100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Historische Context Samenvatting Feniks online + boek 4/5/6 vwo - Geschiedenis $7.36   Add to cart

Summary

Historische Context Samenvatting Feniks online + boek 4/5/6 vwo - Geschiedenis

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level

geschiedenis samenvatting voor alle 4 de historische contexten van vwo

Preview 4 out of 84  pages

  • September 10, 2024
  • 84
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Historische context
1. Steden en burgers in de Lage landen.
Historische context 1: Leidende vragen.
1.1 Leerdoelen
1.1 Opbloei van handel en nijverheid in Vlaanderen.
1.2 Leerdoelen
1.2 Van Brugge naar Antwerpen.
1.3 Leerdoelen
1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw.
Historische context 1: Begrippen.

2. Verlichting (1650-1900).
Historische context 2: Leidende vragen.
2.1 Leerdoelen.
2.1 Verlichte ideeën over een betere samenleving.
2.2 Leerdoelen.
2.2 Revoluties in de Verenigde Staten en Frankrijk.
2.3 Leerdoelen.
2.3 De erfenis van de Verlichting.
Historische context 2: Begrippen.

3. China (1842-2001).
Historische context 3: Leidende vragen.
3.1 Leerdoelen.
3.1 China en het modern imperialisme.
3.2 Leerdoelen.
3.2 Nationalisten en communisten strijden om de macht.
3.3 Leerdoelen.
3.3 De Volksrepubliek China.
Historische context 3: Begrippen.

4. Duitsland in Europa (1918-1991).
Historische context 4: Leidende vragen.
4.1 Leerdoelen.
4.1 Duitsland: van de Eerste naar de Tweede wereldoorlog.
4.2 Leerdoelen.
4.2 Duitsland in de Koude Oorlog.
4.3 Leerdoelen.
4.3 Toenadering, hereniging en integratie.
Historische context 4: Begrippen

, Historische context 1: Leidende vragen
1. Wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse
gewesten mogelijk (1050-1302)?

2. Welke invloed hadden sociaaleconomische en politieke ontwikkelingen
op de positie van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten
(1302-1602)?

3. In hoeverre bepaalde de burgerij de ontwikkelingen in de Republiek in
de Gouden Eeuw (1602-1700)?

, 1.1 Leerdoelen
1. Je weet waar en waardoor in de Nederlanden in de elfde eeuw de
bevolkingsgroei versnelde.

2. Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe de bevolkingsgroei leidde tot
specialisatie in beroepen, handel en de groei en stichting van de steden.

3. Je kunt uitleggen dat steden zelfstandiger werden doordat zij, als
gevolg van hun groeiende economische macht, stadsrechten konden
verwerven.

4. Je kunt uitleggen hoe kooplieden en ambachtslieden door het
organiseren van gilden opkwamen voor hun belangen.

5. Je kunt het belang van de Hanzen beschrijven.

6. Je kunt het verschil tussen de verschillende sociale groepen in de
Vlaamse steden beschrijven en de onderlinge spanningen benoemen en
verklaren.

7. Je kunt uitleggen waardoor en hoe de steden een rol gingen spelen in
het krachtenspel tussen adel en koning.

, 1.1 Opbloei van handel en nijverheid in
Vlaanderen.
Ontginningen in Vlaanderen
Dankzij de vruchtbare grond was de graanopbrengst per hectare in het
graafschap Vlaanderen het hoogst van alle Nederlandse gewesten. Aan het einde
van de vroege Middeleeuwen waren er nog uitgestrekte bossen en moerassen en
de lage kuststreken overstroomden nog regelmatig. Het inwonertal groeide dan ook
zeer langzaam, maar dat leidde tot een toenemende vraag naar voedsel. Daarom was het
nodig bossen te kappen, moerassen droog te leggen en kustgebieden in te dijken en zo
geschikt te maken voor de akkerbouw en veeteelt. De agrarische productie groeide niet
alleen door ontginningen en inpolderingen. De boeren ontwikkelden een betere ploeg, die
bovendien getrokken werd door wendbare paarden, i.p.v. door ossen. De boeren
gebruikten de landbouwgrond intensiever door over te stappen op het drieslagstelsel,
waardoor ⅔ van hun akkers ingezaaid was, i.p.v. de helft. Dat kon, doordat de grond door
afwisseling van de gewassen en door betere bemesting minder snel uitgeput raakte.
Dankzij de grotere voedselproductie groeide de bevolkingsomvang sterker dan voorheen:
tussen de 11e eeuw en de 14e eeuw verdrievoudigde het inwoneraantal. Dit maakte
nieuwe ontginningen noodzakelijk, die vervolgens weer bijdroegen aan verdere
bevolkingsgroei. Deze ontwikkelingen, waarbij ontginningen en bevolkingsgroei hand in
hand gingen, begonnen in de Nederlanden in Noord-Vlaanderen. Vanaf het einde van de
10e eeuw waren daar edelen en vooral kloosters betrokken bij grootschalige ontginningen.
Vanuit Vlaanderen breidden de ontginningen zich in de 11e en 12e eeuw uit naar het
vruchtbare zuidelijke deel van Vlaanderen, vervolgens naar Brabant en daarna naar
Holland en Zeeland.

Handel en nijverheid
Door de toename van de voedselproductie kon een deel van de bevolking zich
richten op de productie van bijvoorbeeld aardewerk of textiel. Deze
ambachtslieden vestigden zich in een nederzetting of oude stad die een
regionale marktfunctie had. Daar maakten ze producten die de boeren voorheen
zelf produceerden. De boeren kwamen hun landbouwoverschotten verhandelen
tegen nijverheidsproducten. Na de Romeinse tijd was de handel ingestort en
werden steeds minder munten geslagen, maar door de toenemende handel in de
late Middeleeuwen was het gebruik van geld veel praktischer dan de handel in
natura. Koningen, edelen en stedelingen gingen munten slaan. Dat bevorderde
de handel en was ook winstgevend, omdat de munten meer waard waren dan
het edelmetaal dat voor die munten werd gebruikt. Ook op het platteland nam
geldgebruik toe. De afdrachten van de oogst en de diensten die horigen moesten
leveren werden omgezet in een geldbedrag. Er ontstond een monetaire
economie.

Stedengroei en stadsrechten
Handel en nijverheid kwamen tot bloei en hand in hand daarmee nam de
verstedelijking toe. De adel juichte deze ontwikkeling van een
landbouwsamenleving naar een landbouwstedelijke samenleving toe. Rijke
stedelingen konden namelijk meer belasting betalen dan de horigen op hun
domeinen. Ook voor horigen was de verstedelijking gunstig. Zij trokken naar de
stad, omdat daar veel meer ontplooiingskansen waren dan op het domein. Dat
was illegaal; horigen waren namelijk gebonden aan het domein. Maar omdat

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller essientialstxt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.36. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.36
  • (0)
  Add to cart