Rechtsmacht onrechtmatige daad
We zijn bezig met Brussel Ibis, daarin staat het toepassingsgebied: temporeel, materieel, formeel. Die
moet je altijd langslopen. Als het binnen het toepassingsgebied valt moet je vervolgens vaststellen of de
rechter bevoegd is: of hij op een van de bevoegdheidsgronden zijn bevoegdheid kan baseren. De
hoofdregel is art. 4: forum rei. De rechter van de woonplaats van de gedaagde is bevoegd. Daarnaast
hebben we een alternatief, namelijk in de vorm van het forum delicti, art. 7 sub 2:
‘Een persoon die woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat, kan in een andere
lidstaat voor de volgende gerechten worden opgeroepen:
2. ten aanzien van verbintenissen uit onrechtmatige daad, voor het gerecht van de plaats waar het
schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen;’
Het is misschien aardig om te zeggen dat deze bepaling in 1968 (eigenlijk 1966) is bedacht. Er is een
groep deskundigen geweest uit zes landen die toen bij de EEG aangesloten waren. Dit forum was
destijds onbekend in het Nederlandse internationaal bevoegdheidsrecht. Maar er waren andere landen
die het forum delicti wel kenden. Het enige probleem was dat sommige landen als forum delicti
aanmerkten de plaats waar de handeling werd verricht die tot schade leidt, en andere landen de plaats
waar de schade intreedt als forum zagen dat geschikt was voor een onrechtmatige daadsvordering. Het
comité van deskundigen dat het EEX destijds gemaakt heeft, heeft nadrukkelijk gezegd: we laten de
vraag wat onder het schadebrengende feit moet worden verstaan in het midden. Die vraag gaan we niet
uitdrukkelijk beantwoorden. Wat wel belangrijk is, zeiden die deskundigen al en dat herhaalt het
HvJEU ook elke keer, dat is het feit dat het forum:
‘Berust op een bijzonder nauw verband tussen het geschil en het gerecht van de plaats waar het
schadebrengende feit zich heeft voorgedaan’
Uiteindelijk zal ik ook aan jullie een vraag stellen over een zaak en dan hoop ik van jullie allemaal een
antwoord te krijgen op basis van hetgeen je hebt gehoord. Die rechter die naast de art. 4 rechter als
bevoegd wordt aangewezen als forum delicti die krijgt die bevoegdheid omdat hij er nauw bij
betrokken is. Dus de eisen van een goede rechtsbedeling en een nuttige procesinrichting die
rechtvaardigen dan zijn bevoegdheid. Omdat in het land van die rechter alle elementen van de
onrechtmatige daad hebben plaatsgevonden. Dus die rechter die zit erbovenop. Die kan makkelijk
vaststellen wat het verband was, wat voor handeling er is verricht, of er causaal verband was. Dus die
rechter zit er dichtbij en dat rechtvaardigt ook zijn bevoegdheid, dat is ook efficiënt.
‘De bevoegdheid van deze rechter wordt gerechtvaardigd door de eisen van een goede rechtsbedeling
en een nuttige procesinrichting’
Dus die Feyenoordfans die die fontein verbouwen dan is de Italiaanse rechter natuurlijk bij uitstek
bevoegd om te bepalen wat er precies gebeurd is en wat de schade was.
Maar zeg het hof in alle jurisprudentie: art. 7 sub 2 mag je niet te ver oprekken zodat je ook altijd naar
een andere rechter kunt naast de art. 4 rechter. Je moet dus de bepaling strikt uitleggen:
‘Een strikte uitleg die niet verder mag gaan dan de door de verordening uitdrukkelijk voorziene
gevallen’
Het is een van de doelstelling van de Brussel Ibis is zorgen dat we een stelsel hebben dat makkelijk
werkt. Op basis waarvan ook de gedaagde gemakkelijk kan voorzien waar hij gedagvaard kan worden
en waar het voor de eiser makkelijk te bepalen is waar hij naar toe kan.
› Een van de doelstellingen van de Brussel Ibis- Verordening; het versterken van de rechts-
bescherming van de in de EU gevestigde personen.
› Dit vereist een stelsel waarin de eiser gemakkelijk kan bepalen welk gerecht hij kan aanzoeken en
waarin de verweerder redelijkerwijs kan voorzien voor welk gerecht hij kan worden opgeroepen.
1
,Begrip onrechtmatige daad
Dat zijn allemaal een soort van randvoorwaarden voor de toepassing van art. 7 sub 2. De
jurisprudentie van de voorgangers van Brussel Ibis blijft zoals we hebben gezien gelden. Het begrip
onrechtmatige daad is een verordeningsautonoom begrip. Dus niet op basis van het materiele recht
van de rechter.
‘Iedere rechtsvordering die ertoe strekt de verweerder aansprakelijk te stellen die geen verband
houdt met een verbintenis uit overeenkomst.’
Dus zijn partijen aan het onderhandelen over een contract en breekt een van de partijen de
onderhandelingen, dan is het de vraag of er al vrijwillig aangegane verbintenissen zijn
overeengekomen in het kader van dat contract of niet. Is er bijvoorbeeld een document getekend die de
kaders aangeeft van de onderhandelingen dan zijn er dus al verbintenissen en dan val je niet onder de
kaders van art. 7 sub 2 maar onder 7 sub 1, dat gaat over overeenkomsten. Dus voor de vraag of het
afbreken van onderhandelingen een onrechtmatige daad is of een handeling uit overeenkomst is
bepalend of er vrijwillig verbintenissen zijn aangegaan. Is er niets afgesproken/niets over gezegd dan is
er niets vrijwillig tot stand gekomen en dan is er dus een onrechtmatige daad.
Bevoegdheidsbeoordeling
- Beoordeling van de feitelijke en juridische basiskenmerken van de zaak op abstract niveau
We hebben ook even de manier waarop de rechter moet vaststellen of er nou wel of niet sprake is van
een onrechtmatige daad gezien. Het probleem is je denkt dat je een vordering hebt en hoeveel moet je
nou stellen en bewijzen alleen nog maar als het gaat om het vaststellen van de bevoegdheid. Dus als
partij Y zegt partij X heeft onrechtmatig gehandeld want hij heeft dit en dat gedaan, moet dat dan
worden bewezen in het kader van het vaststellen van de bevoegdheid? Moet de rechter dan een
bewijsopdracht geven of gaat dat te ver. We hebben vorige week gezien dat dat niet hoeft, als maar op
een abstract niveau kan worden gezegd van ja, dit heeft de kenmerken van een onrechtmatige daad.
Als het de feitelijk juridische basiskenmerken heeft van de onrechtmatige daad dan is het daarmee
voldoende.
Dan hebben we nog stellen en betwisten. De ene partij stelt dat het zo is, de ander betwist het. Moet de
rechter daar dan acht op slaan? We hebben vorige week gezien dat hij dat inderdaad moet. Hij hoeft
dus niet uit te gaan van de stelling van die ene eisende partij.
Wat is er verder vereist voor de toepassing van art. 7 sub 2?
- Voor aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad op basis van art. 7 sub 2 is vereist dat een
causaal verband is komen vast te staan tussen de schade en het feit waaruit de schade is
voortgekomen (in abstracto)
Dat is dus aan de ene kant schade, die voortvloeit uit een bepaalde handeling, het feit. En daar moet
dus een causaal verband tussen zijn. Dat moet wel dus allemaal blijken in die eerste fase van het proces
voor het vaststellen van de bevoegdheid.
Enkelvoudige locus
Voor de toepassing van art. 7 sub 2 moeten we onderscheiden tussen de enkelvoudige en de
meervoudige locus. Bij de enkelvoudige locus heb je zowel de veroorzakende gebeurtenis als de schade
bij elkaar in een land. Het ski-ongeval, de aanrijding, de vechtpartij, de vernieling van de fontein: dan
heb je zowel de handeling als de schade samen in één land.
Meervoudige locus – Kalimijnen arrest HvJ 30-11-1976, NO 21/76, NJ 1977/494
- Handlungsort
- Erfolgsort
- Deze begrippen verordeningsautonoom invullen
Het kan ook zo zijn dat de handeling in het ene land plaatsvindt en de schade in het andere land, zoals
bijvoorbeeld in het Kalimijnen arrest. U ziet hier bergen met zout en hoe ze worden gedolgen. In de
jaren ’70 was het heel gewoon om afval gewoon in de rivier te gooien, dan stroomde het vanzelf naar
zee. Wat gebeurde er? Frans Kalimijnen dumpte zout in de Rijn en dat stroomde langzaam naar
Nederland. Daar in Nederlands hebben we het Westland en daar hebben we kassen met
tomatenplanten. Die tomatenplanten kunnen niet tegen zout. De handelskwekerij van meneer Bier die
2
, stelde een vordering in tegen de Franse Kalimijnen, waarin hij een verklaring van recht vorderde dat
die handeling van Kalimijnen onrechtmatig was. Dat deed hij bij de Nederlandse rechter.
De vraag was: is de Nederlandse rechter eigenlijk wel bevoegd? Dan zegt het Hof: ja, in geval die plaats
van de veroorzakende gebeurtenis en de plaats van het intreden van de schade niet samenvallen, of
eigenlijk zegt het hof:
‘Onder het schadebrengende feit kun je zowel de plaats van het veroorzakende feit als de plaats van
het intreden van de schade verstaan en de verzoeker mag kiezen naar welke van de twee fora hij
toegaat.’
Dus eiser, meneer Bier, mocht dus zelf weten of hij naar het Handlungsort (Franse rechter) of het
Erfolgsort (Nederlandse rechter) zou gaan.
Deze begrippen moet je ook weer verordeningsautonoom invullen. Dat kan weer niet aan de hand van
het Nederlandse recht of het Franse recht. Dus:
“Plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen” doelt:
zowel op de plaats waar de schade is ingetreden (Erfolgsort), als
op de plaats van de gebeurtenis die met de schade in een oorzakelijk verband staat
(Handlungsort)
Denk erom dat u ook op het tentamen beseft dat er heel veel zaken zijn waar het handlungsort en het
erfolgsort gewoon samenvallen. Dan heb je een enkelvoudige locus en dan is de rechter helemaal niet
bevoegd.
Hoe bepaal je waar het handlungsort is gelegen?
- Noodzakelijke reeks van gebeurtenissen
- De veroorzakende gebeurtenis (plaats)
Stel dat je iemand beledigt door middel van een publicatie. Dan begint het natuurlijk met een idee. Dat
idee werk je eerst wel uit in je hoofd, dan ben je ergens in een land. Vervolgens vertrouw je dat toe aan
je computer. Dan stuur je het per email naar de uitgever of je zet het zelf online. Stel dat je het naar de
uitgever stuurt wordt het gepubliceerd en dan zeg je onaardige dingen over iemand anders. Welk
element in die reeks van gebeurtenissen bepaalt nu eigenlijk waar het handlungsort is? Is dat het
moment waar je het bedenkt? Waar je het opschrijft? Waar je het verstuurt of waar de uitgever het
ontvangt, waar de uitgever het upload of waar de uitgever het publiceert. Welke van die elementen is
nou het bepalende? Dus de veroorzakende gebeurtenis. Al die handelingen zijn noodzakelijke
gebeurtenissen.
Shevill/Presse Alliance – HvJ 07-03-1995, C-68/93
Deze zaak deed zich lang geleden voor toen het internet amper was uitgevonden. Het ging om een
mevrouw Fiona Shevill. Zij was een mevrouw uit Engeland en woonde ook in Engeland maar zij werkte
drie maanden op een wisselkantoor in Parijs. Dat beviel goed, tot het moment dat daar een inval werd
gedaan door de politie omdat men dacht dat daar geld werd witgewassen. De pers stond er uiteraard
bovenop. Er werd een artikel over geschreven in de Franse krant. Daarin werd mevrouw Shevill bij
naam genoemd en daarbij werd ook gezegd dat ze betrokken was bij criminele activiteiten. Die Franse
krant werd uiteraard verspreid in Frankrijk, er werden in Engeland 300 verkocht waarvan een stuk of
30 in de regio waar mevrouw Shevill woont. Shevill is inmiddels terug in Engeland en gaat naar de
Engelse rechter. De vraag is dan of de Engelse rechter wel bevoegd is. De vraag die dan rijst is waar
eigenlijk de plaats van handeling is maar ook waar is de plaats van de schade.
Dan zegt het Hof: de plaats van de veroorzakende gebeurtenis in het geval van een publicatie in de
pers kan alleen maar zijn daar waar de uitgever van de betrokken publicatie gevestigd is.
Dus het kan alleen maar zijn de plaats waar de uitgever gevestigd is, voor zover dit de plaats is waar
het schadebrengende feit zijn oorsprong vindt en van waaruit de belediging is geuit en in omloop is
gebracht. Dus het is niet alleen maar de plaats van vestiging maar de onrechtmatige daad moet ook
van daaruit, vanuit die plaats, in gang zijn gezet. Dus zegt het hof, behalve de art. 4 rechter
(woonplaats verweerder) kun je ook naar de rechter van de plaats van de vestiging van de uitgever
(Handlungsort). Dat is natuurlijk meestal de art. 4 rechter, maar dat hoeft niet. Daar kun je naartoe
voor de volledige schade.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kleinganseijm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.