samenvatting voorbereiding practicum 1 (NE)- fysiologie van het orgaanstelsel
3 views 0 purchase
Course
Fysiologie van de orgaanstelsels (1052FBDBMW)
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
De samenvatting heeft al de info die je moet doornemen voor practica 1 vertaald naar het Nederlands en ordelijk samen gezet. Het omvat onder andere: bloeddruk, longvolumes, cardiorvespiratoire effecten van inspanning.
- Bloeddruk nodig om bloed doorheen lichaam te pompen druk gecreerd door contractie van de
ventrikels (systole)
- Bloed vloeit van hoge naar lage druk de contraherende ventrikels creeren een beetje hogere druk
dan in de arteriën
- Bloed druk zakt waneer bloed doorheen de arterien, arteriolen ,… enzo vloeit
- Bloeddruk= de druk uitgeoefend door het bloed op de wand van de BV
- De bloedruk is pulsatiel
- Bloeddruk wordt vaak bedoeld de druk gemeten in systemische arteriën: max bij systole en min bij
diastole (=ventriculaire relaxatie)
- (systolic/diastolic) = (120/80) verschil hiertussen = pulsdruk (mmHg)
BLOEDDRUK METINGEN
De combinatie van een manchet en een manometer wordt een sfygmomanometer genoemd. Traditioneel
werden kwikmanometers gebruikt, omdat een met water gevulde manometer 13,5 keer zo groot zou moeten
zijn als een kwikmanometer. Maar tegenwoordig wordt de manometer vervangen door een eenvoudige
manometer.
Systolische druk
, 1) Cuff wordt aangebracht op bovenarm om bloedflow doorheen de brachiale arterie te stoppen
2) Als de druk in cuff groter is dan die in de arterie wordt bloed flow volledig tegen gehouden en hoor je
geen pols meer onder de cuff
3) Laat langzaam druk van cuff zakken
4) Waneer het de piek systolische druk berijkt is er flow maar deze is turbilent dit genereert Korotkoff
sound
Diastolische druk
Arteriën krijgen normale diameter terug bloed flow wordt laminair en het geluid verdwijnt
Mean arterial boold pressure: tussen 70 en 105 mmHg
Mean arterial blood pressure (MABP)= gemiddelde bloeddruk in de arteriën over 1 cardiale cyclus
WAT BEPAALT DE ARTERIËLE BLOEDDRUK
DE FLOW
Onze weefsels hebben een adequate bloedstroom (stroomsnelheid, Q)
nodig om de weefsels van voedingsstoffen en zuurstof te voorzien en
de ophoping van metabolische bijproducten te voorkomen. Om een
adequate bloedstroom te handhaven, regelt ons lichaam de bloeddruk,
aangezien de stroomsnelheid evenredig is met de drukgradiënt (ΔP)
langs het bloedvat. De stroomsnelheid wordt gemeten als het volume
bloed dat per tijdseenheid door een bloedvat stroomt.
, Dus hoe kunnen we de stroomsnelheid van het hart- en vaatstelsel
bepalen? Omdat het hart- en vaatstelsel een gesloten systeem is, zal al
het bloed dat het hart verlaat, terugkeren naar het hart. We weten dat
het hart bij elke slag een bepaalde hoeveelheid bloed wegpompt
(slagvolume), en een bepaald aantal keren per minuut klopt (hartslag in
slagen per minuut, of BPM). Als we deze vermenigvuldigen, krijgen we
het volume vloeistof dat het hart per minuut verlaat. Dit staat bekend
als cardiac output (CO) en vertegenwoordigt de stroomsnelheid van het
cardiovasculaire systeem.
De bloeddruk daalt van de aorta naar de vena cavae. Deze drukdaling is
het gevolg van de weerstand (R) tegen de bloedstroom in het hart- en
vaatstelsel. Dat wil zeggen, hoe moeilijk het is voor vloeistof om door
het cardiovasculaire systeem te stromen. Dit wordt samengevat in de
volgende vergelijking:
DE WEERSTAND
Bij gestroomlijnde niet-turbulente stroming zijn de factoren die de
weerstand bepalen de viscositeit (dikte) van het bloed en de lengte en
straal van het bloedvat. Het verband hiertussen wordt beschreven door
de volgende vergelijking:
Uit de vergelijking voor de weerstand blijkt dat de viscositeit (η) en
de lengte van het vat (l) rechtstreeks verband houden met de
weerstand. Dat wil zeggen, als een van beide toeneemt, neemt de
weerstand toe. De grootste invloed op de weerstand heeft echter
de straal van het vat (r). Dit komt doordat, wanneer een vloeistof
door een buis stroomt, de buitenste laag die in contact komt met
de wand, langzamer beweegt dan de laag direct daarbinnen. Elke
laag is immers steeds langzamer dan de laag erbinnen, waarbij de
stroming in het midden het snelst is.
VASCULAIRE WEERSTAND
Wij weten dat de doorsnede van de bloedvaten de belangrijkste determinant is van de weerstand tegen de
bloedstroom. Waarom hebben de arteriolen dan de hoogste vaatweerstand (55%) en niet de haarvaten (20%)?
Het antwoord ligt in het verschil tussen serieweerstand en parallelle weerstand.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulienmeulemeester. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.