Jurisprudentiebundel:
- Vrij verkeer van goederen: p. 5-44
Onderscheid materieel en formeel
Materieel EU-Recht → Interne markt en mededing recht (Week 1 t/m 4)
Formeel EU-Recht → Besluitvorming en rechtsbescherming (Week 5 t/m 7)
Het rechtssysteem van de Europese Unie bestaat uit drie actoren (een gelaagde structuur), namelijk:
1. De Europese instellingen
• Dit zijn instellingen die zijn opgericht op grond van het recht van de Europese Unie
2. De lidstaten
• Dit omvat alle actoren die onderdeel zijn van de lidstaat, zoals de (centrale) regering
3. Particulieren
• Dit zijn alle natuurlijke- en rechtspersonen
3 karakteristieken van het EU-Recht → De typerende eigenschappen van het EU-recht
1. Gelaagde structuur
▪ primair recht (→ Ligt de focus op)
- EU-verdragen, zoals het EU-verdrag, Werkingsverdrag en het Handvest
- Vormen de hoogste bron van EU-recht.
- Soort van EU Grondwet. Het is geen Grondwet, maar zo kun je het ongeveer
wel zien.
- VEU en VWEU
- De verdragen spelen een veel belangrijke rol in de dagelijkse praktijk, dit
komt met name omdat de regels over de interne markt en het
mededingingsrecht in de verdragen zijn opgenomen.
- De verdragen vormen de hoogste bron van EU-recht
- Het primaire recht bevat ook algemene beginselen, het Handvest en de
uitlegging van de Verdragen door het Hof van Justitie.
▪ secundair recht (= tertiaire wetgeving)
- Nodig om de brede en abstracte beginselen in de Verdragen te
operationaliseren.
- Bestaat uit verordeningen, richtlijnen en besluiten
2. Veel open normen en sterke focus op rechtspraak: voornamelijk “rechtersrecht”
▪ In vergelijking met veel Nederlands rechtelijke vakken veel meer nadruk op
jurisprudentiebundel
- Echt de nadruk op de jurisprudentiebundel! → Goed de rechtsregels van alle
arresten weten. De JP-bundel mag je meenemen naar het tentamen.
1
,Recht van de EU – Hoorcolleges
3. Verdragsherzieningen en bijbehorende her nummering van de Verdragen (→
Concordantietabellen)
▪ VE en VWEU zijn her nummert → Op Brightspace staat schema met de her-
nummering.
Soevereiniteit = Het recht van een bestuursorgaan om het hoogste gezag uit te oefenen zonder dat
verantwoording is verschuldigd aan een ander orgaan.
→ Landen zijn soeverein wat betreft internationale betrekkingen, maar dragen een deel van hun
soevereiniteit over aan internationale / Europese organisaties. Denk bijvoorbeeld aan de Verenigde
Naties (VN), Unicef, Europees Parlement etc.
Zie week 5 voor de specifieke bevoegdheden van de instellingen van de Europese Unie.
De interne markt: Wat en Waarom?
Wat is de interne markt?
Art. 26 lid 2 VWEU: De interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije
verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen van de
Verdragen.
- Het gaat om; een ruimte zonder binnengrenzen
o Voorbeeld: Als je een persoon bent en je wilt naar een ander EU land verhuizen / op
vakantie, dan mag je geen last hebben van de binnengrenzen van de Europese Unie.
Waarden en beginselen van de interne markt
Art. 3 lid 3 VEU → Samengevat → Duurzame ontwikkeling, bevordert wetenschappelijke en
technische vooruitgang, bestrijdt sociale uitsluiting en discriminatie, bevordert sociale
rechtvaardigheid en bescherming, etc.
- Van belang; de interne markt moet niet alleen gaan over vrije handel, het gaat ook om allerlei
niet economische waarden (milieubescherming / sociale vooruitgang).
o Het moet dus ook rekening houden met andere doelstellingen, niet alleen de interne
markt.
Waarom hebben we een interne markt? (De doelen van de interne markt)
Artikel 1 → Dit Verdrag markeert een nieuwe etappe in het proces van totstandbrenging van een
steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa, waarin de besluiten in zo groot mogelijke
openheid en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen.
Artikel 3 lid 1 → De Unie heeft als doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te
bevorderen
Waaruit bestaat de interne markt
1. Vrij verkeer van;
1. Vrij verkeer van goederen: art. 30, 34–36 en 110 VWEU
2. Vrij verkeer van personen
A. Werknemers: art. 45 VWEU
B. Zelfstandigen en bedrijven: art. 49 VWEU
3. Vrij verkeer van diensten: art. 56–62 VWEU
4. Vrij verkeer van kapitaal: art. 63–65 VWEU
2. Unieburgerschap: artt. 20 en 21 VWEU
- Mededingingsregels
3. Een systeem van onvervalste mededinging: artt. 101–109 VWEU en protocol 27
2
, Recht van de EU – Hoorcolleges
De vier vrijheden hebben in principe twee doelen, namelijk;
1. Het tot stand brengen van een interne markt; en
2. Het creëren van een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa
Om te begrijpen hoe deze doelen worden bereikt door middel van de 4 vrijheden, moeten we 2
begrippen bestuderen;
- Discriminatie
= een maatregel die expliciet onderscheid maakt tussen binnenlandse en ingevoerde
producten / diensten / werknemers
o Openlijke discriminatie
= bijv. wanneer een maatregel direct onderscheid maakt tussen binnenlandse
producten en ingevoerde producten.
o Verkapte discriminatie
=niet direct onderscheid, maar waarbij de maatregel de ingevoerde producten /
diensten / werknemers alsnog belemmert (bijv. taaleis)
- Beperking
Denk bijv. aan een kwantitatieve beperking en maatregelen van gelijke werking.
Positieve en negatieve integratie
Integratie is het bijeenbrengen van afzonderlijke delen onder een gemeenschappelijke noemer. Of te
wel, het maken van of opnemen in een groter geheel. Denk bijv. aan het maken van een stikstof
regeling die in alle EU-lidstaten hetzelfde is. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
Negatieve integratie: de verboden in het Verdrag (VWEU)
Negatieve integratie wordt nagestreefd door regels van lidstaten die het vrije verkeer belemmeren te
verbieden.
- De Verdragen vertellen lidstaten (en soms particulieren) door middel van de verboden wat ze
niet mogen doen
▪ Je mag bijv. het vrij verkeer van werknemers niet beperken.
- Focus op nationale regelgeving die het functioneren van de interne markt belemmert
Er zijn 2 soorten verboden, namelijk: verkeersvrijheden en het mededingingsregime
- Verkeersvrijheden richten zich tot de lidstaten. Het zijn wetten die het verbieden om het vrije
verkeer te belemmeren.
- Het mededingingsregime richt zich op ondernemingen. Het zijn verboden die worden
opgelegd aan ondernemingen.
Positieve integratie (ook wel; harmonisatie): secundair EU-recht
Positieve integratie wordt nagestreefd door het vervangen van verschillende nationale regels door
één Europese norm. Het bestaat dus uit het vervangen van de onderlinge verschillende regels van
lidstaten door een uniforme Europese regel.
- Nationale regelgeving wordt vervangen door uniforme EU-standaarden
- Focus op EU-regels die het functioneren van de interne markt bevorderen
- De lidstaten moeten tot handelen overgaan, ze moeten zich niet van het handelen
onthouden.
Voorbeelden van harmonisatie: Richtlijnen / verordeningen / besluiten
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anniekdeswart. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.08. You're not tied to anything after your purchase.