100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Arrestensamenvatting Strafprocesrecht compleet $7.21   Add to cart

Judgments

Arrestensamenvatting Strafprocesrecht compleet

 35 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Deze arrestensamenvatting Strafprocesrecht bevat een korte, maar toch voldoende uitgebreide en heldere, samenvatting van alle voorgeschreven arresten van week 1 t/m 11 in .

Preview 3 out of 16  pages

  • December 5, 2019
  • 16
  • 2019/2020
  • Judgments
  • Unknown
avatar-seller
Arrestensamenvatting Strafprocesrecht 2019-2020
Week 1:
Geen voorgeschreven jurisprudentie.
Week 2:
HR De stille sms-arrest: dit arrest gaat in op de normering van zogenaamde ‘lichte’
opsporingsmethoden die hun grondslag niet (expliciet) vinden in de wet zoals art. 1 Sv (het
strafvorderlijk legaliteitsbeginsel) in beginsel vereist, maar toegestaan zijn op grond van de
algemene politiebevoegdheid tot opsporing ex art. 3 Politiewet of art. 141/142 Sv. Het
gebruik van de ‘stille sms’ is als zodanig niet in een daarop toegesneden wettelijke bepaling
geregeld. Voor een dergelijke wijze van opsporing moet worden aangenomen dat de
opsporingsambtenaren o.g.v. art. 3 Politiewet 2012 en art. 141 en 142 Sv alleen bevoegd zijn
haar in te zetten op een wijze die een beperkte inbreuk maakt op grondrechten van burgers
en die niet zeer risicovol is voor de integriteit en beheersbaarheid van de opsporing.
Toepassing van deze opsporingsmethode jegens de gebruiker van het telefoontoestel kan
i.h.b. onrechtmatig zijn indien zij i.v.m. de duur, intensiteit en frequentie ervan geschikt is
om een min of meer compleet beeld te verkrijgen van bepaalde aspecten van het persoonlijk
leven van de betrokkene.
In dit arrest door het Hof overwogen dat het mocht en de HR laat dat in stand. ‘Dat oordeel
is i.c. ook niet onbegrijpelijk mede in aanmerking genomen dat het Hof heeft vastgesteld dat
gelet op duur en frequentie van toezending slechts een beperkt beeld van de bewegingen
van de gebruiker werd verkregen, het opsporingsmiddel met toestemming van de OvJ is
ingezet, ondanks gebreken in de verslaglegging voldoende duidelijkheid over de inzet van de
methode is verkregen en reeds uitvoering werd gegeven aan door de OvJ Sv gegeven
bevelen en een machtiging van de R-C was verstrekt.
 Van geval tot geval moet dus worden getoetst of ‘lichte methoden’ zijn toegestaan.
Gebruik dit arrest voor het onderscheid tussen stelselmatigheid of niet-
stelselmatigheid van de inbreuk op grondrechten ook bij beoordeling andere
methoden!
HR Stormsteeg-arrest: voor het rechtmatige gebruik van bepaalde opsporingsbevoegdheden
vereist de wet dat er tegen een verdachte ‘ernstige bezwaren’ bestaan. In de literatuur
wordt dit begrip uitgelegd als ‘een sterkere mate van verdenking’ en dat ‘het waarschijnlijk is
dat de verdachte een bepaald strafbaar feit heeft gepleegd’. Het is dus een sterk vermoeden.
In dit arrest ging het om het fouilleren van een verdachte ex art. 9 lid 2 Opiumwet. De
opsporingsambtenaren kwamen een man tegen in een gebied waarvan bekend stond dat er
veel handel en gebruik van drugs plaatsvond. Toen de man de agenten zag, schrok hij
zichtbaar en rende hij weg. Hij werd vervolgens gefouilleerd en men vond drugs. Volgens de
HR zorgden ‘de schrikreactie van de man, naast de algemene bekendheid omtrent de
opiumdelicten die op die locatie werden gepleegd ervoor dat er voldoende omstandigheden
waren om te spreken van ernstige bezwaren jegens de man, hij verdachte werd en
gefouilleerd mocht worden.’

,HR Anonieme informatie-arrest: op grond van anonieme informatie kunnen jegens personen
verdenkingen rijzen. Het ligt echter in de aard van een anonieme melding dat deze
onbetrouwbaar is, omdat het lastig te verifiëren is of de melder de waarheid vertelt. Men
kan immers ook van alles verzinnen om anderen lastig te vallen. Dat is niet de bedoeling.
Uit dit arrest volgt dat een verdenking van overtreding van de Opiumwet kan worden
aangenomen o.b.v. anoniem aan de politie verstrekte informatie en dat het in het geval van
een zgn. Meld Misdaad Anoniem-melding doorgaans gewenst is dat zo mogelijk enig nader
onderzoek plaatsvindt ter verificatie van die informatie. In beginsel moet een melding dus
geverifieerd worden door bijvoorbeeld op te zoeken in de Basisregistratie of een persoon
ook ergens woont/staat ingeschreven of een poosje observatie. Wanneer nadere verificatie
van de melding achterwege gelaten wordt en men direct opsporingsbevoegdheden inzet
hoeft dat echter niet onrechtmatig te zijn, bijvoorbeeld indien er sprake is van een geval dat
de inhoud van de melding tot spoed noopte en de melding voldoende specifiek was.
Week 3:
HR Zigeunerdames-arrest: in dit arrest hadden diverse zigeunerdames al een aantal keer
winkels beroofd. Er was een signalement van de dames uitgegaan en agenten zagen een
auto rijden met dames die aan het signalement leken te voldoen. Ze gaven een stopteken en
hielden de auto aan en vroegen naar het rijbewijs (terwijl het hen eigenlijk ging om de
diefstallen te checken). Er werd dus een toezichtbevoegdheid gebruikt, terwijl de dames al
verdachte waren ex art. 27 Sv. De HR keurt het goed, want er is naar het rijbewijs gevraagd
en gecontroleerd en dus mag het.
Verschil met Dynamische verkeerscontrole: in dit arrest waren de dames al verdachte en in
het Dynamische verkeerscontrole-arrest waren de inzittenden van de auto dat niet. Toch
mogen in beide situaties onder omstandigheden toezichtbevoegdheden voor opsporing
gebruikt worden.
HR Dynamische verkeerscontrole-arrest: dit arrest gaat over misbruik van bevoegdheid door
opsporingsambtenaren (détournement de pouvoir). De Hoge Raad neemt aan dat hiervan
niet snel sprake is. Uit het arrest blijkt dat vooropgesteld moet worden dat het uitoefenen
van controlebevoegdheden als bedoeld in art. 160, eerste en vierde lid, WVW 1994 verband
dient te houden met de naleving van de bij of krachtens de WVW 1994 gegeven
voorschriften. Indien daadwerkelijk inzage is gevorderd in het rijbewijs en/of de
kentekenpapieren van het voertuig, mag worden aangenomen dat de bevoegdheden van
art. 160, eerste en vierde lid, WVW 1994 zijn uitgeoefend ter controle van de naleving van
de bij of krachtens de WVW 1994 vastgestelde voorschriften. Zolang een dergelijke
controlebevoegdheid, uitgevoerd door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, mede
is uitgeoefend ter controle van de naleving van de bij of krachtens de WVW 1994
vastgestelde voorschriften als bedoeld in het eerste en het vierde lid van art. 160 WVW 1994
is die uitoefening derhalve in beginsel rechtmatig, ook indien die bevoegdheid daarnaast het
verrichten van opsporingshandelingen mogelijk maakt waarop deze bepalingen niet zien.
Ten tweede maakt de Hoge Raad een opmerking over etnisch profileren: bij een
verkeerscontrole kan dit voorkomen indien de selectie van het voor een verkeerscontrole in

, aanmerking komend voertuig uitsluitend of in overwegende mate is gebaseerd op etnische
of religieuze kenmerken van de bestuurder of andere inzittenden van dat voertuig. Dat is
niet toegestaan en er moeten meer omstandigheden zijn (in casu mocht het wel en was er
sprake van buitenlandse inzittenden, een duur type auto in een bepaalde wijk, de firma
waarbij het kenteken stond geregistreerd was een bekend bedrijf in deze kringen, etc).
HR Geweer-arrest: dit arrest gaat over de zogenaamde ‘voortgezette toepassing’ van
opsporingsbevoegdheden. In deze zaak was een agent naar een café gegaan om te
controleren of de Drankwet werd nageleefd. Tijdens die controle kwam hij echter een
wapen tegen en wilde hij deze in beslag nemen. De vraag was of dat was toegestaan omdat
hij tijdens controle van de ene wet (Drankwet) een overtreding van een andere wet (Wet
Wapens en Munitie) vond. De HR stelde dat indien een opsporingsambtenaar ‘tijdens de
rechtmatige uitoefening van een bepaalde aan hem toegekende bevoegdheid het redelijke
vermoeden krijgt dat er ook een ander strafbaar feit wordt begaan, hij deze bevoegdheid
tevens mag gebruiken voor het opsporen van dat andere strafbare feit’.
HR Nalatige inspecteur-arrest: dit arrest gaat over de cautie (het wijzen op het zwijgrecht
van de verdachte voor verhoor). Uit dit arrest blijkt dat zodra iemand als verdachte is
aangemerkt én opsporingsambtenaren hem vragen stellen die verband houden met het
strafbare feit waarvan hij verdacht wordt, er sprake is van een situatie van ’verhoor’. Of dit
op staat of in de officiële verhoorkamer op het politiebureau plaatsvindt doet niet ter zake.
Indien er vragen worden gesteld over het strafbare feit, moet de cautie worden gegeven. Bij
verzuim daarvan moet de verklaring worden uitgesloten als bewijs, tenzij de belangen van
de verdachte daardoor niet zijn geschaad.
HR Braak bij binnentreden-arrest: Een opsporingsambtenaar is, ook indien hij op grond van
de wet (een opsporingsbevoegdheid) of op last van bijvoorbeeld de OvJ bevoegd is om tegen
de wil van een bewoner een woning te betreden, niet onder alle omstandigheden gerechtigd
zich de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak.
Een opsporingsambtenaar mag zich alleen toegang door middel van braak verschaffen indien
hierbij een goede afweging gemaakt is met de beginselen van de goede procesorde, zoals de
vraag of het belang van het onderzoek een inbreuk op het recht van huisvrede noodzakelijk
maakt en dat deze inbreuk dan niet groter is dan door de omstandigheden gerechtvaardigd
is. Hierbij moet rekening gehouden worden met het proportionaliteitsbeginsel (de inbreuk
mag niet groter zijn dan noodzakelijk). Ook moet aan de bewoners de gelegenheid worden
gegeven indien mogelijk om de opsporingsambtenaar vrijwillig tot de woning toe te laten.
Ook het subsidiariteitsbeginsel speelt een rol: alvorens dwang te gebruiken, dient men de
gelegenheid tot vrijwillige medewerking te verlenen, terwijl bij een huiszoeking de
betrokkenen eveneens in de gelegenheid moeten worden gesteld tot vrijwillige
medewerking.
Kortom: inbraak mag niet zomaar, alleen als laatste redmiddel. Ook niet meer inbraakschade
aanrichten dan nodig en de bewoners altijd, zo mogelijk, de kans geven tot meewerking.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rickweijers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83750 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.21  2x  sold
  • (0)
  Add to cart