Veroudering is een in de tijd optredende variabele verandering in structuur en functie van cellen en
organellen. De variatie in het optreden van verouderingsverschijnselen komt doordat het hier gaat
om een reeks van tijdsafhankelijke, maar interindividueel sterk variabele processen, die leiden tot
een geleidelijke afname van de omvang en functie van tal van organen.
Verschillende mechanisme spelen een rol bij veroudering van het lichaam. Het gevolg is het
verlies van cellen leidt en daardoor tot verlies van functie van organen. Vooral de
reservefunctie van organen vermindert, waardoor er een versmalling van de fysiologische
marges ontstaat. Dit leidt tot toegenomen kwetsbaarheid. Door steeds krappere
homeostatische marges kan een steeds kleinere verstoring ertoe leiden dat een
orgaansysteem decompenseert. Omdat andere orgaansystemen ook smallere fysiologische
marges hebben, kan een kettingsgewijze decompensatie ontstaan > cascade breakdown.
Veroudering komt bij iedereen voor, simpelweg verouderen we omdat we een ‘wegwerplichaam’
hebben, een disposable soma.
Disposable somatheorie = centrale verouderingstheorie met als stelling dat wij erop gebouwd zijn
om nageslacht voort te brengen, zo geven wij onze genen door. Na de voortplantingsfase, groei en
ontwikkeling van de nakomeling is het individu evolutionair gezien overbodig waarna
verouderingsprocessen zullen gaan optreden.
Cellen verdwijnen tijdens het leven veelvuldig door apoptose (geprogrammeerde celdood) en
necrose. Het eerstgenoemde proces verloopt in fasen, waarbij geen afbraakproducten vrijkomen
zodat geen afweerreacties worden opgeroepen; bij necrose komen afbraakproducten vrij die o.a. tot
ontstekingsreacties leiden.
Apoptose = geprogrammeerde celdood/systematische processen, geïnitieerd vanuit ons DNA.
Verloopt heel gestructureerd en geprogrammeerd en is volledig volgens gewenst ‘’normaal’’ beloop.
Necrose = stochastisch optreden (kans-gebaseerd), geïnitieerd door externe schadelijke invloeden op
cellen (inflammatie, ischemie, intoxicatie).
- Stochastisch processen: op kansen gebaseerd, toenemend bij ouderen omdat bijvoorbeeld
eiwitten minder snel worden afgebroken langer aanwezig in lichaam langer de kans op
in de aanwezigheid van het eiwit in het lichaam dat er een fout/mutatie optreedt welke zich
kan door ontwikkelen tot een schadelijk iets.
1
,Thema 1 – inleiding gerontologie en geriatrie
Moleculaire achtergrond van veroudering:
Er worden verschillende soorten verouderingsmechanismen onderscheiden welke op verschillende
wijze een bijdrage leveren aan veroudering en ziekte. Tijdens het leven treden veranderingen op in de
structuur van DNA, RNA en eiwitmacromoleculen, die een vermindering van functie tot gevolg
hebben.
Oxidatieve stress: door zuurstofradicalen, maken heel makkelijk verbindingen met andere
moleculen/structuren hierdoor potentiaal hoge mate van lokale schade mogelijk. Meest
voorkomende vrije radicalen zijn zuurstofradicalen (reactieve zuurstofmoleculen die ontstaan in de
citroenzuurcyclus).
- Van de vele verschillende schadelijke factoren vormen vrije zuurstofradicalen en actieve
zuurstofverbindingen (tezamen oxidanten genoemd) een belangrijke groep. Ze ontstaan als
product van de aerobe stofwisseling en kunnen verschillende macromoleculen aantasten.
Maillard reactie: = degradatie van een al volledig (door)ontwikkeld eiwit. Verandering treedt pas op
nadat het eiwit volledig is ontwikkeld. De Maillard-reactie beschrijft een complexe reeks chemische
reacties die optreden onder invloed van warmte, tussen reducerende suikers en aminozuren.
- Maillard reactie: gebaseerd op suiker + aminozuren die onder invloed van warmte zullen
veranderen ontstaat stugger weefsel
voorbeelden van stugheid in de huid en
bloedvaten (warm bloed wat langs stroomt).
Somatische mutaties: Veranderingen in DNA door
bijvoorbeeld UV-straling, waardoor kanker kan ontstaan.
2
, Thema 1 – inleiding gerontologie en geriatrie
Veroudering van orgaansystemen:
Zowel verlies in aanwezigheid absolute aantallen functionele eenheden alsmede verlies van
effectiviteit. Daarnaast ook een verlies/verminderde protectieve functie van de primaire barrières.
Bovenstaande is te vertalen in allerlei orgaansystemen.
- Immuunsystemen: bovenstaande grote bijdrage aan pathogenese van kanker (minder
aanwezigheid en effectiviteit B-/T-cellen). verminderde capaciteit van het
immuunapparaat is de oorzaak van een verhoogde kans op infectieziekten en maligne
gezwelvorming.
- Zenuwstelsel: Zenuwstelsel ondergaat op hogere leeftijd een sterke atrofie, die vooral
neuronen betreft (voornamelijk zichtbaar fronto-temporaal en in de hippocampus).. Tevens
neemt de kwaliteit van de neuronen af met het stijgen van de leeftijd.
Groot verlies aanwezigheid
dendrieten en axonen met hierbij
ook verlies aanwezigheid synapsen.
verminderde synaptische
transmissie is een belangrijke
oorzaak van geheugenverlies en
van stoornissen in stemming en
gedrag.
Al bovenstaande kan zich uiten in:
o Motorisch: verandering
houding, evenwicht en
gang
o Sensorisch: verandering
slaappatroon
o Geheugen: verlies korte termijn geheugen
o Emotie en gedrag: optreden van depressie, angst en agressie
- Slaap: slapen minder diep en korter in duur. Mede hierdoor ook moeizamere overgang tussen
de verschillende slaapstadia waarvoor potentieel frequenter wakker worden bij
overschakelen gedurende slaapcycli. Mede onder invloed verminderde functie (inhiberende
neuronen) van formatie reticulare ARAS, level of arousel.
- Botten: vanaf 30e levensjaar geleidelijke toename van activiteit van osteoclasten botmassa
neemt langzaam af. Na menopauze hoge activiteit osteoclasten (CAVE osteoporose).
- Spieren: atrofie, afname contractiliteit, afname actieve spierspanning, minder motorunits.
- Hart: daling maximale hartfrequentie (intrinsieke frequentie sinusknoop en extrinsieke
factoren verminderde reactie op noradrenaline) en vermindering contractiekracht.
- Vaten: afname rekbaarheid vaatwanden toename weestand stijging systolische
druk/fase compensatie vanuit LV hypertrofie.
- Ademhaling: diverse structurele gevolgen van thorax en longen.
o Thorax: verminderde beweeglijkheid gewrichten, verstijving thoraxwand en
vergroting in voor-/achterwaartse richting.
o Longen: vergroting alveoli, respiratoire oppervlak daalt en verslapping longweefsel.
toename restvolume (functionele residu), afname vitale capaciteit en verlengde
uitademing (afname FEV1).
Door bovenstaande veranderingen zal
de ademhaling minder diep en minder
snel kunnen plaatsvinden.
- Zintuigen: verslechtering visus en
gehoor.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nickkjonk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.58. You're not tied to anything after your purchase.