Dit zijn alle termen voor Ontwikkelingspsychologie voor 1B. Bovenaan staat tevens alle hoofdstukken en hoe ze ook in het document staan. Per studietaak hoofdstukken.
Thank you for your review! If there is not something in order I like to hear it!
Seller
Follow
anoniem670
Reviews received
Content preview
Paiget conversatie komt er misschien in!!
Spiegeltheorie de huizen en autotjes daadwerkelijk zo is zoals het er bestaat.
Sleuteltheorie elke dier kan zijn omgeving anders bekijken object wereld - subject dieren enzo
1. De student kan de volgende theorieën uit de ontwikkelingspsychologie beschrijven:
- Het psychodynamisch perspectief
- Het behavioristisch perspectief
- Het cognitief perspectief
- Het evolutionair perspectief
- Het contextueel perspectief
Het psychodynamisch perspectief (Freud, Erikson): Focus ligt op innerlijke kracht.
Problemen liggen in je eigen lichaam waar je
ook zelf weer moet uitkomen.
Definitie uit het boek: “Psychodynamisch
perspectief: benadering van ontwikkeling
waarbij men ervan uitgaat dat gedrag
gemotiveerd wordt door innerlijke krachten,
herinneringen en conflicten waarvan een
persoon zich nauwelijks bewust is en waarover
hij weinig controle heeft.”
De innerlijke krachten zijn begonnen in de
kindertijd en blijven iemands gedrag zijn hele
leven beïnvloeden.
De psychoanalytische theorie van Freud De psychoanalytische theorie van Freud:
theorie van Freud die ervan uitgaat dat
onbewuste krachten bepalend zijn voor
iemands persoonlijkheid en gedrag. De
onbewuste delen van iemands persoonlijkheid
bevat infantiele wensen, verlangens en
behoeften die vanwege hun verstorende aard
afgesloten zijn van het bewustzijn. Voorbeeld:
een kind kan ervaren dat het te weinig
aandacht krijgt van zijn opvoeders. Om dit
tekort te compenseren vraagt het steeds
aandacht van de juf op school en later van zijn
partner. De aandacht is echt nooit genoeg en
de persoon in kwestie is zich er niet van
bewust dat dit gedrag voortkomt uit het
ervaren tekort uit de vroege kindertijd.
Volgens Freud bevat elke persoonlijkheid drie aspecten:
Id Het primitieve, ongeorganiseerde, aangeboren
deel van de persoonlijkheid dat aanwezig is bij
de geboorde. Het staat voor onze primitieve
driften die verband houden met honger, seks,
agressie en irrationele impulsen. Het id
opereert vanuit het genotprincipe, met het
- Ontwikkelingspsychologie Termen 1
, doel om zoveel mogelijk bevrediging en zo
weinig mogelijk spanning te opereren.
Ego Het rationele en redelijke deel van de
persoonlijkheid. Het vormt een buffer tussen
de echte wereld om ons heen en het
primitieve id. Het ego opereert vanuit het
realiteitsprincipe, waarbij instinctieve energie
in toon wordt gehouden om de veiligheid van
het individu te bewaren en hem te helpen
integreren in de samenleving.
Superego Vertegenwoordigd volgens Freud iemands
geweten en maakt het onderscheid tussen
goed en kwaad. Het ontwikkelt zich rond
vijf/zes-jarige leeftijd. Mensen nemen het over
van bijvoorbeeld familieleden, onderwijzers of
andere belangrijk mensen in hun leven.
2
,Gemiddelde Freuds Belangrijkste kenmerken Eriksons stadia Positieve en negatieve resultaten
leeftijd Stadia van van Freuds stadia van van Eriksons stadia.
psychosek psychosociale
suele ontwikkeling
ontwikkeli
ng
Geboorte tot Oraal Interesse in orale Vertrouwen Positief
12- 18 bevrediging door zuigen, versus Vertrouwen dankzij steun van de
maanden eten, bewegen van de wantrouwen omgeving.
lippen en bijten. Negatief
Angst en zorgen over anderen.
12 - 18 Anaal Bevrediging door feces Autonomie Positief
maanden tot op te houden en zich te versus schaamte Onafhankelijkheid als onderzoek
3 jaar ontlasten; wennen aan en twijfel wordt gestimuleerd.
de controle- Negatief
mechanismen van de Twijfels over zichzelf, gebrek aan
maatschappij met onafhankelijkheid.
betrekking tot
zindelijkheidstraining.
3 tot 5 -6 Fallisch Interesse in de Initiatief versus Positief
jaar genitaliën; weten om te schuld Ontdekken van manieren om
gaan met dingen in gang te zetten.
oedipuscomplex, dat Negatief
leidt tot identificatie met Schuldgevoel over daden en
de ouder van dezelfde gedachten.
sekse.
5 - 6 jaar tot Latentie Seksualiteit grotendeels Vlijt versus Positief
adolescentie op de achtergrond. minder- Groeiende besef van competenties.
(12 jaar) waardigheid Negatief
Gevoelens van minderwaardigheid,
geen vertrouwen in eigen kunnen.
Adolescentie Genitaal Opnieuw ontluiken van Identiteit versus Positief
tot seksuele interesses en identiteits- Bewustzijn van de eigen uniekheid,
volwassenhe aangaan van volwassen verwarring weten welke rol te spelen.
id (Freud) seksuele relaties. Negatief
Adolescentie Onvermogen om de juiste rollen in
(Eriksons) het leven te identificeren.
Eerste Intimiteit versus Positief
volwassenhe isolement Ontwikkeling van liefdevolle
id (Erikson) seksuele relaties en hechte
vriendschappen.
Negatief
Angst voor relaties met anderen.
Volwassenhe Generativiteit Positief
id (Erikson) versus stagnatie Gevoel bij te dragen aan de
continuïteit van het leven.
- Ontwikkelingspsychologie Termen 3
, Negatief
Bagatelliseren van eigen
activiteiten.
Rijpheid Integratie versus Positief
(Erikson) wanhoop Gevoel van eenheid in wat men in
het leven heeft bereikt.
Negatief
Spijt van gemiste kansen.
De psychosociale theorie van Erikson omvat veranderingen in de manier waarop we
aankijken tegen onze interacties met anderen,
tegen het gedrag van anderen en tegen onszelf
als leden van de maatschappij.
Volgens de theorie van Erikson ontwikkelen
mensen zich gedurende hun leven in acht
aparte stadia. Deze stadia manifesteren zich
volgens een vast patroon en zijn min of meer
gelijk voor alle mensen. Volgens Erikson is in
elk stadium sprake van een crisis of een
conflict dat het individu moet oplossen. In
tegenstelling tot Freud, die meent dat de
ontwikkeling min of meer compleet is tegen de
tijd dat een individu de adolescentie heeft
bereikt, is Erikson van mening dat groei en
verandering gedurende het hele leven
doorgaan.
Fase Leeftijd Levenstaak Deugd
Zuigelingen fase 0 tot 18 maanden Vertrouwen versus Hoop
fundamenteel
wantrouwen
Peuter fase 18 maanden tot 3 jaar Autonomie versus Wil
schaamte en twijfel
Kleuter fase 3 tot 5 jaar Initiatief versus Doelgerichtheid
schuldgevoel
Basisschool fase 6 tot 12 jaar Vlijt versus Competentie
minderwaardigheid
Adolescentie fase 12 tot 18 jaar Identiteit versus Trouw
inditeitsverwarring
Vroege volwassenheid 18 tot 35 jaar Intimiteit versus Liefde
isolement
Middelbare 35 tot 55-65 jaar Generativiteit versus Zorg
volwassenheid stagnatie
Late volwassenheid 55-65 jaar tot de dood Ego-integriteit versus Wijsheid
wanhoop
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoniem670. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.63. You're not tied to anything after your purchase.