluit zijn zelfstandige activiteiten). Er is geen
sprake van een gezagsverhouding. Er is ook geen sprake van een economische activiteit want hij vraagt verder geen
vergoeding. Hij krijgt alleen als bedankje twee potjes honing iedere week. Hij krijgt dus wel iets ervoor maar uit het
Tolsma-arrest betekent het dat zij geen activiteiten onder bezwarende titel verricht. Hierna kunnen we kijken naar
het Hong-Kong arrest: Als iemand om niet presteert dan is deze geen ondernemer. Karel is dus geen ondernemer.
Niet in dienstbetrekking zijn en er moet geen sprake zijn van een gezagsverhouding (er moet niemand ‘boven’ je
staan, zoals geen arbeidscontract).
Tolsma-arrest: wel opbrengst, maar deze is niet bedongen.
Het eerste criterium is ‘’een
ieder’’, hier voldoet Marieke
aan. Tweede
waaraan Marieke moet voldoen
is aan de zelfstandigheidseis.
Hier voldoet zij aan.
Is het een economische
acviteit die zij verricht? Zij viteit die zij verricht? Zij
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jamy13a. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.