,Werkcollege 1 – Fysiologie & Pathofysiologie
Bloed
Bloed bestaat uit de volgende samenstelling:
• Cellen
o Rode bloedcel, erythrocyten. Voor O2 en CO2
transport.
o Witte bloedcel, leukocyten. Voor de afweer,
ontsteking en opruiming.
§ Neutrofiel
§ Lymfocyt
§ Eosinofiel
§ Basofiel
§ Monocyt
o Bloedplaatjes, trombocyten. Voor de stolling.
• Vloeistof
o Plasma. Voor het transport van opgeloste bestanddelen.
Anatomie en functie slagaders en aders
De bloedvaten hebben drie lagen:
- Tunica intima (endotheel)
- Tunica media (spierlaag)
- Tunica externa
Het endotheel bevat kleppen in de aders, maar niet
in de slagaders. Deze kleppen zitten in de benen om
het bloed te weerhouden van het zakken.
Het endotheel speelt een rol bij de samentrekking.
Stikstof (NO) is de belangrijkste vaatverwijder. Als
het endotheel beschadigt is er afname van NO
productie wat zorgt voor vaatvernauwing.
Roken beschadigt het endotheel, omdat nicotine
effect heeft op het stikstofniveau.
De aanwezigheid van drie lagen zie je niet overal in het stelsel, zeker niet in de haarvaten.
Vene verschilt van arterie door:
• In vene:
o Minder uitgesproken media (de media is dikker in de arterie).
o Afwezigheid van externe lamina elastica (zie afbeelding).
• Endotheel:
o Aanwezigheid van kleppen in onderste lichaamshelft voor het voorkomen van
terugstroom van het bloed.
,Samentrekken (Vasomotor) activiteit van bloedvaten geïnitieerd door:
- Lokale mechanismen:
Endotheel functie is de stimulatie via allerlei mediatoren wat uiteindelijk zorgt voor
NO productie, een vasodilatator (vaatverwijder).
Het endotheel kan beschadigen door hypertensie (HT) en roken. Dit geeft een
veranderde flow (atherosclerose) en afname van NO productie en dus
vasoconstrictie (vaatvernauwing).
- Actie op afstand:
Door invloed van onwillekeurige zenuwstelsel. Sympathicus activiteit zorgt voor het
beïnvloeden van de vaattonus in het belang van de regulatie van de bloeddruk (RR).
Anatomie van het hart
Kleine en grote circulatie
Er is een gescheiden circulatie, met het rechter hart als pomp
(kleine circulatie), en het linker hart als pomp (grote circulatie).
Het rechterhart is het lagedruk systeem. De typische RR is 35/5
mmHg.
Het linkerhart is het hogedruk systeem. De typische RR is 120/5
mmHg.
à Hoeveelheid bloed is hetzelfde, maar de druk is verschillend.
Circulatie is een enorme lengte van verschillende kalibers van
bloedvaten. Ieder met een specifieke functie.
Het grootste compartiment is het capillair vaatbed, uitwisseling
van stoffen naar en van de cel.
Een arterie is nooit leeg, er is altijd druk. In het hart is de druk heel
laag. Het is essentieel voor het hart dat de druk soms bijna nul is,
dan wordt het hart zelf van zuurstof voorzien.
, Het linker hart is gespierd, het rechterhart is dat vele male minder.
Problemen alleen aan het rechterhart kan bijvoorbeeld komen door problemen in de longen.
Als het linkerhart problemen krijgt door bijvoorbeeld hoge bloeddruk, dan moet dat hart dat
opnemen. De dikte van de spier neemt dan enorm toe (kan verdubbelen). De druk in het
hart neemt toe. Dat wordt voorgeleid naar het rechtersysteem. Omdat het rechterhart dit
misschien niet aan kan, door het zwakker zijn, kan het rechterhart ook problemen krijgen.
Hartcyclus
• Diastole
o Diastole is de naam van de fase waarin de hartkamers
(ventrikels) zich ontspannen en vollopen met bloed.
o Is ook de fase waarin het myocard (spiermassa van het hart) van
bloed wordt voorzien.
• Systole
o De systole is de naam van de fase waarin – onder invloed van
elektrische prikkels – de wanden van de hartkamers (ventrikels)
zich samentrekken en bloed in de bloedsomloop wordt gebracht.
Diastole/Relaxatie fase: hart heeft het bloed uitgepompt en is leeg. Er is een
passieve instroom van bloed in de kamers.
Systole fase: de dikke spierwanden gaan zich aanspannen. Als de druk hoog genoeg is gaan
de kleppen open en stroomt het bloed de kamers uit. Als er problemen zijn met de kleppen
zie je problemen met de doorstroom.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TessaFaber. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.06. You're not tied to anything after your purchase.