Afweer
Paragraaf 1
Mechanische afweer is een vorm van uitwendige bescherming bij planten, zoals doornen en
stekels. Deze werken echter alleen goed tegen grote dieren en niet tegen insecten. Toch is
het in een kosten-baten-analyse voordeliger om zich alleen tegen de grote gevaren te
beschermen. Andere planten hebben wel voorzieningen om alle belagers af te weren. Zo
heeft een acacia boom een mutualistische relatie met mieren. De boom zorgt voor een
woonplaats en voedsel in ruil voor dat de mieren elke belager wegjagen.
Andere planten maken stoffen waarmee ze zich beschermen tegen herbivoren. Dit is een
vorm van chemische afweer. De meeste van die stoffen smaken bitter. Dat maakt de planten
onaantrekkelijk om te eten. Een aantal planten maakt een bijtende, brandende of giftige
stoffen.
Grote en kleine herbivoren van je lijf houden is een ding, schimmels en bacteriën weren is
een andere zaak. Plantencellen herkennen schadelijke schimmels en bacteriën via
receptoren op de celmembranen. Dat leidt tot maatregelen, zoals het sluiten van de
huidmondjes, het maken van H 2 O 2 . Is een cel beschadigd, dan komt er NO (stikstofoxide)
vrij. NO is dodelijk: voor de ziekteverwekkers, maar ook voor de plantencel zelf. De
plantencel maakt meteen een stof die het NO binnen de cel onschadelijk maakt.
Vindt er toch vraat plaats, dan scheiden bijna alle planten stoffen af. Veel geurstoffen
werken als een soort signaal voor de rest van de bladeren. Die bladeren reageren door
stoffen te maken die bladetende dieren niet lekker vinden.
Ook kleine carnivoren zoals wespen en spinnen, kunnen de uitscheidingsstoffen waarnemen.
Daarmee roept de plant de hulp in van de natuurlijke predators van zijn belager. Sommige
planten gaan nog een stap verder. Zij maken in kliercellen buiten de bloemen speciale
nectar voor de vijanden van hun vijand. Dat doen ze echter pas vanaf het moment dat ze
beschadigd zijn.
Paragraaf 2
Op aarde leven heel veel eencellige organismen: bacteriën. Bacteriën hebben geen celkern.
Hun cirkelvormige DNA ligt los in het grond plasma. Bacteriën zijn ingedeeld op:
Leefomgeving (aeroob of anaeroob)
Voedselherkomst (heterotroof of autotroof)
Celvorm (bolletjes of staafjes)
Celwandverschillen
De meeste schadelijke bacteriën leven van organische stoffen die ze uit hun omgeving
opnemen. Daarvan maken ze producten die soms tot heftige reacties bij mensen leiden.
De cholerabacterie maakt het eiwit choleratoxine, waardoor darmcellen water gaan
uitscheiden en dit leidt weer tot diarree, uitdroging of sterfte.
Blauwalgen zijn foto-autotrofe bacteriën, ze maken hun organische stoffen met behulp van
CO 2 , H 2 O en zonlicht. Enkele stoffen die blauwalgen maken zijn giftig, zoals microcystines:
kleine, cirkelvormige peptidemoleculen die de lever beschadigen. Of zoals anatoxine-a, dit
tast de zenuwen aan waarna de ademhaling stopt.
Malariaparasieten is een voorbeeld van een eencellige ziekteverwekker. Het komt in het
lichaam door een prik van de malariamug. De parasieten ontwikkelen zich in de lever en
besmetten rode bloedcellen. Na een paar dagen breken zij uit de rode bloedcellen en komen
gifstoffen vrij, de patiënt krijgt een koortsaanval.
De darmparasiet Giardia lamblia kan in grote aantallen op de darmwand voorkomen, wat
leidt tot diarree.
Dekweefsels vormen een fysische barrière voor ziekteverwekkers en gevaarlijke stoffen.
Deze weefsels bestaan uit nauw aaneensluitende cellen. Ze schermen het inwendige milieu
af van het uitwendige. De opperhuid is een dekweefsel. De buitenste laag is de hoornlaag,
bestaande uit dode, verdroogde cellen die afslijten. De hoornlaag groeit weer aan door
delende cellen van de onderste laag van de opperhuis, de kiemlaag. Met de afvallende cellen
verdwijnen ook bacteriën die op de huid leven. Pas als een wondje in de huid ontstaat,
kunnen de bacteriën binnendringen en ontstekingen veroorzaken.
, Hoofdstuk 12
De bruine huidskleur door de zon is een beschermingsreactie tegen uv door een extra
productie van pigment door melanocyten. Dat pigment hoopt zich op om de kern van
naburige cellen in de kiemlaag en beschermt zo het DNA. Gebeurt dat niet, dan kan het DNA
beschadigen en kan huidkanker ontstaan. Een tweede bescherming tegen uv is de verdikking
van de opperhuid.
Je ademwegen en je verteringsstelsel zijn aan de binnenzijde bedekt met een speciale
cellaag: het slijmvlies. In dit dekweefsel scheiden slijmbekercellen slijm af dat
bacteriedodende stoffen bevat.
Dekweefselcellen van de luchtwegen hebben trilharen, die met krachtige slagen het
vervuilde slijm richting de keelholte brengen. Daar slik je het in. De biochemische barrière
van de maag overleven de meeste bacteriën niet.
Paragraaf 3
Muggen zuigen bloed om aan eiwitten te komen, daarvoor
doorboren ze de huid. Via monddelen van de mug kunnen
ziekteverwekkers binnendringen.
Virussen maken gebruik van cellen om zich te vermeerderen.
Een virus bestaat uit erfelijk materiaal met daaromheen een
eiwitkapsel en soms, bij dierlijke virussen, daar omheen een
membraan met eiwitten. Met die eiwitten hecht een virus zich
aan receptormoleculen in het membraan van de gastheercel. De
gastheercel neemt het virus op via endofytische en eenmaal
binnen, komt het erfelijk materiaal van het virus vrij.
Kom een virus in het bloed, dan treedt de tweede
verdedigingslinie in actie: de niet-specifieke afweer. Dat is een
opruim systeem van witte bloedcellen dat lichaamsvreemde deeltjes die binnendringen,
onschadelijk maakt.
Het bloedplasma bevat eiwitten
die geïnfecteerde en vreemde
cellen opruimen: de
complementeiwitten. Dringt een
organisme het lichaam binnen,
dan komen zij in contact met
complementeiwitten. De eiwitten
van de bacterie zijn heel specifiek
en werken als
herkenningseiwitten voor je
afweersysteem: antigenen. Een
aantal complementeiwitten vormt
nu een eiwittengroep, die bindt
aan het oppervlak van de
ziekteverwekker. De eiwitgroep
maakt gaten in het celmembraan van de bacterie: de bacterie sterft. Ook hinderen de
eiwitten de bacterie in zijn bewegingen en trekken ze aandacht van witte bloedcellen van de
algemene afweer, de macrofagen en de dendritische cellen. Die ruimen de ziekteverwekker
op. Al deze eiwitten vormen het complementsysteem.
Je lichaam heeft veel verschillende witte bloedcellen beschikbaar voor de bestrijding van
ziekteverwekkers. Deze bloedcellen komen ook in de lymfe- en weefselvloeistof voor. Eén
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sabinedeelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.