Toetsstof rekenen vakdidactiek thema 1, Pabo 1 samengevat
De Nieuwste Pabo
van Zanten, M., Van den Brom-Snijders, P., & Bruin-Muurling, G.
Hele getallen. Reken-wiskundedidactiek. Amersfoort:
ThiemeMeulenhoff
De start van groep 3 in de nieuwe rekenmethoden ligt op een hoger niveau dan in de oudere
methoden, omdat er eind groep 2 meer van de kinderen wordt gevraagd dan voorheen.
Leerkrachten in groep 1 en 2 werken er hard aan om die doelen te halen. Veel doelen
worden met gemak gehaald.
Twee doelen worden vaak niet gehaald en zijn wel van groot belang voor een goede start
van het rekenonderwijs in groep 3:
• Splitsproblemen zelfstandig kunnen oplossen en kunnen tekenen
• In een keer, zónder te tellen, hoeveelheden t/m 6 kunnen overzien.
Zit er niet meteen bovenop als het niet goed gaat, ze mogen fouten maken.
In groep 2 komen splitsproblemen aan de orde met behulp van de vertaalcirkel.
Kinderen die binnenkomen in groep 1 kunnen niet allemaal meteen een hoeveelheid van 6
(blokjes, stippen, kastanjes, enzovoort) overzien. Eind groep 2 wordt wel van de kinderen
verwacht dat ze dit zonder te tellen kunnen overzien.
Eerst leren de kinderen om kleine hoeveelheden te overzien: 2 of 3. Als kinderen nog tellen
bij 2 of 3, heeft het geen zin om met grotere hoeveelheden te gaan werken.
Het is makkelijker om te werken mét een structuur dan zonder. Bied de hoeveelheden eerst
aan in een structuur (dobbelsteen, eierdoos) en pas daarna ongestructureerd.
Het nieuwe in groep 3 is dat het splitsschema erbij komt: de kinderen leren een splitsing in
een splitsschema te zetten. In groep 3 leren ze verhalen te bedenken bij een splitsing en
leren ze zonder tellen alle splitsingen tot en met 10 uit te rekenen. In het begin van het jaar
mogen de kinderen nog blokjes of een splitsstrook gebruiken.
Rekenspelletjes:
- De kaartenlijn:
Maak met de leerlingen een kaartenlijn met getallen t/m 20. Laat de leerlingen de
kaartjes in de goede volgorde leggen, als alle leerlingen hun ogen dicht doen, draai
dan een kaartje om en vraag welk getal er ontbreekt.
- Hoeveel jaar ben jij nou?
Laat op je vingers zien hoe oud je bent. De juf controleert dit en loopt naar het kind
toe en vraagt om zijn vingers hardop te tellen.
Tijdens een rekeninstructie is voordoen-nadoen meestal niet de beste manier om de
leerlingen aan het denken te zetten, behalve als het gaat om de taal die nodig is om te leren
rekenen.
1
, Laat de kinderen vertellen hoe ze hebben gedacht en tot een antwoord zijn gekomen.
Herhaal de oplossing van de kinderen en geef een compliment. Het is belangrijk om naar de
aanpak van de kinderen te vragen. Kinderen doen dit vaak in halve zinnen of korte woorden.
Neem geen genoegen met onvolledige taal, probeer elke keer ‘rekentaal’ te herformuleren.
Stappenplan, vier vragen als rekentaal:
• Wat is het doel van de opgave?
• Welke denkstappen zou de leerling bij het oplossen kunnen maken?
• Welke taal is nodig voor deze denkstappen?
• Welke talige ondersteuning kan ik als leraar geven om leerlingen deze denkstappen
te laten maken?
Scaffolding-strategieën ter bevordering van taalontwikkeling voor rekenen-wiskunde:
- Herformuleren van leerling-uitingen;
- Verwijzen naar de benodigde denkstappen;
- Verwijzen naar of herinneren aan specifieke woorden en formuleringen;
- Vragen om gesproken of geschreven taal te verbeteren;
- Correcte taaluitingen herhalen;
- Leerlingen aanmoedigen om zelfstandig de talige denkstappen te verwoorden.
Door de inzet van deze scaffolding-strategieën kunnen leerlingen zich de taal binnen een
bepaald domein eigen maken, waardoor zij de denkstappen kunnen zetten om een
specifieke opgave op te lossen.
Om goed te kunnen rekenen moet de leerkracht:
- Zelf beschikken over voldoende niveau van rekenvaardigheid en gecijferdheid
(verschillende aanpakken beheersen en ziet onderlinge verbanden).
- Hij moet reken-wiskunde betekenis kunnen geven.
- Realiseren van oplossingsprocessen en niveauverhoging bij kinderen (duidelijke
tekening maken).
- De leerkracht moet het wiskundig denken van kinderen kunnen bevorderen
(probleem oplossen/redeneren).
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisabercx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.37. You're not tied to anything after your purchase.