Samenvatting H1 t/m H7 van "Basisboek methoden en technieken" (Baarda et al., 2012); 5e druk! Uitgebreid en beknopt, overzichtelijk geschreven en visueel weergegeven met plaatjes en diagrammen, om het leren zo makkelijk mogelijk te maken. Kan ook als basis gebruikt worden voor onderzoeksmethode bij...
SAMENVATTING METHODEN EN TECHNIEKEN VAN
ONDERZOEK
H1, H2, H3, H4, H5, H6, H7
H1: WAT IS MIJN ONDERZOEKSPROBLEEM, DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAAG?
1.1 WAT IS MIJN PROBLEEMSTELLING?
Aan een onderzoek gaat bijna altijd een probleem vooraf dit is de aanleiding voor je onderzoek.
Een DOELSTELLING van een onderzoek gaat over wat er bereikt moet worden en wordt meestal geformuleerd
als “inzicht krijgen in…”.
1.2 IS ER AL INFORMATIE AANWEZIG?
Meestal ga je eerst oriënteren en literatuur/theorieën onderzoeken.
1.3 WAT IS MIJN ONDERZOEKSVRAAG?
Stappen bij het formuleren van een onderzoeksvraag zijn:
1) Formuleer een voorlopige onderzoeksvraag;
2) Kijken of er sprake is van deelvragen;
3) Kijken of het een vraag is;
4) Kijken of het een open of gesloten vraag is;
5) Kijken naar alternatieven;
6) Formuleren definitieve onderzoeksvraag.
Bij kwalitatief onderzoek is het doel om zaken vast te stellen. Bij kwantitatief onderzoek ga je dingen
ontdekken.
1.4 WIE OF WAT ZIJN DE ONDERZOEKSEENHEDEN?
EENHEDEN zijn onderdelen uit je populatie, je doet er onderzoek naar, het hoeven niet persé respondenten te
zijn (en andersom hoeven respondenten ook niet altijd eenheden te zijn).
POPULATIE is de verzameling van je eenheden.
EXTERNE VALIDITEIT
De mate waarin je de onderzoeksresultaten kunt genereren naar de beoogde populatie.
De SPLITSING TECHNIEK wordt gebruikt om je populatie en eenheden helder te krijgen en omvat een
splitsing van steeds subjecten.
1.5 WAT ZIJN DE KENMERKEN EN WAT IS HUN ONDERLINGE RELATIE?
, De begrippen kenmerken, variabelen en soorten kenmerken zullen worden toegelicht.
KENMERK een abstract begrip, het is meetbaar. Bijv. geslacht.
VARIABELE het begrip is in meetbare termen geformuleerd en variabelen kennen scores, zoals mooi-lelijk
Wanneer er meer dan 2 kenmerken zijn, kunnen die kenmerken verschillende rollen aannemen: Directe
onafhankelijke kenmerken, directe afhankelijke kenmerken en indirecte controlekenmerken.
1. DIRECTE ONAFHANKELIJKE KENMERKEN
Hierna is er een gevolg, dit is zelf geen gevolg
Het is belangrijk om te kijken of er sprake is van CAUSALITEIT (een oorzakelijk verband) en of dit te
toetsen is.
Is het onderzoek de juiste weergave van de werkelijkheid?
2. DIRECTE, AFHANKELIJKE KENMERKEN
Het gevolg van iets, dus afhankelijk (bijv. je bent aantrekkelijker na een ingreep). De onafhankelijke
moet altijd voor de afhankelijke plaatsvinden.
Er kan wederkerigheid zijn: eigenlijk 2 causale relaties vriendelijkheid van de klant kan invloed hebben op
vriendelijkheid van de verkoper, maar vriendelijkheid van de verkoper kan ook invloed hebben op de
vriendelijkheid van de klant. Dan is er dus sprake van een wederkerige relatie.
3. INDIRECTE CONTROLEKENMERKEN
Als er een causale relatie is tussen 2 of meer kenmerken, is het belangrijk om na te denken over welke
kenmerken mogelijk van invloed zijn. Er zijn verschillende indirecte controle kenmerken:
MODERATORKENMERK
o Kenmerk dat het resultaat verandert, bijv. geslacht
MEDIËRENDE KENMERKEN
o Derde variabele hangt samen met de onafhankelijke en afhankelijke variabele en
vormt een deel van de relatie
CONFOUNDINGEFFECT
o Derde variabele hangt met beiden samen, maar vormt geen tussenschakel.
1.6 WELKE ETHISCHE PROBLEMEN KUNNEN ZICH VOORDOEN?
Belanghebbende partijen bji een onderzoek zijn:
De respondent
De opdrachtgever
De onderzoeker
Etnisch verantwoord volgens respondent als:
De respondent toestemming heeft gegeven en de gegevens anoniem zijn;
2
, Er een juiste voorlichting is over het doel en de werkwijze van het onderzoek;
De uitkomst van het onderzoek geen nadelige effecten voor de respondent heeft.
Haalbaarheid wordt bepaald door:
Tijd
Geld
Bereid- en bereikbaarheid
Risicoanalyse
Risico’s kunnen zijn:
Te weinig tijd;
Onverwachte kosten;
Onvoldoende respondenten;
Middelen niet beschikbaar;
Geen steun opdrachtgever;
Problemen tussen onderzoekers;
Onvoorziene activiteiten.
H2: HOE KIES JE HET ONDERZOEKSONTWERP?
2.1 WAT VOOR SOORT ONDERZOEKSVRAGEN ZIJN ER?
Bij het maken van een onderzoeksopzet is het al belangrijk om te bepalen om welk soort onderzoeksvraag het
gaat. Er zijn 3 soorten onderzoeksvragen:
FREQUENTIEONDERZOEKSVRAGEN hoe veel, hoe vaak, in welke mate komt iets voor? De
resultaten worden weergegeven in percentages of als gemiddelden
VERSCHILONDERZOEKSVRAGEN een vergelijking van onderzoekseenheden. Om verschillen
tussen groepen goed te onderzoeken is een experimenteel onderzoeksontwerp nodig, de groepen zijn
dan door de onderzoeker zelf te manipuleren.
SAMENHANGONDERZOEKSVRAGEN de samenhang tussen 2 kenmerken
(correlatie/relatie/verband)
Positief verband Negatief verband
Hoge score ene kenmerk leidt tot Hoge score ene kenmerk leidt
hoge score andere kenmerk lage score andere kenmerk (werkdruk-
(leeftijd-lichaamsgewicht) arbeidstevredenheid)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmindrinkenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.