WERKCOLLEGE 1
Je leert hoe je een probleem vaststelt dat relevant is en wat je kan onderzoeken.
Er zijn twee soorten onderzoek
Deductief: theoretisch, je stelt een hypothese vast en deze controleer je met data. De eerste stap
is: stel het bedrijfsprobleem vast. Kwantitatief.
Inductief: gebruikt data als een startpunt en zoekt verklaringen voor deze data en eindigt met
een theorie. Kwalitatief.
Wanneer doet zich een bedrijfsprobleem voor?
Een bedrijfsprobleem doet zich voor wanneer de werkelijke staat van een bedrijf of de gewenste
staat van het bedrijf niet op een lijn zitten. De huidige situatie is heel fout, bijvoorbeeld Albert
Heijn gaat producten verkopen die erg lijken op die van Unilever. Voor Unilever is dit serieus
fout, want zij verliezen heel veel klanten hierdoor. Het is geen rechte lijn meer maar er zich een
sterk dal in. Je wilt dan een acuut probleem oplossen naar weer de normale situatie. Ook kan het
zo zijn de situatie goed is, een bedrijf heeft een bepaalde omzet, maar deze omzet zou ook veel
hoger kunnen zijn. je zit op een rechte gewenste lijn maar er kan zich ook een piek in die lijn
vormen, de situatie kan zeker worden verbeterd.
Wanneer is het een goed bedrijfsprobleem?
Feasibility, het is mogelijk om te onderzoeken/ is het uitvoerbaar. Het moet niet onmogelijk zijn
om te onderzoeken.
Een goed probleem is relevant, het is belangrijk.
Maar wanneer is er van deze twee aspecten sprake?
Feasability:
1. Is het probleem niet te groot? Als het te groot is moet je het opdelen in kleinere delen die
wel te onderzoeken zijn. Is het een afgebakende vraag?
2. Kan je het probleem verdelen onder enkele variabelen? Is het echt een gericht probleem
of kan je het op meerdere manieren interpreteren of bekijken.
3. Ben je in de gelegenheid om genoeg geschikte data te verkrijgen, heb je al genoeg
bestaande data of moet je nieuwe data gaan verkrijgen door bijvoorbeeld interviews of
enquetes?
Relevant:
1. Managerial, iemand moet er echt nut uithalen wanneer het probleem wordt opgelost.
Maar wie haalt er nu het nut uit wanneer het wordt opgelost?
Dit kan zijn voor een manager van 1 bedrijf, of van een grote groep bedrijven
(industrie) of meerdere industrieën.
Misschien kunnen eindgebruikers er ook wel van profiteren, zoals consumenten,
investeerders. Als het probleem wordt opgelost kan het ervoor zorgen dat de producten
verbeteren, de diensten beter worden of dat de omzet van het bedrijf stijgt waardoor de
investering meer waard wordt.
Ook is het mogelijk dat de overheid ervan profiteert.
2. Academisch: is het niet al een keer onderzocht en is er niet al een mogelijke oplossing
beschikbaar? Het kost veel tijd en investeringen om een probleem helemaal te
onderzoeken.
Het is een compleet nieuw onderwerp, er is nog geen research beschikbaar over het
onderwerp. Wel moet het onderwerp belangrijk genoeg zijn. Je moet oppassen dat het
niet onbelangrijk is en dat het daarom nog niet is onderzocht. Je moet er zeker van zijn
dat het wel degelijk een belangrijk onderwerp is wat onderzocht moet worden.
Nieuwe context. Soortgelijke research is beschikbaar, maar in een hele andere
context, in een hele andere soort markt. De relaties tussen de variabelen zijn heel
verschillend maar soms zijn er ook totaal andere soort variabelen van toepassing.
8integrate scattered research’. Is de data goed beschikbaar, of is het erg verspreid?
Relatieve verschillen tussen twee onafhankelijke onderzoeken. Snoep met minder
, suiker: ene studie andere smaak, ander studie gezondheid vergelijken met elkaar.
Verschillende relaties samenvoegen met elkaar.
8reconcile contradictory research’. Stel er zijn dingen die elkaar tegenspreken dan
moet je onderzoeken welke van de twee juist is en welke van de twee de juiste oplossing
kan geven voor het probleem. A-merken verkopen beter dan huismerk vs. A-merken
verkopen slechter dan huismerk leeftijd toevoegen als variabele waardoor je dezelfde
conclusie kan trekken. Leeftijd is dan een moderator. Tegenstrijdigheden in de literatuur.
Moderator is een verklarende variabele die je gebruikt als je twee onderzoeken wil verbinden
met elkaar die eerst tegenstrijdig waren.
WERKCOLLEGE 2
Wat maakt een goede probleemstelling
Je moet je bedrijfsprobleem in een probleemstelling formuleren d.m.v. voorafgaand onderzoek
binnen de organisatie en buiten de organisatie in literatuur.
Het probleem is geformuleerd in termen van variabelen en de relaties tussen deze
variabelen.
Het probleem moet een open vraag zijn, die je niet met alleen ja of nee kunt
beantwoorden.
De probleemstelling moet op hooguit 1 manier te interpreteren zijn.
Is de probleemstelling academisch relevant?
Wat zorgt voor goede research vragen?
De vragen moeten samen het probleem kunnen oplossen. Elke vraag dekt een deel van
het probleem, en met het beantwoorden van deze vragen kan je de probleemstelling
oplossen.
Eerst theoretische vragen, daarna praktische vragen. Ze moeten in dezelfde volgorde
worden gesteld als ze worden besproken in het rapport.
o Theoretisch:
Context: alleen wanneer de context uitleg nodig heeft, wat is
Conceptualization: de betekenis van 1 of meerdere hoofdvariabelen in je
probleemstelling, wat is
Relatievragen: ze gaan over alle vragen in de probleemstelling
o Praktisch:
Relatievragen: hoe hangen de delen met elkaar samen. Wat is de grootte
van de relatie tussen de variabelen?
Implicatie vragen: hoe kunnen lezers de resultaten implementeren? De
vragen moeten open zijn
De vragen moeten op 1 manier te interpreteren zijn.
WERKCOLLEGE 3
Stap 3: develop a conceptual model
Wat is een goede definitie voor variabelen?
Informatieve naam
Een definitie zonder vaktaal, dus in voor iedereen te begrijpen woorden. Ze moeten zijn
gebaseerd op eerdere literaire werken, tenzij het erg voor de hand liggend is. Je moet
eerst een definitie uit kunnen leggen en daarna kan je voorbeelden geven, maar je mag
nooit d.m.v. voorbeelden de betekenis uitleggen.
Een of twee passende referentie(s) per variabele.
Stel nou dat er meerdere definities bestaan over de variabele in de literatuur. Je gaat dan de
grootste verschillenen onderzoeken tussen de verschillende namen. Je eindigt met een definitie
die het meest overeenkomt tussen de variabelen of je kiest 1 definitie die je verder uitwerkt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller frederiquemelis1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.