100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Begrippenlijst van het boek De samenleving $7.17   Add to cart

Summary

Samenvatting Begrippenlijst van het boek De samenleving

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting staan de begrippen van hoofdstuk 1, 3, 4, 5, 6, 8, 11, 12, 13, 14, 15 en 16 uit het boek: De samenleving. Met deze begrippenlijst ben je helemaal voor het tentamen!

Preview 2 out of 10  pages

  • Yes
  • September 11, 2024
  • 10
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Begrippen hf 1
 Drie kernvragen:
1. Hoe is sociale orde mogelijk
2. Hoe is sociale (on)gelijkheid mogelijk
3. Hoe zit de samenleving er nu uit en hoe ontwikkelt de maatschappij zich
 Sociologisch perspectief: persoonlijke problemen tot maatschappelijke vraagstukken transformeren.
 Mondiaal perspectief: het plaatsen van de eigen samenleving in de globale context. Het bestuderen
van de wereld in zijn geheel en de plaats die onze samenleving daarin inneemt.
 Moderniteit: een maatschappij die het resultaat is van industrialisering
 Industrialsering (industriële revolutie): nieuwe energiebronnen rond 1800. O.a. stoommachines
waardoor ander transport (treinen) en nieuwe werkplaatsen (fabrieken)
 Van gemeinschaft naar gesellschaft
- Ferdinand tonniës
- Kleine hechte groepen  anonieme groepen: verminderen wij gevoel, levensdoel en conservatief
- Toename sociale diversiteit: diverse steden en uiteenlopende beroepen
- persoonlijke keuzemogelijkheden: individuele vrijheid
- tijdsbewustzijn en toekomstgericht: klok, minder traditioneel en meer wetenschap
 Emile Durkheim: arbeidsverdeling
- Alle burgers worden zeer afhankelijk van elkaar door specialisatie van de arbeid
- sociale cohesie: afhankelijkheid
- anomie: gebrek aan morele richtlijnen door te grote verschillen en egocentrisch gedrag door nadruk
op individu
 Max Weber: rationalisering
- Toename gebruik van het verstand/ de rede
- IJzeren Kooi: protocollen en systemen
- Vervreemding: controle, wegvallen van zekerheid en verlies van je identiteit.
 Karel Marx: kapitalisme
- Nieuwe economie. De machtige landeigenaren (landheren) verliezen macht door industriële
revolutie. De nieuwe manier geld verdienen: ondernemers en fabriekseigenaren nemen de macht
over voor winstmaximalisatie
- Dominante klasse (bourgeoisie): doel: zo efficiënt mogelijk geld verdienen
- Onderdanige klasse (proletariaat): gevolg: uitbuiting en revolutie (socialisme)

Hoofdstuk 3

 Cultuur: de wijzen van denken, de wijzen van handelen, de symbolen en de materiële objecten die in
combinatie de levenswijze van een volk vormen
- Taal: een systeem van symbolen dat mensen instaat stelt om met elkaar te communiceren.
- Symbool: een verschijnsel dat een bepaalde betekenis heeft die door mensen met dezelfde
achtergrond herkend wordt
- Normen en waarden:
 Waarden: cultureel gedefinieerde standaarden waarmee mensen bepalen wat wenselijk, goed en
mooi is, en die als algemene richtlijnen voor het maatschappelijk leven fungeren
 Normen: regels en verwachtingen waarmee een samenleving het gedrag van haar leden reguleert
 Immateriële cultuur: de leden van een samenleving ontwikkelde ideeën, variërend van kunstuitingen
tot spiritualiteit.
 Materiële cultuur: materiële objecten gecreëerd door de leden van de samenleving, variërend van
bankstellen en ritssluitingen tot petjes.

,  Cultuurschok: een gevoel van desoriëntatie als we met een ons onbekende levenswijze
geconfronteerd worden.
 Natiestaat: een politieke eenheid met een eigen afgebakend grondgebied
 Samenleving: mensen die in een bepaald gebied leven en een bepaalde cultuur gemeenschappelijk
hebben.
 Cultuuroverdracht: het proces waarmee een generatie een cultuur doorgeeft aan de volgende
generatie of aan mensen elders
 Sapir-whorfthese: mensen de wereld zien en begrijpen door het culturele perspectief van taal.
 Overtuigingen: specifieke uitspraken die mensen als waar aannemen
 10 waarden van westerse wereld:
- Gelijke kansen
- Individuele prestaties en persoonlijke successen
- Materiële welstand
- Activiteit en werk
- Praktisch en efficiënt zijn
- Vooruitgang
- Wetenschap
- Individuele rechten
- Vrijheid
- Superioriteitsgevoelens
 Belangenconflict: conflict waarbij 2 strijdende partijen er beide belang bij hebben om eruit te komen,
bv. Omdat ze elkaar later weer nodig hebben.
 Waardenconflict: een conflict over diepgewortelde opvattingen, die wegens hun aard moeilijk met
elkaar te verenigen zijn en waarvoor moeilijk 1 gemeenschappelijke taal te vinden is. (bv euthanasie
of abortus)
 Mores: normen die we in veel situaties kunnen waarnemen en een grote morele betekenis hebben.
 Traditionele gebruiken: normen voor routinematige of vluchtige interacties (bv. Begroeten van
mensen, kleding gebruik)
 Sociale controle: pogingen van de samenleving om gedrag en gedachten van mensen te beïnvloeden
 Elitaire of hoge cultuur: culturele patronen die de elite van een samenleving onderscheidt van de rest
van de samenleving
 Populaire (lage of volks-) cultuur: culturele patronen die wijdverbreid onder de leden van de
samenleving voorkomen.
 Subcultuur: cultuurpatronen die een bepaald segment van de populatie van de samenleving
afscheiden van de rest
 Multiculturalisme: perspectief dat de culturele diversiteit in een samenleving onderkent en respect
 Eurocentrisme: het domineren van europeese cultuurpatronen
 Tegencultuur: cultuurpatronen die duidelijk in strijd zijn met de op grote schaal geaccepteerde
cultuurpatronen in een samenleving.
 Culturele-integratieprincipe: de nauwe relaties tussen verschillende elementen van een
cultuursysteem
 cultuurlag: het feit dat sommige elementen van een cultuur sneller veranderen dan andere
elementen verstoort het functioneren van een cultuursysteem.
 Etnocentrisme: een andere cultuur wordt aan de hand van de normen van de eigen cultuur
beoordeeld.
 Cultuurrelativisme: is een alternatief voor etnocentrisme: een cultuur wordt aan de hand van haar
eigen normen beoordeeld.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller spolak. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79271 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.17
  • (0)
  Add to cart