100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Selfregulation samenvatting uitgebreid boek $5.97   Add to cart

Summary

Selfregulation samenvatting uitgebreid boek

 47 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting voor het vak self-regulation dat wordt gegeven in het tweede blok vanaf jaar 2 aan de Universiteit Utrecht. De samenvatting is gebaseerd op het boek ‘Understanding motivation and emotion’ van Reeve (2018). De samenvatting bevat hoofdstuk 4 t/m 17. Belangrijke begrippen zijn gemarke...

[Show more]

Preview 4 out of 74  pages

  • December 5, 2019
  • 74
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Self-regulation
Hoofdstuk 4 t/m 17




Samenvatting voor het vak self-regulation dat wordt gegeven in het tweede
blok vanaf jaar 2 aan de Universiteit Utrecht. De samenvatting is gebaseerd op
het boek ‘Understanding motivation and emotion’ van Reeve (2018). De
samenvatting bevat hoofdstuk 4 t/m 17. Belangrijke begrippen zijn gemarkeerd
en plaatjes toegevoegd ter verduidelijking. Let op: de samenvatting is
Nederlands, belangrijke Engelse termen zijn toegevoegd.

,H4 – Fysiologische behoeften
Behoeften
• Een behoefte (need) is een essentiële conditie voor groei en welzijn. Het hebben van
eten, water en slaap (need support) zorgt voor groei en welzijn, maar een tekort aan
eten, water en slaap (need twarth) zorgt dat de groei stopt en het welzijn verminderd. Dit
is bedreigend en zorgt ervoor dat het lichaam defensieve mechanismen in werking zet
om schade te voorkomen.
• Er zijn 3 soorten behoeften: 1) fysiologische behoeften (honger, dorst, seks): biologische
condities die zorgen voor het synchroniseren van hersenstructuren, hormonen en
organen die het welzijn van het lichaam reguleren.
• 2) psychologische behoeften (autonomie, competentie, het hebben van relaties): men
zoekt interacties op die zorgen voor persoonlijke groei, sociale ontwikkeling en
psychologisch welzijn.
• 3) impliciete behoeften (prestatie, affiliatie, macht): een psychologisch proces waarbij
men interacteert in een omgeving die geassocieerd wordt met positieve emoties tijdens
het socialisatieproces. Dit draait om emoties die ontstaan zijn uit unieke ervaringen.
Impliciete behoeften verschillen per persoon.
• Alle behoeften zorgen voor energiek, persistent gedrag. Elke behoefte wordt op een
andere manier geuit in het gedrag. Sommige behoeften zorgen voor een groeimotivatie,
andere behoeften voor een tekortmotivatie (deficiency motivation).
• Bij een tekortmotivatie gaat het goed, totdat er sprake is van deprivatie (na 10 uur niet
eten honger hebben).Dit zorgt voor spanning en een gevoel van urgentie met
bijbehorende emoties als angst, frustratie, pijn en verlichting.
• Groeimotivaties beïnvloeden het gedrag subtieler, zoals bv. het inloggen op Facebook
als je een behoefte aan relaties hebt. Dit zorgt voor positieve emoties zoals interesse,
blijheid, hoop en vitaliteit.

De grondbeginselen van regulatie
• Volgens de drive theory (Hull) zorgen fysiologische deprivatie en tekorten voor
biologische behoeften. Als de behoefte niet bevredigd wordt, wordt de biologische
deprivatie steeds heftiger totdat alle aandacht erop gericht is, wat zorgt voor een
psychologische drive. Drive refereert naar psychologisch discomfort (spanning en
rusteloosheid) door een biologisch tekort.
• De drive zorgt dan voor actie en richt de energie op gedrag dat het biologische tekort
vermindert. Hierdoor neemt de drive weer af. Er is sprake van een cyclisch patroon met 7
kernregulatieprocessen: behoefte, drive, homeostatis, negatieve feedback, multipele
inputs/outputs, intra-organismische mechanismen
en extra-organismische mechanismen.

1) Fysiologische behoefte: gaat om een biologisch
tekort, dat te maken heeft met tekorten in het bloed
en het weefsel.

2) Psychologische drive: de bewuste uiting van een
onderliggende, onbewuste behoefte. Deze
psychologische drive zorgt voor motivatie, wat zorgt
voor doelgericht denken en gedrag.

3) Homeostatis: de neiging van het lichaam om een
stabiele, interne staat te behouden (bv. lichaamstemperatuur).

4) Negatieve feedback: het fysiologische stopsysteem van de homeostatis. Negatieve
feedback stopt gedrag. Het negatieve feedbacksysteem stuurt berichten van verzadiging als
er voldaan is aan de fysiologische behoefte.

,5) Multipele inputs/outputs: drive komt voort uit meerdere bronnen (inputs) en motiveert
meerdere soorten doelgericht gedrag (outputs). Drive is een onzichtbare motivator die
intervenieert tussen observeerbare oorzaken en observeerbaar gedrag: antecedente
condities → drive → gedragsconsequenties. Drive intervenieert daarmee tussen een staat
van deprivatie (input stimuli) en doelgerichte acties gericht op herstel (output responsen).

6) Intra-organismische mechanismen
• Bevatten biologische reguleringssystemen die zorgen voor de activatie en het behoud
van biologische behoeften die onderliggend zijn aan de drive. De drie hoofdcategorieën
zijn hersenstructuren, endocrine systemen en organen.
• Voor honger zijn de intra-organismische structuren de hypothalamus (hersenstructuur),
glucose en insuline (endocrine systemen) en de maag, lever en pancreas (organen). De
studie van intra-organismische mechanismen draait om hoe interne fysiologische
gebeurtenissen zorgen voor een biologische behoefte.

7) Extra-organismische mechanismen
• Gaat om alle omgevingsinvloeden die zorgen voor activatie en behoud van de
psychologische drive. De
categorieën zijn cognitief,
omgeving, sociaal en cultureel.
Bv. bij honger: geloof over
calorieën (cognitief), geur
(omgeving), sociaal (anderen in
de buurt) en cultureel
(lichaamsvorm).
• De studie van extra-
organismische mechanismen
draait om hoe cognitieve,
omgevings-, sociale en culturele
gebeurtenissen biologische
behoeften veroorzaken.
• De 7
kernregulatieprocessen zijn
allemaal aan elkaar verbonden,
zoals te zien is in het naast
staande plaatje over het
homeostatische mechanisme.
Dorst
Fysiologische regulatie
• Dorst komt voort uit 2 verschillende bronnen, hiervoor is het double-depletion model of
thirst activation ontwikkeld. Intracellulair water bestaat uit al het water in de cellen.
Extracellulair water bestaat uit al het water buiten de cellen. Wanneer het intracellulaire
water aanvulling nodig heeft, is er sprake van osmometrische (osmometric) dorst. Als het
extracellulaire water aanvulling nodig heeft (na overgeven) ontstaat volumetrische
(volumetric) dorst. Dit wordt veroorzaakt door hypovolemia (vermindering in
plasmavolume).
• Onderzoek toonde aan dat dieren veel gingen drinken als alleen hun extracellulaire water
werd aangevuld, ze dronken weinig als alleen het intracellulaire water werd aangevuld.
Dit bewijst dat intracellulaire tekorten of osmometrische dorst de primaire oorzaak is van
dorst. Dorst komt dus door uitgedroogde cellen.
• Er is bij dorst sprake van negatieve feedback in deze volgorde: mond → maag →
drukreceptoren in de wanden van bloedvaten. Deze feedbacksystemen waren allemaal
zwak. Ook in de cellen is er sprake van een negatief feedbacksysteem: zout water

, zorgde voor water in de extracellulaire gebieden, maar zorgde voor uitdroging in de
intracellulaire gebieden. Hierdoor dronken dieren meer dan normaal.

Dorstactivatie
• De hypothalamus monitort intracellulaire krimping (veroorzaakt door lage levels van
water) en laat hormonen vrij in het bloed die ervoor zorgen dat de nieren (kidneys) hun
waterreserves behouden. Als de hypothalamus merkt dat er sprake is van een laag
bloedvolume en een hoge concentratie zout (laag level water), stimuleert het de pituitary
gland om ADH los te laten.
• In de hypothalamus ontstaat de bewuste psychologische ervaring van dorst, doordat er
een bericht naar de prefrontale cortex wordt gestuurd. Dit zorgt voor een motivationele
drang om te drinken.

Omgevingsinvloeden
• De belangrijkste omgevingsinvloed is smaak: zoet water drinkt men veel van, normaal
water wordt homeostatisch gedronken en van zout, bitter en zuur water drinkt men
weinig.
• Drinken heeft 3 redenen: 1) dorst-gerelateerde water aanvulling om aan de biologische
behoefte te voldoen 2) niet-dorst-gerelateerde zoete smaak van water en 3) niet-dorst-
gerelateerde aantrekking of verslaving aan een substantie gemixt met water (bv. koffie).

Honger
• Honger heeft een minder strikt patroon van depletie-aanvulling dan dorst. Te weinig
voedsel zorgt voor honger, maar hongerregulatie betrekt zowel korte termijn processen
(depletie en aanvulling bloedglucose en calorieën) als langetermijn processen
(metabolische regulatie en opgeslagen energie, zoals vetcellen). Ook is er de invloed van
sociale, cognitieve en omgevingsfactoren.

Korte termijn eetlust homeostatisch-gebaseerde modellen
• De glucostatic hypothese is een homeostatisch gebaseerd model van eetlust op de korte
termijn. De hypothese stelt dat bloedsuikerlevels kritiek zijn voor honger: als de
bloedglucoselevels dalen, voelt men zich hongerig.
• De lever zendt een exciterend bericht naar de laterale hypothalamus (LH) als het
bloedglucoselevel laag is. De LH is verantwoordelijk voor de psychologische ervaring van
honger. Overstimulatie van de LH zorgt voor obesitas.
• De ventromediale hypothalamus (VMH) handelt als het negatieve feedbacksysteem voor
eetlust op de korte termijn. De VMH wordt gestimuleerd wanneer de lever een bericht
zendt van detectie van hoge levels bloedglucose, een volle maag en de peptide
cholecystokinin.
• Andere intra-organismische mechanismen beïnvloeden ook honger, zo bevat de LH
speciale neuronen die reageren op de belonende eigenschappen van voedsel. Ook
koude temperaturen stimuleren eten. De maag is ook belangrijk, mensen moet stoppen
met eten als ze zich 80% vol voelen.

Langetermijn energiebalans
• Volgens de lipostatische (lipostatic) hypothese worden hormonen vrijgelaten in het bloed
(ghrelin) die honger promoten, als opgeslagen vet onder de homeostatische balans
uitkomt. Als de vetopslag boven de homeostatische balans uitkomt, wordt leptine
vrijgelaten, waardoor men zich vol voelt.
• Ghrelin wordt geproduceerd door de maag en gemonitord door de LH. Leptine wordt
geproduceerd door vetcellen en gemonitord door de VMH.
• 1) Ghrelin stijgt en daalt gedurende de dag 2) het eten van voedsel zorgt voor een
enorme daling in ghrelin 3) ghrelin is altijd hoger wanneer mensen op dieet zijn.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mvankraanen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.97
  • (0)
  Add to cart