Samenvatting van alle nodige kennis voor het examen Psychologie in de eerste bachelor Communicatiewetenschappen, Politieke Wetenschappen of Sociologie.
Er zijn verwijzingen naar slides van de leerstof op Blackboard; deze kunnen aangepast worden. Met deze samenvatting een 20/20 behaald.
Inleiding in de Algemene en Sociale Psychologie
Introductie
1. Geschiedenis van sociale psychologie + onderzoeksmethoden
Psychologie: wetenschappelijke studie menselijk gedrag en interne processen die
hieraan ten grondslag liggen
Wetenschappelijk: gebruikt onderzoeksmethoden uit wetenschappelijke
disciplines, maar gebruikt exacte kennis niet - te complex en geen volledig
meetbare aspecten
Methodologie: onderzoekcyclus die experiment tot stand brengt
Fase 1: observatie of beschrijving
Fase 2: stellen van hypothesen
Fase 3: onderzoeksplan - type design en meetmethode
Fase 4: dataverzameling en -verwerking
Fase 5: interpretatie en hypothesen
Gedrag: overt (waarneembaar) en covert (attitudes, emoties, opinies)
individueel gedrag: sociale context maar in eerder kleine kring
algemeen en specifiek gedrag: wetmatigheden, maar ook variatie
Psychologie als wetenschap
- Experimentele psychologie: objectieve introspectie (processen opdelen in
blokjes en elk deel apart uitgebreid beschrijven)
- Toegepaste psychologie: toepasselijke trends
- Behaviorisme: stimulus-respons, sociaal-relationele processen (conditionering)
- Psychoanalyse: onbewuste processen zijn dingen die ons veel angst bezorgen,
we moeten verdrongen dingen terug bovenhalen om gelukkiger te leven (Freud)
- Humanistische psychologie:
subjectieve is belangrijk, persoonlijke groei stimuleert ons gedrag en attitudes
basisbehoeften nodig voor persoonlijke groei (behoeftenpyramide Maslow)
- Ontwikkelingspsychologie: ontwikkelingsfases, nature vs. nurture
stadia van morele ontwikkeling
Hedendaags: biopsychosociaal model
zowel aangeboren als aangeleerd gedrag - invloed omgeving en genetica
belang genetica en wisselwerking lichaam en geest - goed weer, beter gevoel
o Waarneembare en niet-waarneembare processen
o Hoofdfocus op objectieve meetmethoden - interesse voor andere
meettechnieken
belang van biologie
o Evolutie
Sommige genetische eigenschappen verhogen kans op
nakomelingen/overleving en worden doorgegeven over generaties
o Lichamelijke processen
Hersensletsels: impulsiviteit, Alzheimer
Productie van hormonen: testosteron zorgt voor toename agressie
Weinig zonlicht zorgt voor neerslachtigheid
Lichaamsbeweging zorgt voor goed humeur
o Hedendaags: cognitieve processen
Mensen leren: gedrag verandert op basis van vroegere ervaringen
Mens en dier leren handelingen uitvoeren door verwachting dat
deze tot bevredigend resultaat zullen leiden
Staat tegenover behaviorisme: klassieke conditionering
Sociale psychologie als instrument in andere disciplines
Sociale psychologie (Allport): hoe worden gedachten, gevoelens, motivaties en
gedrag van mensen beïnvloed door (vermoede) aanwezigheid van anderen en hoe
hebben we zelf een invloed op anderen
, o Hoe worden we beïnvloed door anderen en hebben ze zelf een invloed?
directe aanwezigheid niet noodzakelijk, wel een invloed op gedrag
Verschil tussen sociale psychologie en sociologie
focus: sociologie ruimere focus op maatschappij
methode: in sp experimenteel onderzoek bij individu en kleine groep; in sociologie
vaker grootschalig bevolkingsonderzoek of volkstellingen
Belangrijke fasen in geschiedenis van sociale psychologie:
Jaren van bevestiging (1936-1960)
- O.i.v. beurscrash en WOII
- Gedrag wordt bepaald door hoe we wereld zien en interpreteren, afhankelijk van
persoon en omgeving, sociale psychologie om maatschappelijke problemen op te
lossen
- Macht/invloed/geld snel invloed op eenvoudige mensen
Groei en debat (1960-1975)
- Teleurstellend in oplossen maatschappelijke problemen
- Experimenten om inzicht te krijgen hoe sociale psychologie invloed heeft op
aanpakken van fenomenen wat met ethiek?
Methodologisch en inhoudelijk pluralisme (1975-heden)
- Variaties op methodologisch vlak
- Emotie en cognitie, pluralisme en internationalisering
- Uitbreiding thema’s : internet, multicultureel onderzoek, open science
Onderzoeksmethoden in sociale psychologie
Methodologie en onderzoek: wetenschap is rode draad doorheen opleiding
o Ontwikkelen van kritische blik is nodig
persuasieve communicatie, onderzoek in media, wetenschappelijke studies
o Onderscheid tussen intuïtie en gezond verstand
Problemen ontstaan vaak door verkeerde onderzoeksmethoden, foutieve informatie,
verkeerde context of non-wetenschap (nep-wetenschap)
Specifiek aan onderzoek over menselijk gedrag en mentale processen
Element van persoonlijke controle en eigen keuzes (niet gelijk aan natuurwetten)
Cyclisch (onderzoeks)proces
o Ideeën ontwikkelen
Observatie en praktijkervaring: job match, pesten op werk
Theorie: sociale afstand en agressie in schoolklassen
Wetenschappelijke literatuur: primaire en secundaire bronnen
o Ideeën verfijnen
Operationaliseren van variabelen
Hypothese: specifieke voorspelling – in kleinere klassen meer
agressie
Conceptuele variabelen: abstracte variabelen – klasgrootte,
agressie
Onafhankelijke (OV) en afhankelijke variabele (AV – wat beïnvloed
wordt - agressie)
Conceptuele variabele omzetten naar operationele: manipuleerbaar
of meetbaar maken – m², aantal kinderen, fysieke of verbale
agressie
Type variabelen: nominale of categoriale, ordinaal, interval, ratio
Begripsvaliditeit: meet de variabele wat het zegt te meten?
algemeen akkoord tussen experten na voorstellen van variabelen
manipulatiecheck: experimentele manipulaties zorgen voor
variaties in variabelen die ze bedoelen te manipuleren
Meten van variabelen
Zelfrapportering: enkelvoudige of meervoudige schalen
, bestaande uit meerdere items, waarin mensen zelf hun gedrag,
gedachten, gevoelens, percepties, … beschrijven
meervoudige schalen voorkeur: risico op vertekening verkleinen
en interne consistentie nagaan
Beperkingen zelfrapportering:
sociale wenselijkheid: voldoen aan maatschappelijke norm
inwilligingstendens: neiging akkoord te gaan met stelling
suggestieve vragen zijn tricky, herinnerings-vertekening,
extremisme …
Observatie: codeerschema’s en interbeoordelaar-betrouwbaarheid
heel concreet gedrag observeren
Beperkingen observatie:
sociale wenselijkheid: besef geobserveerd te worden
volgorde-effect: eerste meestal kritischer dan laatste
o Ideeën testen
Beschrijvend: vragen naar trends en tendensen
Observationeel onderzoek
systematisch observeren van personen in natuurlijke situaties
à hoeveel mensen geven geld aan bedelaars in winkelstraat?
validiteit verhogen door gebruik van meerder observatoren en
objectieve registratie (camera-beelden) --> waarheidsgetrouw
maken
Archiefonderzoek
bestaande verslagen of documenten bestuderen
artikelen, dagboeken, misdaadstatistieken, loonfiches, …
zinvol voor bestuderen van impact beleidsmaatregelen
Opiniepeiling
enquêtes met vragen over attitudes, meningen en gedragingen
om uit steekproef veralgemeningen te doen naar algemene
bevolking
vaak gebruikt door media en onderzoeksbureaus
sterk afhankelijk van representativiteit steekproef en vraagstelling
suggestieve vragen, hoogopgeleide steekproef, …
Correlationeel: zoeken naar verbanden
Correlaties: mate van overeenkomst tussen ‘continue’ variabelen
enkel met ordinale/continue variabelen continu gemeten
score, lengte, mate van stress, veroordelingen, …
kan niet met categorische variabelen
wel verbanden zoeken tussen variabelen voor man en vrouw
(interactie-effecten)
gebaseerd op gegevens verzameld via beschrijvend onderzoek
0 = geen verband, 1 = positief, -1 = negatief
Voordelen correlationeel onderzoek
beste optie als manipuleren van variabelen niet mogelijk is
niet mogelijk: weer, leeftijd, unieke omstandigheden, …
ethische redenen
, mogelijk om verbanden tussen verschillende variabelen tegelijk te
onderzoeken
zowel mogelijk in labo als in natuurlijke omgeving
Beperkingen correlationeel onderzoek
biedt zicht op sterkte en richting van verband, maar kan geen
oorzaak-gevolg relatie vaststellen
A hangt samen met B, maar veroorzaakt A B of andersom?
bekijkt enkel lineaire verbanden, geen verbanden met andere vorm
longitudinaal correlationeel onderzoek
indicatie oorzaak-gevolg relatie (meerdere tijdsmomenten)
Marshmallow test
Experimenteel: oorzaak-gevolg/experimenteel onderzoek
Controle: basisvoorwaarde
variabele wordt gemanipuleerd – OV
ex. Blootstelling aan koude gedurende 30/60/90 seconden
van deze variabele wordt effect op andere variabele bekeken (AV)
in labo: invloed van alle andere storende variabelen uitsluiten
in natuurlijke settings proberen ervoor te zorgen dat invloeden in
beide groepen hetzelfde is
Volledig toevallige toewijzing: basisvoorwaarde
elke deelnemer evenveel kans om toegewezen te worden
garantie dat personen in conditie 1 niet substantieel verschillen van
personen in conditie 2
Samengevat: door controle en toevallige toewijzing elimineert de
onderzoeker de invloed van alle andere variabelen, m.u.v.
experimentele manipulatie
Interne validiteit: zekerheid waarmee we kunnen stellen dat een
effect op AV enkel door de OV werd veroorzaakt
controlegroep: ondergaat alle zelfde invloeden behalve
experimentele manipulatie
Uitdagingen: ethische aspecten in natuurlijke settings
proefleidereffect: deelnemers in bepaalde condities onbewust
anders behandelen door eigen verwachtingen
Externe validiteit: mate waarin dezelfde resultaten zouden
bekomen worden met andere personen op een ander moment
veralgemening van resultaten naar andere situaties
replicaties die tot dezelfde resultaten komen, kunnen externe
validiteit ondersteunen
bedreigingen: lage representativiteit deelnemers, lage
representativiteit van taken- werelds realisme en experimenteel
realisme: mate waarin situatie als echt wordt ervaren, ook al strookt
die niet met de werkelijkheid deceptie: proefpersonen misleiden
maar na onderzoek is eerlijkheid nodig
Meta-analyse: tegenstrijdigheden overheen studies uitklaren
Resultaten van verschillende studies combineren via statistische
analyses
doel: tot een enkele conclusie komen en verklaren waarom er
verschillen zijn tussen studies
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cassienuyens55. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.77. You're not tied to anything after your purchase.