100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Sociaal Wetenschappelijk Kader 4: Sociologisch denken (1000SWK418) $6.35   Add to cart

Summary

Samenvatting - Sociaal Wetenschappelijk Kader 4: Sociologisch denken (1000SWK418)

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document is een samenvatting te vinden van alle hoorcolleges + oefenvragen met antwoorden

Preview 3 out of 24  pages

  • September 11, 2024
  • 24
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Begrippenlijst
Sociologie -> Sociologie is de wetenschappelijke studie van de samenleving en het gedrag van
mensen binnen sociale contexten. Het richt zich op de structuur, ontwikkeling en werking van
menselijke samenlevingen, evenals de sociale relaties en interacties tussen individuen en groepen.
Sociologen onderzoeken hoe sociale, culturele, economische en politieke factoren invloed hebben op
het gedrag, de normen, waarden en instituties binnen een samenleving.

Belangrijke aspecten van sociologie zijn:
- Sociale Structuur: De georganiseerde patroon van sociale relaties en sociale instellingen die een
samenleving vormen. Dit omvat hiërarchieën, rollen, en institutionele structuren zoals familie,
onderwijs, religie, en de overheid.
- Sociale Interactie: De manieren waarop mensen met elkaar omgaan, communiceren en zich
gedragen binnen verschillende sociale contexten.
- Cultuur: De gedeelde normen, waarden, overtuigingen, en symbolen die een groep mensen
binden en hen onderscheiden van andere groepen.
- Socialisatie: Het proces waardoor individuen de normen, waarden, en gedragingen van hun
samenleving leren en internaliseren.
- Sociale Verandering: De dynamiek van veranderingen in sociale structuren en cultuur over tijd,
inclusief de oorzaken en gevolgen van deze veranderingen.
- Sociale Ongelijkheid: De ongelijke verdeling van middelen, rechten en privileges binnen een
samenleving, vaak onderzocht op basis van klasse, ras, geslacht, leeftijd, en andere sociale
categorieën.

Sociologen gebruiken verschillende methoden om data te verzamelen en te analyseren, waaronder
enquêtes, interviews, observaties, en statistische analyses. Het doel van sociologie is om een dieper en
systematisch begrip van de sociale wereld te ontwikkelen en om bij te dragen aan oplossingen voor
sociale problemen.

Het systematisch onderzoeken van samenleving
- Algemene patronen in gedrag
- Invloed samenleving op gedrag en andersom
- Sociologisch perspectief

Sociologisch perspectief -> vanuit een sociologisch perspectief wordt de maatschappij onderzocht
op de manier waarop mensen interacteren en hoe deze interacties structuren en culturen vormen. Niet
hoe, maar waarom.

Ontstaan sociologie
- Franse revolutie (1789): standenmaatschappij verdween
- Gevolgen Industriële Revolutie (19e eeuw)
o Arbeidsdeling
o Verstedelijking
- Verdwijnen kerkelijke macht: secularisering
- Samenleving werd complexer

Klassieke sociologen & kernbegrippen
(Niet alles uit het hoofd weten, alleen het herkennen)
Tönnies
- Van gemeinschaft naar gesellschaft
Marx
- Arbeidsdeling en vervreemding
Durkheim
- Het sociale als een eigensoortige werkelijkheid (alleen anders dan in een groep)
- Grenzen/voorwaarden individualisme
- Anomie -> ontstaan van wetteloosheid, toestand waarin onze normen en waarden vervagen
- Van mechanische naar organische solidariteit (mechanisch we moeten het met elkaar doen,
organisch voor wat komt wat)
Weber
- Rationalisering -> wetenschap belangrijker, geloof minder belangrijk
- De ‘onttovering’
- Waardevrijheid

,Vervreemding -> Vervreemding is een concept dat verwijst naar een gevoel van isolatie of
afstandelijkheid dat individuen kunnen ervaren in verschillende aspecten van hun leven. Dit gevoel kan
zich voordoen op persoonlijk, sociaal, economisch, of cultureel vlak. Het idee van vervreemding werd
uitgebreid bestudeerd door de Duitse filosoof Karl Marx, maar ook andere denkers hebben bijgedragen
aan de ontwikkeling van het begrip.

Mechanische versus organische solidariteit -> Mechanische solidariteit en organische solidariteit
zijn concepten die zijn geïntroduceerd door de Franse socioloog Émile Durkheim om de integratie en
cohesie binnen samenlevingen te verklaren.
1. Mechanische Solidariteit:
- Dit type solidariteit is kenmerkend voor traditionele, pre-industriële samenlevingen.
- Het is gebaseerd op de gelijkenis van individuen binnen de samenleving. Mensen vervullen
vergelijkbare taken, hebben vergelijkbare waarden en delen gemeenschappelijke overtuigingen.
- Sociale samenhang wordt gehandhaafd door gedeelde normen, waarden en overtuigingen, vaak
afgedwongen door sterke mechanismen van sociale controle.
- Relaties zijn gebaseerd op overeenkomst en gelijkenis in plaats van differentiatie.
2. Organische Solidariteit:
- Dit type solidariteit is typerend voor moderne, industriële samenlevingen.
- Het ontstaat uit de onderlinge afhankelijkheid die voortkomt uit de arbeidsverdeling en
specialisatie van taken. In deze samenlevingen vervullen individuen verschillende rollen en
hebben ze diverse vaardigheden en beroepen.
- Sociale samenhang wordt gehandhaafd door de onderlinge afhankelijkheid van individuen en de
integratie van hun gevarieerde rollen in het functioneren van de samenleving.
- Relaties zijn gebaseerd op complementariteit en onderlinge afhankelijkheid in plaats van
gelijkenis.

Kortom, mechanische solidariteit lijkt op "gemeenschap" waar individuen worden samengebonden door
gedeelde tradities en collectief bewustzijn, terwijl organische solidariteit de "maatschappij"
weerspiegelt waar individuen worden verbonden door hun functionele onderlinge afhankelijkheid
binnen een complexe arbeidsverdeling.

Waardevrijheid -> is een concept dat vaak wordt gebruikt in de sociale wetenschappen, vooral in
disciplines zoals sociologie en antropologie. Het verwijst naar de poging van onderzoekers om objectief
en neutraal te zijn in hun analyse en interpretatie van gegevens, zonder hun persoonlijke waarden,
overtuigingen of vooroordelen te laten doorschemeren.

In essentie houdt waardenvrijheid in dat onderzoekers proberen hun eigen waarden en oordelen buiten
beschouwing te laten bij het verzamelen en interpreteren van gegevens, om zo een zo objectief
mogelijk beeld van de realiteit te presenteren. Dit betekent niet dat onderzoekers geen waarden
hebben, maar eerder dat ze streven naar een scheiding tussen hun persoonlijke opvattingen en de
feitelijke gegevens die ze bestuderen.

Waardenvrijheid is vooral belangrijk in de sociale wetenschappen omdat veel onderwerpen die worden
bestudeerd, zoals cultuur, maatschappelijke structuren en menselijk gedrag, sterk beïnvloed kunnen
worden door subjectieve interpretaties. Door waardenvrijheid na te streven, streven onderzoekers
ernaar om hun werk zo objectief en betrouwbaar mogelijk te maken.

Rationalisering -> Rationalisering verwijst naar het proces waarbij traditionele, irrationele en op
gewoonte gebaseerde manieren van denken en handelen worden vervangen door rationelere,
berekenende en systematische benaderingen. Het is een belangrijk concept in de sociologie en wordt
vaak geassocieerd met de opkomst van de moderniteit en de vooruitgang van de wetenschap,
technologie en bureaucratie.

Enkele belangrijke kenmerken van rationalisering zijn:
1. Efficiëntie: Rationalisering streeft naar het maximaliseren van efficiëntie in verschillende
aspecten van het menselijk leven, zoals productieprocessen, administratieve procedures en
sociale organisatie. Dit kan worden bereikt door het elimineren van verspilling, het optimaliseren
van middelen en het invoeren van gestandaardiseerde procedures.
2. Berekening en beheersing: Rationalisering gaat vaak gepaard met een grotere nadruk op
kwantificatie, berekening en beheersing. Dit kan bijvoorbeeld worden gezien in de opkomst van
bureaucratieën en wetenschappelijke managementprincipes, waarbij besluitvorming wordt
gebaseerd op meetbare gegevens en vastgestelde regels.

, 3. Onttovering van de wereld: De socioloog Max Weber gebruikte de term "onttovering" om de
geleidelijke verwijdering van mystiek, magie en religie uit het menselijk leven te beschrijven als
gevolg van rationalisering. In plaats van te vertrouwen op bovennatuurlijke krachten, wordt de
wereld steeds meer begrepen en beheerst door rationele, wetenschappelijke methoden.
4. Individualisering en vervreemding: Hoewel rationalisering vaak leidt tot meer efficiëntie en
vooruitgang, kan het ook leiden tot gevoelens van individualisering en vervreemding. Mensen
kunnen zich losgekoppeld voelen van traditionele gemeenschappen en betekenisvolle sociale
banden als gevolg van de nadruk op rationaliteit en calculatie.


Analyseniveaus:
Macroniveau -> samenleving en haar instituties
Mesoniveau -> concrete organisaties en instellingen
Microniveau -> direct persoonlijk ‘face to face’ contact met andere mensen

Theorie en theoretische benaderingen
- Structureel functionalisme
o Gericht op sociale structuur en sociale functies
o Manifeste en latente functies (manifeste is dat wat er de bedoeling zoals lipstick kleurt je
lippen. Latente functies zijn functies die erbij komen)
o Sociale disfunctie
o Blind voor ongelijkheid
- Conflictsociologie
o Ongelijkheid en conflict
 Sekseconflictenbenadering en feminisme
 Rassenconflictbenadering
o Blind voor harmonie
- Symbolisch interactionisme
o Sociale interacties in concrete situaties (microniveau)
 Van onderaf
 Samenleving als resultaat van micro-transacties (interacties tussen indivdiduen)
o Blind voor culturele (en andere meso/macro) factoren
- Rationale keuze
o Al ons gedrag is rationeel (uitkomst kosten-baten)
o Samenleving als resultaat hiervan

Sociale ongelijkheid -> Verschillen in macht en daarmee verbonden sociale privileges
Macht -> Vermogen om gedrag ander met behulp van sancties te beïnvloeden
Sociale privileges -> Beloningen, voorrechten, verworvenheden
Machtsbronnen en privileges ->
Economisch
- Bezit schaarse goederen
o Kansen op comfort en gezondheid
Politiek
- Beschikking over sancties
Affectief
- Vermogen om emotioneel te binden
o Status en aanzien
Cognitief
- Deskundigheid
o Toegang tot kennis en informatie

Factoren in sociale ongelijkheid -> Sociale ongelijkheid verwijst naar de ongelijke verdeling van
middelen, kansen en privileges binnen een samenleving. Verschillende factoren dragen bij aan sociale
ongelijkheid, en deze kunnen op verschillende niveaus van analyse worden bekeken, zoals individueel,
institutioneel en structureel. Hier zijn enkele belangrijke factoren die bijdragen aan sociale ongelijkheid:
1. Economische factoren:
- Inkomen en vermogen: Personen met hogere inkomens en meer vermogen hebben vaak
toegang tot betere kwaliteit van leven, zoals onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting.
- Arbeidsmarkt: Ongelijke toegang tot banen, discriminatie op de arbeidsmarkt, en verschillen in
salaris en arbeidsvoorwaarden dragen bij aan economische ongelijkheid.
2. Educatieve factoren:
- Toegang tot onderwijs: Sociale ongelijkheid kan ontstaan door ongelijke toegang tot kwalitatief
hoogwaardig onderwijs op basis van factoren zoals sociaaleconomische status, etniciteit en
geografische locatie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittpeerdeman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.35
  • (0)
  Add to cart