Genetica Par 1
Genetica gaat over genen. Een gen is een stukje DNA dat codeert voor een eigenschap.
Sommige eigenschappen zijn afhankelijk van één gen, maar de meeste van meerdere genen.
Mensen hebber ongeveer 24.000 genen. DNA bevindt zich in de kern van de cel. DNA bevat
alle info van een individu om goed te kunnen functioneren, maar ook het individu er uitziet.
Het DNA is verdeelt in 46 chromosomen. 23 krijg je van je vader en 23 van je moeder.
Chromosomenparen zijn 2 chromosomen die hetzelfde bevatten. Bijvoorbeeld het oogkleur.
Je hebt dus voor iedere eigenschap 2 genen. Van de 46 chromosomen zijn er 2
geslachtschromosomen. Het x-chromosoom en het y-chromosoom. De chromosomen zijn
zichtbaar als ze gaan delen en dan kan je ze weergeven in een karyogram (een overzicht van
alle chromosomen). Het fenotype is wat je ziet + de veranderingen van het milieu en
leefomstandigheden. Homologe chromosomen zijn 2 genen die over hetzelfde gen gaan.
Par 2
We krijgen info van onze vader en moeder. Dit kan 1 gen zijn, maar dit kunnen ook
meerdere genen zijn. het kan zijn dat je 2 keer dezelfde informatie krijgt. dat noem je
homozygoot (homo: gelijk). wanneer je verschillende informatie hebt gekregen, noem je dat
heterozygoot (hetero: verschillend). De informatie die we bij ons dragen noemen we het
genotype. Het genotype is je bouwplan. 1 van de allelen komen tevoorschijn, als het
heterozygoot is. dan komt de dominante (overheersend) tevoorschijn. Hij overheerst over
de andere variant. Het gen wat dan niet tot uiting komt noem je recessief (ondergeschikt).
Als het recessieve allel tevoorschijn komt weet je dat de persoon homozygoot is. en als het
niet tot uiting komt dan ben je een drager. Deze varianten noem je allelen. Het fenotype is
wat je ziet van de eigenschap bij die persoon, maar het kan beïnvloed worden door de
omgeving.
Je kan kruisingsschema’s maken om een kan te bereken van een bepaalde eigenschap. Er zijn
3 verschillende mogelijke genotype: AA, Aa en aa. De dominante is de hoofdletter. Van elk
chromosomenpaar geeft een persoon 1 door aan hun nakomelingen. 2 heterozygote ouders
kunnen 3 verschillende genotypen voortbrengen.
Par 3
Bij dieren noem je een bastaard, een individu met informatie van twee rassen. Je kunt de
uitkomsten weergeven met kansen en met verhoudingen.
De kansen kun je aangeven in % of in breuken. Vaak is breuken makkelijker.
Verhoudingen gebruik je bijvoorbeeld bij het formaat van papier. Met de verhouding kun je
berekenen wat het formaat is van een bepaald getal. En dan kruislinks vermenigvuldigen.
Zet wel erbij wat je bedoelt met de getallen.
Kansen vermenigvuldigen doe je wanneer je wilt weten wat de kans is op een bepaalde
situatie, zoals de kans op 2 jongens. Er is maar 1 situatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller spolak. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.