Plantijn Hogeschool van de provincie Antwerpen (AP)
Educatieve bachelor secundair onderwijs
Biologie vakinhoud II.1 De mens en zijn lichaam
All documents for this subject (9)
Seller
Follow
MH2003
Content preview
Biologie vakinhoud II.1: Omzetting, opslag en uitscheiding
1. De lever
o Rechtsboven in buik onder rand van ribben
o Groot orgaan (volwassene ± 1,5 kg)
o Bestaat uit grotere + kleinere lob
o Direct onder lever = galblaas
- Lever krijgt bloed via slagader leverslagader, vanuit aorta
Zuurstofrijk bloed, met gemiddelde hoeveelheid voedingsstoffen
- Lever krijgt ook bloedaanvoer via poortader
Aders uit darmen, maag en milt komen hierin samen ,bloed uit darmen eerst naar lever
Bloed = na maaltijd beladen met voedingsstoffen + zuurstofarm
Lever = eerste orgaan dat deze voedingsstoffen ontvangt + begint te bewerken
- Bloed verlaat lever via leverader vlakbij hart uitmondt in onderste holle ader
Lever heeft dubbele bloedtoevoer
- Samenstelling van bloed in poortader kan sterk wisselen bloed dat lever verlaat is constant
- Lever neemt groot aantal stoffen op uit poortaderbloed + geeft ze geleidelijk weer af
Cellen krijgen elders in lichaam hun voedingsstoffen constant toegevoerd + homeostase is
gegarandeerd
, 2. Bouw van de lever
- Lever = opgebouwd uit veel zeshoekige leverlobjes + elk met doorsnede van ± 1 mm
- Leverlobje bestaat uit levercellen in vorm van 'eensteensmuurtjes' gestapeld zijn
- Muurtjes in lobje vormen stervormige figuur, rond centraal adertje
- Op elk hoekpunt van zeshoek zitten een takje van poortader, leverslagader + een galgang
- Takjes van leverslagader + poortader vertakken verder in leverlobje
Ontstaat gemeenschappelijk netwerk van haarvaten
- Haarvaten = wijder dan in gewoon haarvatennet + worden sinusoïden genoemd
Zuurstofrijk bloed uit slagader gemengd met zuurstofarme uit poortader
Levercellen worden zo aan ene kant omspoeld door vrij traag stromend bloed, terwijl aan
andere kant aftakkinkje van galgang ligt
1) Leverlobje 5) Levercel
2) Slagadertje (aftakking leverslagader) 6) Centrale ader
3) Adertje (aftakking poortader) 7) Sinusoïde
4) Galgang (voert gal naar galblaas) 8) Galkanaaltje
- Stroomrichting van bloed van buiten naar centrum
Sinusoïden monden uit in centraal leveradertje
Leveradertjes vloeien samen in grotere adertjes (venulen) + deze monden uit in leverader
- Wanden sinusoïden = deels bekleed met Kupffercellen, speciale fagocyten (witte bloedcellen)
Oude rode bloedcellen + brokstukken van andere cellen (en bacteriën) opnemen
Toxinen (gifstoffen) uit bloed halen
Signaleren aanwezigheid van lichaamsvreemde stoffen in bloed
Spelen zo rol bij afweer
, - Tussen levercellen zeer fijne galkanaaltjes
Stroomrichting = tegengesteld aan die van bloed
Galkanaaltjes monden uit in galgangen
Levercellen vormen continu gal met afvalstoffen
- Gal wordt via galgangen afgevoerd naar galblaas
Daar wordt gal opgeslagen + tijdens maaltijden naar darm gevoerd, waar deze stof nog
belangrijke rol speelt bij vetvertering
3. Functies van de lever
- Lever = 'stofwisselingscentrale' van lichaam
Chemische fabriek waarin groot aantal stoffen wordt afgebroken, omgevormd of
geproduceerd + opgeslagen
Functie als spijsverteringsklier + uitscheidingsorgaan
- Meeste voedingsstoffen, die via darmwand geresorbeerd worden, komen via poortader
rechtstreeks in lever terecht
- Lever neemt volgende stoffen vanuit poortaderbloed op:
o Monosachariden, o.a. Glucose
o Aminozuren
o Klein-moleculaire vetzuren met korte c-ketens en glycerol
o Mineralen, in het bijzonder ijzer
o Vitamines
o Stoffen uit genotmiddelen, o.a. Alcohol
o Sommige medicijnen
- Grotere vetzuurmoleculen 'omgeleid'
o Worden in lymfevaten van darm opgenomen
o Grote vetzuren komen met lymfe via borstbuis in bloed terecht
o Via hart, kleine bloedsomloop, aorta en leverslagader deel in lever
o Ander deel komt in vetcellen in onderhuids bindweefsel + bindweefsel tussen organen
In die cellen worden vetzuren eerst in voorraad gehouden en later omgezet in vetten
die opgeslagen worden
A) Suikerstofwisseling
- Glucose = 1 van belangrijkste energiebronnen van lichaam
Per 24 u minimaal over ± 150 g glucose beschikken hoeveelheid in lever
In skeletspieren 2x zoveel opgeslagen
- Lever zorgt voor juiste concentratie van glucose in bloed ± 0,1% = bloedsuikerspiegel
Hormonen insuline + glucagon regelen bloedsuikergehalte
- Insuline stimuleert levercellen om glucose uit bloed op te nemen
Levercellen zetten glucose om in glycogeen = polysacharide
Glycogeen osmotische waarde in cellen niet verhoogt, doordat het onoplosbaar is
Wanneer maximum is bereikt glucose omgezet in vet
- Skeletspieren ook o.i.v. insuline glucose uit bloed halen, omzetten in glycogeen + opslaan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MH2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.