100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting vastgoedmarkten - boek vastgoedeconomie $8.24   Add to cart

Summary

samenvatting vastgoedmarkten - boek vastgoedeconomie

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de nodige stof uit het boek vastgoedeconomie van Jan Buist (vijfde druk) (ISBN 9789083241647). In combinatie met de PowerPoint vormt dit een uitstekende voorbereiding op het tentamen

Preview 4 out of 61  pages

  • September 10, 2024
  • 61
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Vastgoedeconomie

Hoofdstuk 1 Het begrip economie

1.1
Economie betekent huishoudkunde en dat hee te maken met keuzes maken.

Consumentenhuishoudingen (gezinnen) maken keuzes. Met de beschikbare middelen, het inkomen,
proberen ze zo veel mogelijk doelen te realiseren.

Bedrijfshuishoudingen (bedrijven) combineren de beperkt aanwezige grondstoffen, machines en
personeel om ‘maximale winst tegen minimale kosten’ te realiseren.

→ Er wordt gestreefd naar maximale behoe ebevrediging (doel) Dit gebeurt door nutsmaximalisa e
(met de beschikbare middelen combina es maken die maximaal nut opleveren) (bij bedrijven:
winstmaximalisa e)

Schaarste is de spanning tussen de behoe en en de beschikbare middelen. Schaarse middelen zijn
alterna ef aanwendbaar, er zijn meerdere combina es mogelijk met de beschikbare middelen.

1.2
Welvaart is de mate waarin de spanning tussen behoe en en beperkte middelen is opgeheven.

Welzijn is de mate van bevrediging van behoe en die niet a ankelijk zijn van schaars beschikbare
middelen. (zoals zuurstof, maar ook persoonlijk geluksgevoel)

Welstand is de persoonlijke voorspoed (gezondheid en bemiddeld zijn)

1.3
Behoe e is het menselijk verlangen waaraan voldaan wordt door de beschikking over schaarse
goederen en diensten. Behoe en van mensen zijn oneindig, een eenmaal vervulde behoe e leidt
vanzelf tot het ontstaan van meer behoe en. De bevrediging wordt -slechts- geremd door inkomen.

Er zijn verschillende categorieën van behoe en:

- Primaire (noodzakelijk) versus secundaire (luxegoederen) behoe en.
- Stoffelijke versus onstoffelijk behoe en
- Individuele versus collec eve behoe en → Collec eve behoe en kunnen niet individueel
worden ingevuld.

1.3.1
Inkomen is de stroom van verworven koopkracht zonder in te teren. Bij bedrijven is dit de prijs die ze
betalen voor de produc efactoren. (Kapitaal, Arbeid, Natuur en Ondernemerschap). Iedere factor
genereert inkomen, respec evelijk: rente en dividend; loon; pacht; winst.

Over inkomen uit produc efactoren wordt belas ng en premie betaald. Deze belas ngen vormen
voor de overheid inkomen waarmee zij kunnen voorzien in collec eve behoe en. Een deel van het
inkomen wordt gespaard, dit wordt ook wel uitgesteld consumeren genoemd.

,Door belas ngen, premies en sociale uitkeringen kan de overheid de primaire inkomens (inkomen de
produc efactoren) herverdelen zodat de secundaire inkomens (inkomen na belas ngen, premies en
uitkeringen) gelijkma ger worden.

De personele inkomensverdeling is de manier waarop het totale
verdiende inkomen in een land is verdeeld. Dit wordt
geïllustreerd in een Lorenz curve. Lijn 4 gee aan dat iedereen
een gelijk inkomen hee . Inkomen kan nivelleren en denivelleren

Ter air inkomen (lijn 3) is secundair inkomen (lijn 2) verminderd
met belas ng die betaald wordt op de aankoop van goederen en
vermeerderd met het bedrag dat je 'krijgt' omdat sommige
goederen gesubsidieerd zijn of omdat je toeslagen ontvangt.

1.4
Aanbieders zijn de producenten, zij maken gebruik van
produc efactoren.
Natuur en arbeid vormen de oorspronkelijke
produc efactoren, deze zijn namelijk nodig om
kapitaal (afgeleide produc efactor) te genereren.




1.5
We kennen een drietal vormen van de economische orde (= de wijze waarop in een land vraag en
aanbod is georganiseerd) Belangrijk hierbij is het alloca evraagstuk (=wie beslist in een land over het
verdelen van de produc efactoren over de verschillende produc emogelijkheden?)

1. Centraal geleide planeconomie → De planning van aanbod en de verkoopprijs wordt geheel
gereguleerd door de centrale overheid. De vraag wordt ook indirect beïnvloed omdat er
alleen vraag kan zijn naar producten die de overheid vaststelt.
2. Vrijemarkteconomie → alloceren wordt volledig overgelaten aan de vrije markt. De overheid
bemoeit zich niet met de markt.
3. Georiënteerdemarkteconomie → Zit tussen de bovenstaande economische ordes in.

1.6
Er zijn drie soorten niveaus in de economie

1. Macro-economie → Niveau binnen de economie dat betrekking hee op produc e,
consump e en overheidsgedrag van een land (of grotere verbanden) als geheel.
2. Meso-economie → Niveau, het middenniveau, binnen de economie dat betrekking hee op
de economische processen in de bedrijfstak waarin bedrijven opereren.
3. Micro-economie → Niveau binnen de economie dat betrekking hee op alles wat zich
afspeelt bij individuele consumenten en bedrijven.

,1.8
Economische factoren zijn invloeden uit de macro-omgeving met betrekking tot de stand van de
economie.

1.8.1
Binnenlandse indicatoren zijn:

1. Groei van het bruto binnenlands product
dit leidt tot meer investeringen, dit zorgt voor meer belas nginkomsten en werkgelegenheid.
2. Conjuncturele situa e
Bij een goede conjuncturele situa e zullen bestedingen toenemen.
3. Index van het consumentenvertrouwen
het consumentenvertrouwen is een belangrijke indicator voor een mogelijke groei van de
economie.
4. Ontwikkeling van de werkloosheid, lonen en arbeidsproduc viteit
Consumenten kunnen voorzich ger gaan omgaan met nieuwe aankopen.
5. Infla e
Infla e speelt een rol bij de ontwikkeling van prijzen.
6. Orderportefeuille bedrijven
Veel opdrachten in portefeuille betekent dat de bedrijven die die orders hebben geplaatst de
ontwikkeling van de economie met vertrouwen tegemoet zien.

1.8.2
Buitenlandse indicatoren zijn:

1. Renteontwikkelingen
De hoogte van de rente (voor investeringen, persoonlijke leningen en rente op de
hypotheekmarkt)
2. Ontwikkeling export en import
Een groeiende export leidt tot een guns ge posi e (er komt meer geld binnen), ook
s muleert het de produc e
3. Ontwikkeling wisselkoersen
Wanneer de wisselkoersen wijzigen hee dat invloed op de import en de export
4. Verloop van de dollarkoers
De dollar is de dominante munt bij de prijsstelling van veel goederen
5. Ontwikkeling energieprijzen
Bij hoge energieprijzen s jgen de kosten, dit leidt tot prijss jgingen

1.8.3
Het Centraal Plan Bureau (CPB) speelt een belangrijke rol bij prognoses voor de economische
ontwikkeling. Zij leveren:

- Het basismateriaal voor de Miljoenennota
- De Macro Economische Verkenning (MEV): verwachte financieel-economische
ontwikkelingen in binnen- en buitenland.
- Het Centraal Economisch Plan (CEP): Het CEP wordt ieder voorjaar op basis van de MEV
verder uitgewerkt, daarbij rekening houdend met nieuwe ontwikkelingen

, Hoofdstuk 2 Macro-economie

2.1
Er worden twee sectoren van bedrijven onderscheden in de macro-economie:

- De collec eve sector: de overheid in ruime zin (Rijk, provincie, gemeenten) en de instellingen
die de sociale we en uitvoeren. Zij leveren de collec eve goederen.
- De par culiere sector: ondernemingen die de consumenten voorzien van individuele
goederen en diensten.

2.2
In de economische kringloop wordt er een geld- en goederenstroom rondgepompt en deze stromen
blijven binnen de kringloop. De kringlooptheorie is een schema sche voorstelling van deze stromen
die de samenhang tussen vraag- en aanbodkant van de economie laten zien.

De gesloten economie is een economie zonder overheid of rela es met het buitenland, zonder
investeringen en besparingen. De stromen die dan op gang komen zijn:

- Ter beschikking gestelde produc efactoren naar de bedrijven: gezinshuishoudingen leveren
produc efactoren in de vorm van arbeid, natuur of kapitaal
- Goederen- en dienstenstroom: bedrijven leveren goederen en diensten aan gezinnen
- Geldstroom naar de consumenten: de bedrijven betalen voor geleverde produc efactoren.
- Geldstroom naar de bedrijven: gezinnen betalen bedrijven voor de goederen en diensten.

Bij een gesloten economie hoort de volgende macro-economische vergelijking:

Y = C (omdat bedrijven alleen goederen produceren die ook afgezet kunnen worden) Waarbij Y= na onaal inkomen
BBP = C C = consump e
Y = BBP BBP = bruto binnenlands product

Wanneer we de economie uitbreiden met de produc e van investeringsgoederen (I) en sparen (S) ziet
het model er als volgt uit:

Y=C+S
BBP = C + I
Y = BBP
Hieruit volgt van ook dat S = I (Omdat investeringen worden gefinancierd door het lenen van andermans spaargeld)

Wanneer de overheid wordt toegevoegd krijgen we te maken met het inkomen van de overheid (B
=belas ngen) en de overheidsbestedingen (O). Het model ziet er als volgt uit:

Y=C+S+B
BBP = C + I + O
Y = BBP

Wanneer we overgaan naar een open economie (met het
buitenland), ziet het model er zo uit:

Y=C+S+B E = exporten
BBP = C + I + O + (E - M) M = importen
Y = BBP

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bolegters. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67447 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.24
  • (0)
  Add to cart