Samenvatting Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen:
Boek: Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen: Een praktisch handboek voor het basisonderwijs.
Auteurs: Leony Coppens, Marthe Schneijderberg en Carina van Kregten.
Inleiding:
School kan voor getraumatiseerde kinderen een plek zijn waar ze zich veilig voelen en waar ze
vertrouwen in zichzelf en anderen ontwikkelen. In de praktijk komt een deel van deze kinderen echter
door hun gedragsproblemen op school vaak in een negatieve spiraal terecht die de
traumaproblematiek versterkt. Een ander deel valt niet direct op in de klas, maar profiteert door hun
verhoogde stressniveau veel te weinig van de aangeboden lesstof en presteert ver onder niveau.
Het gedrag van getraumatiseerde kinderen is voor leerkrachten vaak moeilijk te begrijpen en kan bij
hen leiden tot gevoelens van machteloosheid en frustratie.
Traumasensitief onderwijs wordt gekenmerkt door zeven essentiële elementen:
1. Kennis over trauma.
2. De traumabril; de onzichtbare koffer en de cognitieve driehoek.
3. Veiligheid en vertrouwen
4. Stabiele relaties
5. Zelfregulatie
6. Samenwerken
7. Zorgen voor jezelf
Het vergroten van veerkracht van getraumatiseerde kinderen staat hierin centraal.
Hoofdstuk 1: Trauma en veerkracht bij kinderen
1.1. Trauma
Een gebeurtenis is pas traumatisch als iemand er langere tijd last van blijft houden. Niet elke
ingrijpende gebeurtenis leidt tot een trauma.
Risicofactoren op het ontwikkelen van traumaklachten:
- Jonge kinderen en kinderen (en volwassenen) met een verstandelijke beperking lopen meer risico op
zowel het meemaken van schokkende gebeurtenissen als het ontwikkelen van traumaklachten als
gevolg hiervan.
- Een voorgeschiedenis van stressvolle en traumatische ervaringen; als iemand al meerdere
ingrijpende ervaringen heeft gehad, is de kans groter dat je na een volgende gebeurtenis
traumatische klachten ontwikkelt.
- De aard van de gebeurtenis: Het meemaken van een interpersoonlijke gewelddadige gebeurtenis
(geweld tussen mensen) brengt extra risico met zich mee.
- Het (dreigende) verlies van of verraad door een hechtingsfiguur.
- Het ontbreken van sociale steun vergroot het risico op trauma.
Een belangrijke factor is de steun die een kind wel of niet krijgt ná de ingrijpende gebeurtenis.
1.2 Veerkracht
Veerkracht: Een positieve, passende reactie op stressvolle omstandigheden. Veerkracht helpt
kinderen om traumatische gebeurtenissen goed te verwerken.
Ieder kind kan meer veerkracht ontwikkelen; het ontwikkelt zich over een langere periode door de
ervaringen die een kind opdoet.
Hoe kunnen we veerkracht beïnvloeden:
- Het ontwikkelen van ondersteunende relaties met betrouwbare volwassenen.
- Het opbouwen en vergroten van een gevoel van controle en zelfeffectiviteit.
- Het versterken van zelfregulatie en aanpassingsvaardigheden.
- Het gevoel hebben ergens bij te horen (bij een klas, familie, club, gemeenschap of groep).
- Het mobiliseren van bronnen van geloof, hoop, toekomstperspectief en culturele tradities.
1
,1.3 Verschillende vormen van trauma
1. Enkelvoudig trauma: Enkelvoudige gebeurtenis.
2. Meervoudig/chronisch trauma: Het meemaken van meerdere gebeurtenissen gedurende een
langere periode.
3. Interpersoonlijke traumatisering: Wanneer kinderen getuige of slachtoffer zijn van geweld tussen
personen, evenals in situaties waarin de volwassenen juist bepaalde handelingen achterwege laten
die van belang zijn voor de veiligheid van een kind, zoals bij fysieke of emotionele verwaarlozing.
Vergroot het risico om uiteenlopende traumagerelateerde klachten te ontwikkelen, vooral als ze
veroorzaakt zijn door de primaire verzorgers.
- Kinderen zijn namelijk nog sterk afhankelijk van volwassenen voor het reguleren van hun emoties
(co-regulatie) en het verwerken en begrijpen van alles wat ze meemaken. Jonge kinderen kunnen
hun eigen emoties nog niet reguleren, waardoor hun stressniveau hoog blijft en ze de ouders als
onveilig gaan ervaren, aangezien zij geen steun of troost bieden.
= vroegkinderlijke chronische traumatisering/complex trauma.
1.4 Onderzoek naar ingrijpende gebeurtenissen bij basisschool leerlingen
Ingrijpende jeugdervaringen worden ook wel Adverse Childhood Experiences (ACE’s) genoemd.
Onderzoeksresultaten:
1. Uit het onderzoek ‘Ik heb al veel meegemaakt’ in 2016 komt naar voren dat de meeste negatieve
jeugdervaringen niet op zichzelf staan maar vaak juist in combinatie voorkomen. Iedere ingrijpende
gebeurtenis heeft een negatieve invloed.
Kinderen die twee of meer ingrijpende gebeurtenissen hebben meegemaakt, voelen zich
aanzienlijk minder fit en gezond dan het (landelijk) gemiddelde van hun leeftijdsgenoten.
2. Target 4 (2017): Dit onderzoek was gericht op speciaal onderwijs (cluster 4). Het onderzoek wees
uit dat leerlingen gemiddeld 7 ingrijpende ervaringen hebben meegemaakt. Driekwart (76,5 %) van
de leerlingen gaf aan gemiddeld vier verschillende soorten ingrijpende ervaringen met zich mee te
dragen. Ook ruim 63 % van de ouders geeft aan zelf vier of meer ingrijpende ervaringen te hebben
meegemaakt.
3. Traumasensitief onderwijs: implementatie van een traumasensitief klimaat in scholen door
professionalisering van leerkrachten (2018): Uit dit onderzoek blijkt dat 1% geen ingrijpende
gebeurtenissen rapporteert, 29% rapporteert een tot drie ingrijpende gebeurtenissen en 70% vier of
meer.
Het is uitzonderlijk als een leerling van het speciaal onderwijs géén ingrijpende ervaring heeft
meegemaakt.
1.5 Welk gedrag kunnen getraumatiseerde kinderen laten zien?
Getraumatiseerde kinderen laten heel verschillend gedrag zien. Het gedrag gaat van veel
externaliserend gedrag (ruzie zoeken) naar niet willen opvallen. Kinderen kunnen ook erg hun best
doen om niets te laten merken.
Traumareacties zijn normale reacties op buitengewone gebeurtenissen.
Probeer het gedrag dat een kind vertoont in eerste instantie te begrijpen in het licht van wat hij heeft
meegemaakt of nog meemaakt (= traumabril). Door te kijken via de traumabril kan je het gedrag van
een kind beter begrijpen en zelf anders reageren.
Vraag jezelf af hoe het gedrag van een kind te verklaren is vanuit de gebeurtenissen en
omstandigheden die hij/zij heeft meegemaakt is essentieel. Stel de vraag: ‘Wat heeft het kind
meegemaakt?’ in plaats van ‘Wat is er met dit kind aan de hand?’.
2
, 1.6 Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
Posttraumatische stressreacties: Normale reacties op abnormale omstandigheden.
Belangrijkste kenmerken van PTSS bij kinderen:
1. Stressreacties die samenhangen met de traumatische gebeurtenis(sen): Overvallen worden met
nare herinneringen aan de gebeurtenis door bijvoorbeeld een geluid of geur. De herinnering kan
zo heftig zijn dat het voor het kind voelt alsof hij zich nog in de bedreigende situatie bevindt of
alsof hij de situatie herbeleeft. De opdringerige herinneringen of herbelevingen kunnen spontaan
ontstaan of een reactie zijn op een trigger. Een kind kan ook dissociëren; zich minder bewust zijn
van wat er om hem heen gebeurt.
2. Vermijding van prikkels die aan de gebeurtenissen doen denken: Het uit de weg gaan van
herinneringen, plekken of situaties. Ook kan een kind relaties met volwassenen uit de weg gaan,
omdat een volwassene wordt geassocieerd met een gevoel van onveiligheid.
3. Negatieve overtuigingen, gedachten en gevoelens: Het geloven in negatieve dingen over zichzelf
en anderen. Het onverschillig reageren als ze iets speciaal mogen doen, boos worden als ze in het
zonnetje worden gezet of minder plezier hebben in activiteiten.
4. Verhoogde spanning: Kinderen kunnen erg prikkelbaar zijn en snel woede-uitbarstingen hebben. Ze
kunnen voortdurend heel alert zijn op alles wat er om hen heen plaatsvindt. Ook kunnen ze
schrikachtig reageren of zichzelf opzettelijk pijn doen. Een verhoogde spanning kan ook tot uiting
komen in een hele afwezige blik en afgesloten houding.
Na meerdere schokkende gebeurtenissen of ernstig stressvolle omstandigheden zijn de klachten
van kinderen vaan diffuser, waardoor ze niet voldoen aan de criteria van PTSS. Kinderen vertonen
in hun gedrag kenmerken van andere stoornissen, zoals: ADHD, ASS of een angststoornis.
Symptomen die kinderen laten zien na (chronische) interpersoonlijke traumatisering reiken meestal
verder dan de hierboven beschreven PTSS-symptomen. Denk aan:
- Problemen op het gebied van zelfregulatie.
- Problemen in de aandacht en bewustzijn.
- Moeilijkheden in het aangaan en onderhouden van relaties (gehechtheid).
- Problemen in de fysieke gezondheid.
- Moeilijkheden rondom overtuigingen over jezelf, de ander en de wereld om hen heen.
Hoofdstuk 2: Mogelijke oorzaken van trauma
2.1 Optelsom van stressoren
Trauma kan veroorzaakt worden door opzichzelfstaande heftige gebeurtenissen, maar veel vaker is er
sprake van een optelsom van stressoren.
Het gaat om gebeurtenissen die traumatisch kunnen zijn, maar het kan ook gaan om
gebeurtenissen en omstandigheden die ertoe leiden dat de veerkracht bij een kind afneemt,
waardoor ingrijpende gebeurtenissen minder goed verwerkt kunnen worden. Dit heeft
traumagerelateerde problemen tot gevolg.
Vooral de combinatie van stressoren zoals armoede, racisme en geweld heeft een langdurig negatief
effect op de ontwikkeling, het gedrag en de gezondheid van kinderen.
Kinderen kunnen ook buiten de eigen gezinssituatie ingrijpende en stressvolle ervaringen meemaken
die negatieve gevolgen hebben op de lange termijn.
2.2 Trauma door kindermishandeling
Ruim 3% van alle kinderen (gemiddeld één kind per schoolklas) heeft te maken met
kindermishandeling.
Kindermishandeling: Elek vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van
fysiek, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de
minderjarige in een relatie van afhankelijk of onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chinoukswinkels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.74. You're not tied to anything after your purchase.