Methodologie → het proces tussen een wetenschappelijke vraag en het antwoord daarop
Niet over het onderwerp van het onderzoek of de details van het veldwerk
Wel over hoe je onderzoek doet op zo’n manier dat je betrouwbare kennis genereert
- Wat is wetenschappelijk goed onderzocht?
- Welke wetenschappelijke benadering maakt een claim acceptabel?
- Hoe kun je een hypothese zelf onderbouwen met gegevens?
-
Onderzoek resulteert in gegevens (data), die beschouw je objectief
Variabiliteit bemoeilijkt objectiviteit → iedereen is verschillend
→ door de meetmethode kunnen er verschillende resultaten zijn
→ je kunt ze niet allemaal (niet alles/iedereen) meten
→ veel factoren tegelijk door elkaar heen (meerdere invloeden)
Kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden:
- Kwantitatief Gericht op bevestiging of ontkrachting van een onderzoekshypothese
Onderzoeksvragen met een gesloten karakter
Statistiek is de scheidsrechter
- Meting levert getal op (of wordt via protocol omgezet in getal); rol van onderzoeker
(idealiter) minimaal
-
“Is verstrekken van gratis condooms effectief in de bestrijding van
HIV-infecties in Malawi?”
- Noemen we in gzw Epidemiologie (wetenschap die zich bezighoudt met onderzoek naar
gezondheid en ziekte bij mensen)
- Kwalitatief Vaak gericht op het waarom en hoe van menselijk gedrag
Onderzoeksvragen met een open karakter
- Interviews, focusgroepen, observaties; onderzoeker is onderdeel van metingen
- “Wat zijn voor jonge mannen uit Lilongwe (Malawi) redenen om in
te gaan op een aanbod van gratis condooms?”
Overeenkomsten: Benadering is systematisch
Volgorde: onderzoeksvraag → gegevensverzameling → analyse → rapportage
Epidemiologie:
- Beschrijvende epidemiologie (bv hoe vaak komt ‘ziekte’ voor)
- Verklarende epidemiologie (verbanden tussen 2 factoren)
Populatie: onderzoek vindt plaats aan een steekproef van proefpersonen die model staan voor een populatie
Altijd mate van onzekerheid bij!
Populatie = doelpopulatie
Streekproef = onderzoekspopulatie (geeft beeld van doelpopulatie)
Metingen
- Continue kenmerken
- Metingen hebben een af te ronden getalswaarde, heel veel mogelijkheden
- Lengte, BMI, Bloeddruk, Energie-inname
, - Dichotome kenmerken
- Er zijn maar twee mogelijkheden
- Geslacht (man/vrouw), ziekte (ziek/gezond), sterfte (levend/dood)
Locatie- en spreidingsmaten → samenvatten in één getal
Gemiddelde voor lokatie (CD4-count ligt doorgaans rond 770)
Standaardafwijking of -deviatie voor spreiding
(doorgaans zitten proefpersonen daar ong 160 cellen vanaf)
Mediaan = middelste waarde, als je metingen van laag naar hoog ordent
Bij uitschieters ‘karakteristieker’ dan gemiddelde waarde
Modus = meest voorkomende waarde (handig als er niet zoveel uitkomstmogelijkheden zijn)
Gebruiken vaak gemiddelde, de andere twee zijn statistisch minder bruikbaar
Bij dichotome kenmerken doe je het meestal met een percentage (dus bv 20% is man)
Zo is de omvang van het ‘probleem’ goed te bepalen
Epidemiologische breuk:
Vóórkomen van ziekte wordt op drie manieren weergegeven:
Prevalentie → Poportie bestaande gevallen van een ziekte of aandoening
Hoeveel mensen zijn er op dit moment ziek
- Aantal gevallen, gedeeld door omvang populatie
- Mogelijke waarde tussen 0 en 1 (of o en 100%
- Puntprevalentie: als je transversaal meet
- Interpretatie: wat is op dit moment de prevalentie
- Periodeprevalentie / lifetime prevalentie
- Probleem: aan begin van periode kan populatie anders zijn dan aan het einde
- In epidemiologisch onderzoek onderscheid tussen cohorten en
dynamische populatie (hier is het dynamische populatie)
Cumulatieve incidentie → Proportie nieuwe getallen binnen een gegeven periode
Hoeveel mensen zijn er in bepaalde tijd ziek geworden
- Als je al ziek bent, dan ben je niet at risk, dus wordt je niet meegenomen in de meting voor
cumulatieve incidentie
- Aantal nieuwe gevallen binnen periode, gedeeld door aantal deelnemers (v.a. begin periode)
- Goed toepasbaar bij zeldzame aandoeningen, maar bij bv verkoudheid over 2 jaar veel minder goed
- Tijd tot ontwikkelen ziekte wordt niet gebruikt, dus niet bruikbaar bij dynamische populatie
Incidentiedichtheid → Het aantal nieuwe gevallen per persoonstijd
Hoelang hebben die mensen rondgelopen voordat ze ziek werden
-
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritvangageldonk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.70. You're not tied to anything after your purchase.