Samenvatting Anders Kijken – Theorie en praktijk van de systeembenadering
Joop Willemse – derde druk
Hf 1: Theorieën over menselijk gedrag
Drie belangrijke psychologische stromingen. Deze richten zich op de bestudering en de behandeling
van het individu:
1. De psychoanalyse van Sigmund Freud
Bestaat uit:
Psychoanalytische theorie:
Behandelt de dynamiek van de psychische processen van de mens, die voor een groot deel
onbewust zijn en bepaald worden door verdringing en afweermechanismen. Deze afweer
heeft te maken met onaanvaardbare, pijnlijke of angst verwekkende bewustzijnsinhouden,
die meestal verband houden met seksuele en agressieve driften.
Psychoanalytische therapie:
Vorm van therapeutisch handelen, waarbij uitsluitend psychische (dus niet medische of
medicinale) beïnvloedingsmiddelen worden aangewend om stoornissen op het spoor te
komen en te genezen.
Drie aspecten van de theorie van Freud:
Freud onderscheid drie ontwikkelingsfasen: de orale fase, de anale fase en de
fallische/genitale fase.
Wanneer een kind een fase niet goed doorloopt, zal het de niet-volledig doorgewerkte
elementen meenemen naar de volgende fase, waardoor later een psychische aandoening kan
ontstaan.
Het persoonlijkheidsmodel:
- Es: hierin verblijven de driften, de impulsen en de seksualiteit, die voortdurend de
aandacht van de persoon vragen.
- Ich: heeft een sturende en coördinerende functie. Het moet laveren tussen Es en Über-
ich.
- Über-ich: het gedeelte van de persoonlijkheid waarin het individu de waarden, normen,
geboden en verboden van de samenleving heeft verinnerlijkt.
Aandacht voor het onbewuste. Naast ons kennende bewustzijn van de werkelijkheid, leeft er
ook heel veel in ons waarvan we ons niet bewust zijn. Het doel is door psychoanalytische
therapie het bewuste en onbewuste met elkaar te verweven.
Essentie van Freuds theorie:
De mens moet tijdens zijn leven in het reine zien te komen met twee principes:
- Het lustprincipe: stelt ons in staat zo veel mogelijk te genieten.
- Realiteitsprincipe: maakt ons duidelijk dat het niet altijd feest kan zijn en dat de
samenleving allerlei grenzen stelt aan de realisering van het lustprincipe.
2. Het behaviorisme
De psychologie van het uiterlijk waarnemen. Een theorie over de wijze waarop mensen leren.
Mensen worden geboren als tabula rasa = onbeschreven blad.
Aan het menselijk gedrag liggen bewuste en onbewuste leerprocessen ten grondslag.
Klassieke conditionering en operante conditionering.
De therapievorm is gedragstherapie. Het beoogt dat gewenst gedrag aan te leren is en ongewenst
gedrag af te leren.
3. De humanistische psychologie van Abraham Maslow
1
,De nadruk ligt op menselijke mogelijkheden: de mogelijkheid van de mens om te kiezen en zich te
ontplooien.
Mensen hebben een aangeboren behoefte aan groei en zelfontplooiing of zelfverwezenlijking.
Abraham Maslow komt tot onderverdeling van menselijke behoeften in vijf typen:
De behoeftehiërarchie: je krijgt pas ‘hogere’ behoeften wanneer de lagere zijn vervuld.
1. Fysieke behoeften: eten, drinken en seks.
2. Behoefte aan veiligheid: onderdak, zorg van je naasten, afwezigheid van oorlog en een
gunstig politiek klimaat.
3. Behoefte aan liefde, affectie en om bij andere mensen te horen (belongingness).
4. Behoefte aan erkenning en waardering.
5. Behoefte aan groei en zelfverwezenlijking.
Deficiëntiebehoeften (1 t/m 4): hebben te maken met ervaren tekorten, die steeds weer slechts
tijdelijk bevredigd kunnen worden.
Eindeloze behoefte (5): kan nooit ten volle bevredigd worden.
Therapievorm is cliëntgerichte therapie. Deze gaat ervan uit dat de cliënt zoveel mogelijk door
eigen inzicht en op eigen kracht weer greep op zijn situatie dient te krijgen. Onvoorwaardelijke
acceptatie van de cliënt is hierbij noodzakelijk.
Menselijke problemen worden in de humanistische psychologie opgevat als moeilijke en soms
pijnlijke overgangsmomenten naar een hogere, meer integrale vorm van bestaan.
De systeemtheorie
Heeft niet het individu, maar het individu in zijn omgeving tot onderwerp.
Realisme = objectieve kennis
Constructivisme = subjectieve kennis. Een
werkelijkheid die wij zelf maken en construeren.
De systeembenadering pleit ervoor vanuit het grotere geheel naar de dingen of elementen te kijken
(dus een holistische of synthetische benadering).
Binnen het sociale domein betekent dat dat de oorzaken voor bepaalde vormen van het
disfunctioneren van mensen niet binnen het individu zelf worden gezocht, maar binnen hun
omgeving of binnen hun systeem.
De systeemtheorie heeft ingrijpende gevolgen gehad voor de praktijk van het sociaal werk:
Kinderen die in het verleden doorgestuurd werden naar een tehuis in verband met probleemgedrag,
werden nu beschermd, en veel kinderrechters namen van de systeemtheorie het belangrijke inzicht
over dat niet al het menselijk gedrag zich laat verklaren vanuit het individu dat dat gedrag vertoont.
Bij de nieuwe praktijk werden de kinderen veel minder vaak uit huis geplaatst. Aan het gezin werd
dan ondersteuning geboden, in het bijzonder aan de ouders.
Kern van de systeemtheorie
- Men bestudeert objecten in een breder kader, geplaats in hun context.
- Probeert men de objecten te zien als onderdelen van en beïnvloed door het systeem
waarvan zij deel uitmaken.
Het gaat om inclusief denken en kijken, wat betekent dat men de omgeving ‘meeneemt’ in zijn wijze
van kijken en benaderen.
De kern van de systeemtheorie kan worden samengevat in vijf principes:
2
, 1. Het geheel is meer dan de som der delen. D.w.z. dat het systeem een eigen karakter
heeft dat niet te herleiden is tot de eigenschappen van de delen.
2. Alles hangt met elkaar samen.
3. Het systeem bepaalt in belangrijke mate het gedrag van de individuen.
4. Het systeem probeert zich op allerlei manieren aan te passen aan zijn omgeving, omdat
het wil overleven.
5. Een systeem heeft de eigenschap zichzelf te handhaven en te blijven voortbestaan
wanneer het eigenlijk geen recht van bestaan meer heeft.
In de systeemtheorie worden de factoren die de gedragingen van mensen beïnvloeden niet in de
eerste plaats in de persoon zelf gezocht, maar in de werking van het systeem en in de
wisselwerking tussen personen. Het gedrag van een bepaald persoon vormt altijd een reactie op
het gedrag van een ander of meerdere anderen.
De beschrijvingen en verklaringen van de systeemtheorie hebben dus een de-individualiserend
karakter. D.w.z. dat men de gesignaleerde problemen losmaakt van het individu.
Binnen de systeemtheorie staat het begrip informatie centraal. Hiermee wordt de voortdurende
stroom van zowel verbale als non-verbale, onbewuste en onbedoelde signalen die mensen uitzenden
en ontvangen bedoeld.
Feedback in algemeen spraakgebruik: positieve of negatieve feedback – die men in bepaalde
situaties van anderen krijgt met m.b.t. tot het eigen gedrag en functioneren.
Feedback is systeemtheoretische zin: duidt op alle processen van informatieterugkoppeling en
-verwerking.
Negatieve feedback: draagt bij aan de bestendiging van de situatie. Het is erop gericht
veranderingen tegen te gaan.
Positieve feedback: erop gericht het systeem te veranderen en dat een bepaalde
systeemnorm wordt losgelaten.
Men herkent een systeem aan herhaling: wanneer eenmaal een bepaald patroon van interactie in een
systeem is ontstaan, verschaffen de daarna volgende interacties steeds minder nieuwe informatie.
Het verschijnsel beperking ontstaat: 80% à 90% van het totaal aan theoretische
gedragsmogelijkheden worden niet meer gerealiseerd. Zorgt voor vertrouwdheid, zekerheid en
voorspelbaarheid.
Deze steeds grotere voorspelbaarheid wordt redundantie (patroon) genoemd:
Dit geeft aan dat veel informatie binnen het systeem overbodig is, geen nieuwe informatie bevat,
zichzelf herhaalt en volledig past in het patroon dat ons al bekend was.
Binnen de systeemtheorie geldt dat alle gedrag communicatie is.
De vier volgende begrippen zijn identiek: communicatie = interactie = gedrag = beïnvloeding
Contrasten tussen de traditionele psychologie en de systeemtheorie:
Traditionele psychologie Systeembenadering
Individugericht Systeemgericht
Intrapsychische benaderingswijze Interpersoonlijke benaderingswijze
Geïnteresseerd in waarneembaar en niet- Uitsluitende geïnteresseerd in waarneembaar gedrag
waarneembaar gedrag
Het verleden wordt van groot belang geacht Het verleden wordt van veel minder belang geacht
De waaromvraag staat in het teken van de De waaromvraag staat in het teken van de
persoonsanalyse systeemanalyse
Men maakt onderscheid tussen normaal en Men maakt onderscheid tussen de verschillende
abnormaal gedrag van het individu gedragingen van het systeem
3
, Men gaat uit van eenduidige oorzaken, van Men gaat niet uit van eenduidige oorzaken, maar van
zogenoemde lineaire causaliteit: oorzaak → zogenoemde circulaire causaliteit: oorzaak = gevolg
gevolg = oorzaak = gevolg
Normale theorieën, zoals bijv. de psychoanalyse, zijn inhoudelijke theorieën.
De systeemtheorie is inhoudelijk leeg. Het is een manier van denken, een specifieke
benaderingswijze. Het is een metatheorie.
Metatheorie = een theorie van een hoger abstractieniveau dan inhoudelijke theorieën. Een
metatheorie biedt een bepaalde denkwijze, waarmee de werkelijkheid kan worden benaderd.
Hf 2: Het systeembegrip en de belangrijke kenmerken van open systemen
Systeem = een samenstel van elementen en onderlinge relaties tussen die elementen. Het
functioneert als geheel door de onderlinge afhankelijkheid van de elementen.
Het systeem wordt niet gevormd door de eigenschappen van de individuen, maar door de
betrekkingen die deze individuen onderling met elkaar onderhouden.
Niveau = hierop kunnen systemen en hun delen geformuleerd worden. Dit varieert per situatie en
wordt in eerste instantie bepaald door de belangstelling en behoefte van degene die het systeem
beschrijft of bestudeert.
Tijd = een systeem heeft een zekere wordingsgeschiedenis die een bepaalde tijdsduur impliceert.
Voor een systeem zijn onderlinge afhankelijkheid en een bepaalde onderlinge structuur nodig. De
totstandkoming van deze afhankelijkheid en structuur vraagt een zekere tijd.
Totaliteit of systeemsamenhang = wanneer er een verandering optreedt in een deel van het
systeem, dat zijn weerslag heeft op het gehele systeem en dat deze verandering ook veranderingen
teweegbrengt in alle andere delen van het systeem.
Alles hangt met alles samen. Ook wel ‘systeemdynamiek’ of ‘verandering in samenhang’ genoemd.
Niet optelbaarheid = het geheel is meer dan de som der delen. Met een eventuele optelling van de
delen wordt niet het wezen van de zaak gezien en begrepen, aangezien dat wezen ligt op het niveau
van het systeem als geheel en niet op het niveau van (de optelling van) de delen.
Betere omschrijvingen: ‘meer dan optelbaarheid’ of ‘de meerwaarde van het systeem’.
Subsysteem = een willekeurige samenstelling van twee of meer leden van het systeem.
Coalitie = een subsysteem van twee of meer leden van het systeem dat wordt gekenmerkt door
gemeenschappelijke intenties en belangen en door gemeenschappelijke inspanningen om deze
intenties te verwezenlijken. Feitelijk is het krachten bundelen en elkaar steunen.
Homeostase = het vermogen van het systeem om ondanks veranderende en externe
omstandigheden een bepaalde norm als uitgangspunt te houden.
Het verwarrende van het begrip homeostase is dat het in twee betekenissen wordt gebruikt:
1. Vasthoudendheid aan de norm en handhaving daarvan.
2. Flexibiliteit, aanpassingsbereidheid en veerkrachtige respons van het systeem op de
omgeving.
Lenigheid van het systeem = het vermogen van het systeem om zich aan te passen aan ingrijpende
veranderingen die binnen of buiten het systeem plaatsvinden. Er worden bepaalde normen, die tot
dan toe leidend waren, losgelaten en een volstrekt nieuw evenwicht gezocht.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller corneliamvandorp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.