Samenvatting van Strafrecht met mate, 14e druk, Wolters Kluwer. Deze samenvatting bevat de samenvatting van bijeenkomst 11 Inleiding Straf-en Strafprocesrecht, Rechtsgeleerdheid Maastricht University.
BIJEENKOMST 11 Samenvatting
Blz. 123-150
Hoofstuk 5 De strafbaarheid; voorwaarden en uitzonderingen
Men kan zeggen dat er strafbaarheid bestaat, wanneer:
1. Er een menselijke (of rechtspersoonlijke) gedraging is die
2. Valt binnen een delictsomschrijving
3. Wederrechtelijk is en
4. Aan schuld te wijten
= voorwaarden voor strafbaarheid
5.1 De gedraging (1)
Handelen en nalaten die zich afspelen in de sociale werkelijkheid. Een strafrechtelijke
gedraging vooronderstelt een element van willen.
5.2 De delictsomschrijving (2)
o De delictsomschrijving heeft betrekking op het complex van problemen dat met al
dan niet strafbaar stellen door de wetgever samenhangt.
o De processuele functie van de delictsomschrijving.
Daar waar een schuldvorm hetzij woordelijk, hetzij impliciet in de wet voorkomt, is er sprake
van een bestanddeel van het strafbare feit dat door het OM gesteld moet worden en
waarvan ter terechtzitting het bewijst tot stand moet komen.
Datzelfde geldt voor de wederrechtelijkheid, voor zover deze impliciet of woordelijk in de
wet voor komt. Dit ziet op de wederrechtelijkheid in de specifieke context van de
desbetreffende passage uit de delictsomschrijving = facet-wederrechtelijkheid.
5.3 De wederrechtelijkheid (3)
De wederrechtelijkheid als voorwaarde voor strafbaarheid dient dus goed onderscheiden te
worden van de wederrechtelijkheid als bestanddeel van het strafbare feit (facet-
wederrechtelijkheid).
Als na onderzoek (waarbij de verdachte zich beroept op afwezigheid van wederrechtelijkheid
door een strafuitsluitingsgrond rechtvaardigingsgrond) er twijfel bestaat die de verdachte
zijnerzijds niet kan opheffen, dan valt dit in het voordeel van de verdachte uit (‘in dubio pro
reo’).
De rechter dient te onderzoeken of:
a. De feiten ter ondersteuning van het verweer aannemelijk zijn
b. De aannemelijk geworden feiten de criteria vervullen waaraan het verweer moet
voldoen; en zo ja
c. Welke processuele gevolgen dit heeft.
Rechtvaardigingsgronden:
- Noodweer (art. 41 lid 1 Sr), wettelijk voorschrift (art. 42), ambtelijk bevel (art. 43 lid
1), overmacht (art. 40)
- Speciale rechtvaardigingsgronden: art. 261 lid 3; art. 280 lid 2 en art. 293 lid 2 Sr.
Deze gronden betreffen alleen het delict waar zij bij staan.
Uitzonderingsmethode: Een rechtvaardigingsgrond kan ook als een aparte wetsbepaling zijn
opgenomen; of aan de strafbepaling zelf zijn vastgehaakt in een bijzin die begint met ‘tenzij’.
, In al deze gevallen is niet sprake van wederrechtelijkheid als bestanddeel van het
strafbare feit. Het OM behoeft niet ten laste te leggen of te bewijzen dat de
uitzonderingen niet van toepassing zijn.
Bij de aanwijzingsmethode staat in de strafbepaling zelf de wederrechtelijkheid
geformuleerd door woorden als ‘zonder verlof’ (art. 427 sub 6 Sr), ‘zonder vergunning’,
‘onnodig’, etc. Die moet het OM wel ten laste leggen en bewijzen.
Traditioneel kennen we een paar ongeschreven ‘excepties’ die tot straffeloosheid kunnen
leiden:
- Sport en spel
- Beroep
- Kunst
- Wetenschap
Creatief-grammaticale interpretatie = Als men laat mee achten voor de beoordeling of er
sprake is van een strafbaarfeit dat het schort aan – in de delictsomschrijving niet
voorkomende – wederrechtelijkheid; er wordt een vergoelijkende norm ‘ingelezen’. Zoals bij
het verbod van belediging en vrijheid van meningsuiting.
Beperkende interpretatie van een wetsbepaling is het vervolgde gedrag sociaal
(in)adequaat en of een bestanddeel in de wetsbepaling zó kan worden uitgelegd dat
voor de notie van sociale adequatie ruimte is.
Rechterlijk pardon (bij flutzaken). Het nadeel van art. 9a Sr is dat het een strafblad
oplevert.
Ontbreken materiële wederrechtelijkheid veearts arrest. Het doel wordt juist
gerealiseerd, alleen tegen de wet in.
5.3.1 Wettelijke rechtvaardigingsgronden
5.3.1.1 Noodweer
Art. 41 lid 1 Sr: Niet strafbaar is hij, die een feit begaat, geboden door de noodzakelijk
verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke,
wederrechtelijke aanranding’.
Noodweer =
- (Zelf)verdediging
Deze zelfverdediging is toelaatbaar in zeer dringende omstandigheden, wanneer de
overheid en haar organen niet op dat moment de noodzakelijke bescherming kunnen
geven.
De wetgever vereist allereerst dat er sprake is van een aanranding die plaatsvindt of
onmiddellijk dreigt, en die wederrechtelijk is.
Het gedrag van een dier valt buiten het begrip van (on)rechtmatigheid, hierdoor is het
geen geval van noodweer als iemand zich met geweld tegen een dier te weer stelt.
Alleen voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (ook illegale goederen)
mogen worden verdedigd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudent_maastricht. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.36. You're not tied to anything after your purchase.