Complete samenvatting van het boek Forensische psychiatrie en de rechtspraktijk dat onder andere bij het vak Forensische psychiatrie in de master Forensische Criminologie aan de Universiteit Leiden gebruikt wordt.
samenvatting forensische psychiatrie en de rechtspraktijk
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Universiteit Leiden (UL)
Forensische Criminologie
Forensische psychiatrie
All documents for this subject (22)
12
reviews
By: lisanne_bartels • 1 year ago
By: stephaniegubbels • 3 year ago
Translated by Google
A lot of spelling and typing errors. 80% is literally taken from the book and not all the main elements are described in the summary.
By: eliannetimmerman • 3 year ago
By: IrisStruick • 3 year ago
By: rindert-98 • 4 year ago
By: stellabetten • 4 year ago
By: anoukhaandrikman • 4 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
frderikedrijfhout
Reviews received
Content preview
Samenvatting Forensische psychiatrie en
de rechtspraktijk
Hoofdstuk 1: Psychiatrische stoornis en diagnostiek..........................................................................2
Hoofdstuk 2: Behandelmethoden........................................................................................................8
Hoofdstuk 3: Neurocognitieve stoornissen.......................................................................................15
Hoofdstuk 4: Psychotische stoornissen.............................................................................................18
Hoofdstuk 5: Stemmingsstoornissen.................................................................................................23
Hoofdstuk 6: Posttraumatische stressstoornis en dissociatieve stoornissen......................................26
Hoofdstuk 7: Somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen...............................................30
Hoofdstuk 8: Anorexia nervosa........................................................................................................32
Hoofdstuk 9: Verslavingsstoornissen................................................................................................34
Hoofdstuk 10: Parafiele stoornissen.................................................................................................42
Hoofdstuk 11: Gedragsstoornissen...................................................................................................46
Hoofdstuk 12: Suïcidaal gedrag........................................................................................................51
Hoofdstuk 13: Persoonlijkheidsstoornissen......................................................................................54
Hoofdstuk 14: Autismespectrumstoornis..........................................................................................59
Hoofdstuk 15: Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (ADHD)...........................................62
Hoofdstuk 16: Verstandelijke beperking..........................................................................................64
Hoofdstuk 17: Simulatie en delict-amnesie......................................................................................67
Deel 2: Gedragskundig onderzoek voor de rechtspraktijk....................................................................68
Hoofdstuk 18: Het gedragsdeskundig onderzoek pro Justitia...........................................................68
Hoofdstuk 19: Toerekeningsvatbaarheid en toerekenen...................................................................73
Hoofdstuk 20: Risicotaxatie..............................................................................................................78
Deel 3: Juridische kaders voor gedwongen zorg...................................................................................81
Hoofdstuk 21: Rechtsposities in de gedwongen zorg: een overzicht................................................81
Hoofdstuk 22: Zorg in strafrechtelijk kader......................................................................................84
Hoofdstuk 23: Gedwongen zorg in civielrechtelijk kader.................................................................90
Deel 4: Forensische behandeling..........................................................................................................93
Hoofdstuk 24: Forensische behandelsettingen voor volwassenen.....................................................93
Hoofdstuk 25: Forensische behandelkaders voor jeugdigen.............................................................95
Hoofdstuk 26: Forensische zorg en interventies...............................................................................99
Hoofdstuk 27: Behandeling van personen met agressief gedrag.....................................................104
Bijlage: Medicijngebruik, agressie en strafrechtelijke verantwoordelijkheid..................................108
Hoofdstuk 28: Behandeling van zedendelinquenten.......................................................................109
Bijlage: Libidoremmende middelen bij de behandeling van zedendelinquenten.............................113
Hoofdstuk 29: Stalking en brandstichting: delicttypologieën en behandeling.................................115
1
,Hoofdstuk 1: Psychiatrische stoornis en diagnostiek
Inleiding
In dit hoofdstuk werken we toe naar een definitie van het ingewikkelde begrip ‘psychiatrische
stoornis’. Daarbij gaan we uit van stoornissen in de psychische functies van de hersenen. Deze
stoornissen gaan gepaard met psychische klachten en verschijnselen, die beschouwd kunnen worden
als symptomen van de psychiatrische stoornis. Bij de psychiatrische diagnostiek stellen we de
psychiatrische stoornis vast aan de hand van deze symptomen. Bovendien zoeken we naar de
mogelijke oorzaken en gevolgen van de stoornis, en uiteraard naar de juiste behandeling. Een laatste
stap in de psychiatrische diagnostiek is het classificeren van de stoornis volgens een internationaal
afgesproken classificatiesysteem. Bij dit alles passen we tegelijkertijd de ‘materiewetenschappelijke’
en de ‘betekeniswetenschappelijke’ methode van onderzoek en behandeling toe.
Psychiatrische ziekte
Lichamelijk versus psychisch
Psychiatrische ziekten worden gekenmerkt door psychische klachten en verschijnselen. Er zijn ook
psychiatrische ziekten met lichamelijke klachten of verschijnselen. Omdat deze klachten niet het
gevolg zijn van een lichamelijke ziekte en omdat ze gepaard gaan met psychische klachten, worden ze
beschouwd als symptomen van een psychiatrische ziekte.
De scheiding in lichamelijk en psychisch is kunstmatig: niet de geest of het lichaam is ziek,
maar het individu, de persoon als geheel. Alle klachten hebben zowel lichamelijke als psychische
klachten, al kan het per ziekte verschillen. Het praktische onderscheid tussen lichamelijke en
psychiatrische ziekten is vooral een kwestie van afspraak. Een eerste, voorlopige conclusie is: een
psychiatrische ziekte is een ziekte met psychische klachten en/of verschijnselen.
Ziek versus gezond
Bij lichamelijke klachten en verschijnselen is het meestal wel duidelijk dat er sprake is van een ziekte:
de patiënt lijdt eronder en kan niet goed functioneren. Voor psychiatrische ziekten geldt in principe
hetzelfde: er moet sprake zijn van lijdensdruk en/of sociaal disfunctioneren. Maar psychische klachten
en verschijnselen komen veel voor. De vraag is wanneer dergelijke psychische klachten en
verschijnselen ernstig genoeg zijn om van een psychiatrische ziekte te spreken.
Waardeaspect
Daarmee komen we aan het tweede aspect van de definitie van een psychiatrische ziekte, namelijk het
waardeaspect. Of psychische klachten en verschijnselen beschouwd kunnen worden als tekenen van
psychiatrische ziekten wordt namelijk ook bepaald door sociale en culturele normen. De samenleving
bepaalt mede hoe de psychische klachten en verschijnselen worden gedefinieerd, en de cultuur en de
persoonlijke opvattingen bepalen mede or er sprake is van lijden en/of maatschappelijk
disfunctioneren. In de volgende definitie van psychiatrische ziekte komt dit waardeaspect tot uiting:
een psychiatrische ziekte is een ziekte met psychische klachten en/of verschijnselen die gepaard gaat
met significante lijdensdruk of beperkingen in het sociaal functioneren.
Ziekte versus stoornis
Psychische functies
De hersenen zijn het orgaan dat erop is gericht dat het individu zich adapteert aan de eisen die de
omgeving aan hem stelt. Hiertoe nemen de hersenen informatie van buiten en binnen het lichaam op
(waarneming), wordt deze informatie getoetst aan eerdere ervaringen (geheugen), direct gewaardeerd
(emoties) of beoordeeld. De uitkomst van deze al dan niet bewuste processen vertaalt zich in
automatische spierbewegingen (reflexen, motoriek) of gericht handelen (gedrag). Bij de werking van
de hersenen wordt een onderscheid gemaakt tussen neurologische en psychische functies. Traditioneel
noemen we hersenfuncties neurologisch wanneer de lokalisatie hiervan in de hersenen vrij goed is aan
te wijzen. De psychische functies zijn complexer van aard en niet op één plaats in de hersenen te
lokaliseren. Deze zijn waarschijnlijk gebonden aan sterk wisselende neuronale netwerken. Psychiaters
beschouwen psychische klachten en verschijnselen als symptomen van stoornissen van de psychische
functies.
De psychische functies worden in drie hoofdgroepen ingedeeld: denken (‘opnemen, verwerken
en reproduceren van informatie’), voelen (‘gevoelsleven’) en willen (‘motivatie en gedrag’). De
psychiatrie gebruikt de termen cognitieve, affectieve en conatieve functies (de trias psychica).
2
, De uiteindelijke definitie van een psychiatrische stoornis luidt: een stoornis in de cognitieve,
affectieve en/of conatieve functies, die gepaard gaat met significante lijdensdruk of beperkingen in het
sociaal functioneren.
Tabel 1 Cognitieve functies
Functie Definitie
Bewustzijn Toestand van besef van zichzelf en van de omgeving.
Aandacht Het vermogen om zich te richten of om gericht te blijven op een ervaring of
activiteit waarmee men bezig is of wil zijn.
Oriëntatie Het vermogen zichzelf te situeren in de tijd, in de ruimte, tegenover andere
personen en de eigen persoon.
Geheugen Het vermogen om nieuwe informatie kort vast te houden en te reproduceren, om
nieuwe informatie op te slaan en om oude informatie te reproduceren.
Oordeelsvermoge Het vermogen om eigen mogelijkheden en beperkingen in te schatten, besef van
n de normen te hebben, de sociale situatie correct te beoordelen en passende doelen
te kiezen met daarbij geschikte en sociaal aanvaardbare middelen om deze doelen
te bereiken.
Realiteitsbesef Het vermogen om onderscheid te maken tussen de externe werkelijkheid en de
eigen denkbeelden en fantasieën.
Ziektebesef en Respectievelijk de mate waarin de betrokkene besef heeft van de psychiatrische
ziekte-inzicht stoornis, en van de aard en de oorzaken van de psychiatrische stoornis en van de
noodzaak om hiervoor professionele hulp te aanvaarden.
Intelligentie Het vermogen om vergaarde kennis en ervaring op een rationele manier te
gebruiken voor het hanteren van nieuwe situaties.
Waarneming Het door middel van de zintuigen verkrijgen van informatie uit de omgeving en
uit het eigen lichaam, waarbij materiële informatie wordt omgezet in psychische
informatie.
Denken Een doelgerichte, logisch geordende reeks voorstellingen, ideeën, symbolen,
metaforen en associaties, op gang gebracht door een probleem of een taak en
leidend tot een op de werkelijkheid gerichte conclusie.
Tabel 2 Affectieve functies
Functie Definitie
Stemmin De door de betrokkene ervaren grondtoon van het gevoelsleven, die blijkt uit mededelingen
g van de betrokkene en uit het door de onderzoeker waar te nemen affect.
Affect De zichtbare en hoorbare expressie van de emotionele reactie van de betrokkene op externe
gebeurtenissen en interne stimuli, zoals gedachten en herinneringen. Dus de waarneembare
emoties, niet de door de betrokkene gerapporteerde emoties.
Tabel 3 Conatieve functies
Functie Definitie
Executieve Het vermogen om ingewikkelde handelingen te initiëren, in samenhang en logische
functies volgorde uit te voeren, te controleren en te stoppen.
Psychomotoriek Bewegingen die (mede) door psychische factoren worden veroorzaakt of gestuurd,
en die uitdrukking geven aan emoties.
Motivatie De subjectief ervaren krachten die gedrag initiëren, stimuleren en richting geven.
Gedrag Het totaal der waarneembare handelingen in bepaalde situaties, met uitzondering
van de psychomotoriek.
Aantoonbaar
Wanneer er sprake is van abnormaal functioneren van de hersenen, waardoor de opname en
verwerking van informatie en de invloed daarvan op het uiteindelijke gedrag ernstig verstoord wordt,
is het gerechtvaardigd om van ziekte te spreken. Bij ernstige psychiatrische ziekten is het in het
algemeen aannemelijk dat er ontregelingen zijn van de hersenprocessen. Het probleem is wel dat het
3
, (nog) niet mogelijk is om deze veranderingen en de oorzaken hiervan subjectief vast te stellen. Voor
het diagnosticeren van minder ernstige psychiatrische stoornissen zijn subjectieve ervaringen en het
sociale disfunctioneren van de betrokkene erg belangrijk. Daarom spreekt men in de psychiatrie
meestal niet van ziekten maar van stoornissen.
Doelen en onderdelen psychiatrische diagnostiek
Doelen
Het doel van psychiatrische diagnostiek is (1) het vaststellen of er sprake is van een stoornis; (2) zo ja,
welke stoornis; (3) wat de mogelijke oorzaken zijn; en (4) wat de aangewezen behandeling is. De
psychiater probeert te achterhalen welke psychische klachten en verschijnselen er zijn, en beschrijft
die als symptomen van stoornissen in de verschillende psychische functies. Aan de hand van het
geheel van psychiatrische symptomen kan de psychiater beoordelen of er sprake is van een
psychiatrische stoornis, en zo ja welke. Voor het vaststellen van de mogelijke oorzaken van de
psychiatrische stoornis is de psychiater meestal aangewezen op het verhaal van de betrokkene. Aan het
einde van het diagnostische proces zal de psychiater een advies geven, op basis van de aard en de ernst
van de psychiatrische stoornis, voor de keuze van de setting en het type behandeling.
Onderdelen
In grote lijnen is de psychiatrische diagnostiek in tweeën te delen: de anamnese (het vragen naar
psychiatrische klachten en mogelijke oorzaken) en het eigenlijke onderzoek (het vaststellen van
psychiatrische symptomen). De psychiater vraagt uitgebreid naar de klachten waarvoor de betrokkene
in onderzoek of behandeling komt. Zo kan de psychiater de symptomen vaststellen die door de
betrokkene worden ervaren: de subjectieve symptomen. Mogelijke lichamelijke of psychische
oorzaken kunnen opgespoord worden door te vragen naar het gebruik of misbruik van
geneesmiddelen, alcohol of drugs; of er in de familie ook psychiatrische stoornissen voorkomen; of er
lichamelijke klachten of ziekten zijn; naar de recente en vroegere levensloop van betrokkene. Tijdens
het opnemen van de anamnese observeert de psychiater de betrokkene, om de eventuele objectieve
symptomen van een psychiatrische stoornis waar te nemen. Tot slot kan de psychiater testvragen aan
de betrokkene voorleggen, met als doel het vaststellen van specifieke functiestoornissen.
Tabel 4 Onderdelen en doelstellingen psychiatrisch onderzoek
Onderdeel Doel/onderzoek naar
Anamnese en exploratie Subjectieve symptomen
Middelenanamnese Oorzaken die verband houden met geneesmiddelen, alcohol of
drugs
Psychiatrische voorgeschiedenis Eerdere episoden van een psychiatrische stoornis; keuze van
behandeling
Psychiatrische familieanamnese Aangeboren psychische kwetsbaarheden
Lichamelijke anamnese en Lichamelijke oorzaken
eventueel lichamelijk onderzoek
Sociale anamnese Psychosociale oorzaken
Biografische anamnese Verworven psychische kwetsbaarheden
Heteroanamnese Alle voorafgaande aspecten
Observatie Objectieve symptomen
Testen Objectief meten van psychische functiestoornissen
Psychiatrische meetinstrumenten
In de psychiatrie wordt toenemend gebruikgemaakt van gestructureerde interviews en vragenlijsten
om symptomen van psychiatrische stoornissen in maat en getal vast te leggen. Voor wetenschappelijk
onderzoek en voor opleidingen zijn de gestructureerde interviews essentieel, maar voor de dagelijkse
klinische praktijk zijn ze te tijdrovend en te weinig flexibel. Vragenlijsten of korte interviews past men
daarentegen zowel bij wetenschappelijk onderzoek als in de klinische praktijk toe om de ernst van de
symptomen van specifieke ziektebeelden vast te stellen. Met deze ‘ernstinstrumenten’ kan het beloop
of het effect van een behandeling van de psychiatrische stoornis worden vastgelegd. Tegenwoordig
wordt dit standaard gedaan en spreekt men van ROM: routine outcome monitoring.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller frderikedrijfhout. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.