Dit document bevat de recente examenvragen () + antwoorden van het vak 'de biosfeer: planten', gegeven in de 1ste bachelor geologie en de 2de bachelor geografie en geomatica. De veel voorkomende vragen zijn in het rood aangeduid.
TWIEOOS BIOSFEER PLANTEN
VEELGESTELDE VRAGEN
- Metamorfose (vooral reservestoffen) - Endozoölogie
- Wat eet je – vruchten etc herkennen - Triplosperm
- Cycli - Endokarp
➔ vooral Klaverbladvarens en Paardenstaart - Anemochorie
- Hyfen
ALGEMENE OPBOUW EXAMEN:
- Begrippen (10 ptn)
- Evolutie/cycli/metamorfose (15 ptn)
- Practicum gedeelte (tekening maken + afbeeldingen herkennen (op beide delen
mogelijk!))
TWIEOOS
EXAMEN 2023
1. Bespreek de verschillende metamorfosen van de basisorganen voor de opslag van
water en reservestoffen en geef bij elke metamorfose een voorbeeld (ook wat uitleggen
wat het kenmerk zowat is bv hypocotyl zwelt op) (15p)
- Autogene wortelknol bv zoete aardappel
- Allogene wortelknol m.b.v. stikstof-fixerende bacteriën bv zwarte els
- stengelknol bv aardappel (bijvraag hoe zie je het verschil tussen wortelknol en stengelknol?
stengelknol heeft katafyllen= bladeren en ogen=OK daarvan)
- hypocotylknol (wortelhals= overgang wortel naar stengel) bv radijs
- knol met gemengde structuur bv biet
- bolschub en bolschijf bv ui (best tekenen en aanduiden wat de bolschijf en bolrokken zijn)
, - Rhizoom bv Gember
- succulent blad bv muurpeper
- stamsucculent bv meeste cactussen.
Vraag 2: Evolutie van de eicel bij alle grote groepen van landplanten (plaats in de plant,
beschermt door welke delen, enz.) (15p)
Bij de landplanten is vanaf hun ontstaan een van de belangrijke aanpassingen aan het landleven
geweest dat ze de spermacellen en eicellen beter gaan beschermen en dat deze worden gevormd in
een structuur met een dikke, uit cellen opgebouwde wand. In dit geval spreken we over gametangia:
het antheridium vormt en beschermt de zaadcellen, het archegonium vormt en beschermt de eicel, en
aangezien daarin ook de bevruchting gebeurt, ook de groeiende zygote.
Bij de Bryophyta gaat de gametofyt (mosplant) zich geslachtelijk voorplanten door mannelijke en
vrouwelijke geslachtsorganen te produceren. De bevruchte eicellen ontwikkelen zich vervolgens tot de
sporofyten, de diploïde gedaante of generatie, die de sporen vormt, die groeien op de gametofyt, de
haploïde gedaante of generatie, die de gameten vormt. Bij de sporen is er isosporie.
Bij de Lycophyta en de Monilophyta is het omgekeerd, de sporofyt groot en de gametofyt klein.
Bij enkele Varens en microfylle sporenplanten is de gametofyt zeer sterk verkleind, en ontwikkelt
intrasporaal (bijvraag bij welke varens hebben we dat gezien?). Dit gaat samen met ontwikkeling van
heterosporie vanaf de Salvines: er worden microsporen gevormd die elk tot 1 mannelijke gametofyt
uitgroeien, en macrosporen die elk 1 vrouwelijke gametofyt voortbrengen.
Bij de gymnospermen wordt het archegonium gereduceerd en verdwijnt het zelf. Bij de
Angiospermen wordt deze volledig vervangen door een embryozak. (Deze moeten uitgebreider maar
dit had ik zelf niet zo goed geleerd)
,(en ze vroeg mij of het intrasporaal was, want ja vanaf de gymnospermen of misschien al vanaf de
varens is het altijd intrasporaal waardoor er eig nog een betere bescherming is)
Eveneens vanaf de Gymnospermen zien we de evolutie van zoïdogamie (met geflagelleerde
antherozoïden of spermatozoïden) naar sifonogamie (waarbij twee niet-geflagelleerde mannelijke
gameten = de twee spermacellen, in een pollenbuis naar de eicel gebracht worden).
Vraag 3: Leg volgende begrippen kort uit (geen idee meer op hoeveel punten dit stond,
waarschijnlijk 10p)
● Sorus = groep van sporangia (= sporenvormend orgaan)
● Homologie = de organen hebben dezelfde oorsprong, maar hebben doorheen de
evolutie een andere functie en een ander uiterlijk gekregen
⇒ vb.: de loofbladeren van naaldbomen en loofbomen
● Synkarpie = vergroeiing van carpellen over de gehele zijkant
● Anemochorie = verbreiding van diasporen door de wind
● Endomycorrhiza = endosymbiose tussen funghi en vele landplanten, leven in de
wortelen vd PL, wordt zo beschermt tegen parasieten, in ruil geven PL beetje van
hun nutriënten
Vraag 4: Op 3 blinde prenten zoveel mogelijk aanduiden en zeggen wat het is en wat er
gebeurd + zeggen bij welk organisme en de hiërarchie. (15p)
De eerste afbeelding weet ik zelf niet wat het echt was, heb hem niet gevonden in de cursus maar
leek op iets van pollenkorrel denk ik
En dan waren het de levenscyclus afbeeldingen van de heermoes en de waterklaver.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manartahri. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.53. You're not tied to anything after your purchase.