Summary
Samenvatting begrippenlijst - Political Science (FSWSBC2-012)
- Course
- Institution
Een uitgebreide begrippenlijst met alle begrippen die je nodig hebt om je tentamen te halen.
[Show more]
Seller
Follow
bente05av
Content preview
Begrippenlijst Political SiencePolitical sience (=politieke Een sociale wetenschap die zich bezighoudt met de beschrijving en analyse van politieke en bestuurlijke (van de overheid)
wetenschap) instituties en processen. Omdat het een wetenschap is, wordt er gebruik gemaakt van wetenschappelijke methoden om
deze processen en instituties te onderzoeken. Je gebruikt dus een theoretische, empirische en/of vergelijkende benadering.
Normatieve benaderingen worden achterwege gelaten.
Government (=regering) De instituties en ambten waardoor samenlevingen worden bestuurd. Deze instituties bezitten allemaal publieke autoriteit.
“Zonder een algemene macht om iedereen onder controle te houden, zal het iedereen tegen iedereen zijn net als in een
oorlog.” – Hobbes. Zonder overheid zijn er geen collectieve goederen, zoals dijken en wegen.
Politieke systeem Interacties en organisaties (inclusief maar niet alleen de overheid) waardoor een maatschappij collectieve beslissingen
maakt en uitvoert. De ‘ruimte’ waarin politieke processen plaatsvinden en de invloeden die de overheid beïnvloeden.
Governance (=bestuur) Het proces waarin beslissingen, wetten en beleid worden gemaakt; met of zonder de input van formele instituties. Dit is
dus eigenlijk de ’activiteit’ van het besturen. Hier kijk je naar als je de effectiviteit en kwaliteit van bestuur wil
onderzoeken.
Politics Het proces van het maken en het uitvoeren van collectieve beslissingen.
Power (=macht) De capaciteit om geplande effecten teweeg te brengen. 3 dimensies van macht:
1. Wie heerst over de ander als voorkeuren botsen? – Dahl
Kijk hierbij naar wie participeert, wie wint en verliest: hoe meer iemands opvatting overeenkomt met het
uiteindelijke besluit, hoe machtiger die persoon. vb. werkoverleg
2. Wie controleert of voorkeuren worden uitgesproken of niet? – Bachrach en Baratz
Invloed hebben over wie mag deelnemen en welke kwesties/alternatieven worden overwogen. Kijk hierbij naar de
mogelijke alternatieven en onderzoek non-besluiten en non- gebeurtenissen. vb. politieke agenda & wie is
stemgerechtigd?
3. Wie geeft voorkeuren vorm? – Lukes
A kan B beïnvloeden op een manier die tegen de belangen van B ingaat. Dit kan door op hem in te spelen of zijn
voorkeuren te manipuleren of bepalen. vb. ideologie & een overheid die informatie achterhoudt voor het volk.
Non-besluit Als tegenstanders hun mening niet uit durven of kunnen spreken, waardoor er eigenlijk niets écht besloten hoeft te worden.
Mobilization of bias Politieke organisatie wordt altijd beïnvloed door de wil om conflicten of onderdrukking te vermijden. Hierdoor worden
(=vooroordelen) sommige problemen wel besproken en andere niet.
Authority (=authoriteit) Het erkende recht om te heersen (van een persoon). Dit is er wanneer ondergeschikten de accepteren dat superieuren
beslissingen voor hen maken en zij zich hieraan moeten houden; ze hoeven het er niet per se mee eens te zijn. vb. een
legergeneraal heeft macht over vijandige soldaten, maar autoriteit over zijn eigen troepen. 3 bronnen: charisma, traditie en
legaal-rationele autoriteit.
Legitimacy (=legitimiteit) De staat of kwaliteit om legitiem te zijn (van een systeem). Dit is er wanneer autoriteit van een regime/politiek systeem
geaccepteerd wordt door de ondergeschikten en de andere staten waarmee het te maken krijgt. Macht + autoriteit
Comparative Een systematische studie van overheid en politiek in verschillende landen, met als doel deze beter te begrijpen door
(=vergelijkende) politics verschillen en overeenkomsten naast elkaar te zetten. Doel is verbreden van begrip en voorspellen van politieke gevolgen
1
, Begrippenlijst Political Sience
Typology Een systeem van classificatie, waarbij staten, instituties, processen, politieke culturen etc. worden verdeeld in typen met
dezelfde kenmerken. Dit zijn idealen en dus zijn classificaties nooit volledig juist of perfect.
Three world’s system Een politieke typologie die de wereld indeelde naar ideologie, waarbij staten zijn gelabeld aan de hand van de kant die zij
kozen tijdens de Koude Oorlog.
- Eerste Wereld: welvarend, democratisch, geïndustrialiseerd en vooral Westerse staten.
- Tweede Wereld: communistisch en tegen Westerse staten.
- Derde Wereld: arm, minder democratisch, minder ontwikkeld en kozen vaak geen kant tijdens de Koude Oorlog.
Politieke economie Het verband tussen politieke activiteit en economische prestaties. Wordt vaak gemeten aan de hand van BNP en HDI
BNP Totale nationale en internationale output van een land. Hoe beter een overheid functioneert, hoe hoger het BNP.
HDI Een manier om basisbehoeften en de levenskwaliteit van mensen te meten.
Methodologie De systematische analyse van de gebruikte methoden – welke methoden gebruik je
Unit of analysis Het object van jouw onderzoek – staten, instituties, individuen, beleid etc.
Level of analysis Het niveau van jouw onderzoek – van het politieke systeem tot aan het individu.
Variabele Iets dat kan veranderen – kenmerk, factor, hoeveelheid of element.
Afhankelijke variabele Iets dat kan veranderen – kenmerk, factor, hoeveelheid of element.
Onafhankelijke variabele Deze kan de afhankelijke variabele beïnvloeden en dus verklaren.
Hypothesis Een voorgestelde verklaring voor een bepaald fenomeen dat kan worden aangenomen of verworpen door middel van
onderzoek.
Comparatieve method Vergelijken van een klein aantal cases om deze beter te begrijpen, en om hypothesen, theorieën en concepten te
ontwikkelen en onderzoeken.
Case study Intensieve analyse van 1 casus, waardoor je meer de diepte in kan gaan.
Kwalitatieve methode Analyse van een klein aantal cases in hun natuurlijke setting. Voordeel is dat het aantal makkelijk bij te houden is, maar
nadeel is de keuze van de hoeveelheid cases.
Kwantitative methode Abstracte analyse van een groot aantal cases, waarbij je voornamelijk statistisch te werk gaat. Nadeel is dat het veel tijd
kost en niet diep is, maar voordeel is dat je wel veel verschillende data kan verzamelen.
Soorten democratie Directe, representatieve en liberale
Directe democratie De burgers debatteren en besluiten zelf over zaken die van algemeen belang zijn.
Representatieve democratie Burgers kiezen de wetgevende macht (en president). Deze personen zijn dan vertegenwoordigers van het volk en
debatteren voor hen.
Liberale democratie Indirecte democratie waarbij democratie wordt beperkt door individuele rechten zoals vrijheid van vereniging,
meningsuiting of religie. Eerlijke en regelmatige verkiezingen zijn gebaseerd op de stemgerechtigdheid.
Referendum Kiezers kunnen stemmen over een kwestie of beleidsprobleem, zoals een amendement op de grondwet. Ze kunnen
verplicht, optioneel of verboden zijn. Ze kunnen bindend of niet-bindend zijn.
Initiative Een procedure waarbij burgers zelf een referendum of agendapunt kunnen voorstellen. Referendum initiatief en Agenda
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bente05av. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.74. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
72964 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now