De grondslag van het vermogens- en ondernemingsrecht 1 - Vermogensrecht
Samenvatting voor het vak vermogensrecht van de minor Inkoop & Aanbesteding. Dit is een samenvatting voor het tentamen CSRM. De samenvatting bestaat uit H1 H2 H3 H5 H7 t/m H12 van het boek 'de grondslag van het vermogensrecht en ondernemingsrecht deel 1. het tentamen is behaalt met een 7.7
Samenvatting vermogensrecht –
Minor inkoop
Inhoud
Week 2 Hoofdstuk 1 en 2.......................................................................................................................1
Week 3 Hoofdstuk 3 en 5.......................................................................................................................4
Week 4 Hoofdstuk 7 en 8.......................................................................................................................9
Week 5 Hoofdstuk 9 en 10...................................................................................................................16
Week 6 Hoofdstuk 11 en 12.................................................................................................................22
,Week 2 Hoofdstuk 1 en 2
Hoofdstuk 1 Eigen grondbeginselen
1.1
Rechtsregels: zijn regels als zij als zodanig worden erkend en door rechters en andere autoriteiten
worden toegepast en afgedwongen. Deze regels zijn juridisch relevant en rechtens afdwingbaar.
Rechtsregels kunnen worden onderscheiden:
1. Publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtsregels
2. Dwingende rechtsregels en regels van aanvullend of regelend recht
3. Materiaal recht en formeel recht
4. Objectief recht en subjectief recht
1.1.1
Publiekrecht: staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht en belastingrecht. De verhouding tussen
overheid en burger en de organisatie van verschillende overheidsorganen.
Privaatrecht: burgerlijk recht: personen- en familierecht, vermogens- en ondernemingsrecht. Regels
die de onderlinge verhouding van mensen betreffen.
1.1.2
Dwingend recht: men mag niet van de rechtsregels afwijken. De sanctie op overtreding van een regel
van dwingend recht is nietigheid van de betreffende (rechtshandeling).
Aanvullend (regelend) recht: is van toepassing voor zover partijen zelf geen regeling hebben
getroffen.
1.1.3
Materieel recht: zegt iets over de inhoud van de rechtsregels.
Formeel recht (procesrecht): geeft aan hoe de regels van het materiële recht worden gehandhaafd.
1.1.4
Objectief recht: het geheel van geldende rechtsregels in Nederland. Het omschrijft de bevoegdheden
waarop personen recht kunnen hebben (Loon).
Subjectief recht: het objectief recht, maar dan wordt er gesproken over ‘mijn loon’.
Rechtsobject: het loon of de koopsom vormt de inhoud van het recht.
1.2
Rechtsregels bestaan uit rechtsbronnen:
1. De wet (figuur 1.3 pagina 18)
a. Naar de inhoud
Materiële zin: wetten kunnen door verschillende overheidsorganen worden
uitgevaardigd.
b. Naar de wijze van totstandkoming
Formele zin: wetten zijn tot stand gekomen door samenwerking van regering en
Staten-Generaal.
c. Rangorde:
1
, i. Hogere regelingen gaan boven lagere regelingen.
ii. Jonge regelingen gaan altijd voor oudere regelingen.
iii. Regelingen voor bijzondere gevallen gaan voor de algemene bepalingen.
2. Internationale regelingen
Verdragen die tussen bepaalde staten zijn gesloten.
Internationaal privaatrecht: regels voor het oplossen van conflicten die kunnen ontstaan
tussen de rechtsstelsels van de verschillende landen.
3. Jurisprudentie
Jurisprudentie/rechtspraak: het geheel van rechterlijke uitspraken. Jurisprudentie blijft van
kracht zolang de rechtsregel niet opgenomen is in een wettelijke regeling.
4. Gewoonterecht
Wil gewoonte in het recht een rol spelen, moet er aan 2 voorwaarden zijn voldaan:
i. De gewoonte moet gedurende lange tijd in een bepaalde kring zijn gevolgd.
ii. Door het gebruik moet gedurende lange tijd de overtuiging zijn ontstaan dat
men zich overeenkomstig deze regel moet gedragen.
5. Ongeschreven recht
Het gewoonterecht is ongeschreven, aangezien zij vanuit een bepaalde groep mensen zijn
ontstaan. Redelijkheid en billijkheid zijn ongeschreven recht. Algemene beginselen van
behoorlijk bestuur zijn ook ongeschreven recht.
1.3
1.3.1
Rechtssubjecten: natuurlijke personen en rechtspersonen.
Natuurlijke personen: mensen
Rechtspersonen: naamloze en besloten vennootschap, vereniging, coöperatie, onderlinge
waarborgmaatschappij en de stichting privaatrechtelijke rechtspersonen
Publiekrechterlijke rechtspersonen: Staat der Nederlanden, provincies, gemeenten en
waterschappen.
Kerkgenootschappen behoren noch bij de privaat- als publiekrechtelijke rechtspersonen.
Rechtsbevoegd: rechtssubjecten zijn dragers van rechten en plichten.
Handelingsbekwaam: betekent volgens de wet dat men in staat is (onaantastbare)
rechtshandelingen te verrichten.
1.3.2
Vermogen: is het geheel van op geld waardeerbare rechten en plichten, de bezittingen en schulden
van een bepaald persoon.
Goederen: kunnen stoffelijk zijn – materieel/tastbaar – of niet.
Zaken: stoffelijke goederen. Huis, auto.
Vermogensrecht: niet-stoffelijke goederen. Recht op een huis of auto of op de koopsom.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dekker_elise. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.