Uitwerking van de hoorcolleges van het vak Belastingrecht. Dit vak wordt gegeven in blok 1 van de minor Bedrijfsjurist aan de Juridische Hogeschool Avans- Fontys. Zelf heb ik het vak afgerond met een 7,3!
Wat is het verschil tussen belasting en retributie?
- Retributie betaal je voor een bepaalde specifieke dienst die je bij de overheid
afneemt. Voorbeeld is het aanvragen van een paspoort.
- Belasting betaal je zonder een specifieke dienst.
Waarom belasting?
- Van de inkomsten uit belasting betaalt de overheid uitkeringen etc.
- Wordt gebruikt om men te sturen dan wel ongewenst gedrag te reguleren.
Voorbeeld is het heffen van accijns op sigaretten en alcohol. Dit moet mensen
weerhouden om te gaan roken.
Het belastingrecht valt onder het publieksrecht meer specifiek het bestuursrecht. Dit
betekent dat er sprake is van de geleden normstelling. Je moet dus kijken naar de
formele wetten, de AMvB’s en de ministeriele regelingen (er zijn ook internationale
verdragen, maar daar kijken we bij dit vak niet naar).
4 thema’s die je jezelf altijd moet afvragen:
- Wie moet er belasting betalen? (subject)
- Waarover moet er belasting worden betaald? (object)
- Hoeveel belasting moet er betaald worden? (tarief)
- Hoe moet de belasting worden betaald?
Soorten belasting:
- Directe en indirecte belastingen.
o Bij een directe belasting is degene die belastingplichtig is ook degene
die het in de portemonnee voelt. Een voorbeeld is een loonbelasting.
Deze wordt weliswaar afgegeven door de werkgever, maar ik als
werknemer ben de belastingplichtige en ik voel het in mijn
portemonnee.
o Een indirecte belasting is bijvoorbeeld BTW. De winkelier is de
belastingplichtige, maar de klant voelt het in zijn portemonnee. Dit komt
doordat de winkelier dit doorrekent in de productprijzen.
- Tijdstip- en tijdvakbelastingen.
o Tijdstipbelasting is belasting welke je meteen betaalt. Een voorbeeld is
kansspelbelasting, dividendbelasting en overdrachtsbelasting.
o Tijdvakbelasting is belasting welke je op een moment over een
bepaalde periode (tijdvak) betaalt. Voorbeelden zijn belastingaangifte,
loonbelasting en omzetbelasting. De meeste belastingen zijn dus ook
tijdvakbelastingen.
- Aanslag- en aangiftebelastingen.
o Aanslagbelasting: voorbeeld inkomstenbelasting. Ik moet op enig
moment een aangifte doen waarbij ik aangeef wat ik aan inkomsten
genereer en wat ik aan vermogen heb, dit controleert de
belastinginspecteur en die stelt vervolgens de belastingaanslag vast.
, o Aangiftebelasting: je berekent zelf wat je aan belasting moet betalen.
Dat maak je ook meteen over tegelijk met dat je de aangifte doet. De
belastinginspecteur komt hier dus niet bij kijken. Voorbeelden zijn
omzetbelasting en loonbelasting.
- Subjectieve en objectieve belastingen.
o Subjectieve belastingen: er wordt gekeken naar de persoonlijke
omstandigheden en aan de hand daarvan wordt betaald hoeveel
belasting je moet betalen. Een voorbeeld is inkomstenbelasting. Er
wordt gekeken naar de verschillende aftrekposten, wat je verdient etc.
o Objectieve belastingen: belastingen die voor iedereen gelijk zijn.
Voorbeelden zijn accijns, BTW en overdrachtsbelasting.
AWR-basisbegrippen:
In de AWR staan de formele regels betreffende het belastingrecht. Indien je het hier
niet in vindt, val je terug op de Awb. Bij bezwaar kijk je bijvoorbeeld in de Awb, omdat
dit niet wordt geregeld in de AWR.
- Belastingaanslag:
o Art. 2 lid 3 sub e Awr: daaronder valt de voorlopige aanslag, de
(definitieve) aanslag, de navorderingsaanslag en de naheffingsaanslag.
Voor het indienen van je definitieve aanslag kan je een
voorlopige aanslag aanvragen. Je loopt dan vooruit op de
definitieve aanslag. Je krijgt het geld dan eerder
De belastinginspecteur kan erachter komen dat hij te veel geld
heeft teruggegeven, bijvoorbeeld als er verkeerde aftrekposten
zijn doorgegeven. De belastinginspecteur kan dan nog 5 jaar na
die definitieve aanslag een navorderingsaanslag indienen, maar
er moet wel een aanleiding zijn (een nieuw feit waar de
belastingdienst nog niet van op de hoogte was; art. 16 Awr).
Naheffingsaanslag is van toepassing op belastingen waar jezelf
de aangifte doet. Voorbeeld omzetbelasting als je het niet goed
berekend hebt.
- Basis partnerbegrip:
o Art. 5a AWR: een partner is in de zin van de AWR de echtgenoot,
geregistreerd partner of samenwoont op basis van een notarieel
samenlevingscontract.
- Woonplaats
o Art. 4 AWR jo. 11 Uitvoeringsregeling belastingdienst 2003: wordt
bepaald aan de hand van de feitelijke omstandigheden.
AWR:
- Aangifte
o Een schriftelijke of digitale opgave door een burger of een lichaam van
de belastbare feiten die voor belastingheffing van belang zijn
o Art. 6 AWR: Iedereen hoort een uitnodiging tot het doen van een
aangifte te krijgen.
Art. 6 lid 3 AWR jo. art. 2 lid 1 Uitvoerings: als je de uitnodiging
niet krijgt, maar je bent wel belastingplichtig, moet je binnen 6
, maanden alsnog zelf het verzoek indienen. Dit is een vangnet,
omdat het systeem niet waterdicht is en er altijd mensen zullen
zijn die geen uitnodiging krijgen. Als je je niet meldt binnen die 6
maanden moet je je melden bij de belasting en gaat de
belastinginspecteur het inkomsten schatten.
o ‘Duidelijk, stellig en zonder voorbehoud’ alles moet kloppen, zie art.
8 AWR
- Aanslagbelastingen (art. 11 e.v. AWR)
o Na controle aangifte volgt een aanslag
o Dan betalen
o Navorderingsaanslag (nieuw feit)
- Aangiftebelastingen (art. 19 e.v. AWR)
o Gelijk met aangifte betalen
o Naheffingsaanslag
AWR:
- Bezwaar
o Bij de Inspecteur
- Beroep
o Bij de Rechtbank
- Hoger beroep
o Bij het Gerechtshof
- Cassatie
o Bij de Hoge raad
AWR:
- Verplichtingen
o Aangifteplicht
o Informatieplicht met betrekking tot eigen aangifte; art. 10a AWR jo. 47
AWR.
o Informatieplicht met betrekking tot heffing bij derden (bijv. werkgever,
financieel adviseur); art. 53 AWR.
Uitzondering: advocaten hebben verschoningsrecht en hoeven
op grond van art. 53a AWR geen informatie te delen over een
aangifte van een cliënt van hem.
o Informatiebeschikking: middels een informatiebeschikking kan een
belastinginspecteur meer informatie vragen. Dus alleen met een
officieel besluit ben je verplicht om informatie af te staan.
Waarom? Dan zijn er bezwaar- en beroepsmogelijkheden.
- Bewijslastverdeling
o Als de fiscus stelt dat er meer inkomsten zijn dan zijn aangegeven, dan
moet de fiscus dat aantonen. In bijzondere situaties kan de rechter de
bewijslast omkeren. Dan moet ik dus aantonen dat ik bepaalde
inkomsten niet genoten heb.
o Daarnaast moet jij als je stelt dat er meer aftrekposten zijn dat
bewijzen. Ook deze bewijslast kan worden omgekeerd in bijzondere
gevallen.
- Ambtshalve vermindering; art. 21k AWR.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijnsteenis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.