Aantekeningen lesboek VOL-VCA
PBNA lesboek VOL VCA, november 2019
Inleiding
Doel leerstof = veilig werken bevorderen en borgen!
“Veilig werken” = (1) Gedrag en houding in de werksituatie, (2) Juiste keuzes maken voor/
tijdens/na de werkzaamheden, (3) Werkzaamheden veilig uitvoeren om risico’s te beperken.
Boek is verdeeld in 4 thema’s: (A) Voorbereiden, bespreken en inspecteren van de
werkzaamheden, (B) Uitvoeren van de werkzaamheden, (C) Beheersen van specifieke
gevaren, (D) Beheersen van incidenten en noodsituaties.
Hoofdstuk 1: Regelgeving en veiligheidsregels
1.1 Veiligheid en gezondheid; V&G-wetgeving
Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) -> aan welke werkomstandigheden werkgevers en -nemers
zich moeten houden in een bedrijf. Doel = ongevallen en ziektes door werk voorkomen.
V&G-wetgeving (veiligheid & gezondheid). Verantwoordelijkheid ligt bij werkgever- en nemer!
Werkgever: zorgen voor goede arbeidsomstandigheden. Werknemer: verantwoordelijk voor toezicht
houden hierop. Wetgeving van toepassing op alle locaties waar arbeid wordt verricht. Geldt voor
iedereen, behalve omwonenden!
Inspectie SZW (samenvoeging van organisaties en activiteiten) -> houdt toezicht op de naleving
Veiligheids- en gezondheidswetgeving. Medewerkers hebben speciale bevoegdheden: (1) onderzoek
instellen n.a.v. ongeval; (2) legitimatie werknemers vragen; (3) eis stellen waarop V&G-wetgeving
moet worden nageleefd; (4) waarschuwing geven bij niet houden aan wetgeving; (5) boeterapport (=
proces-verbaal) opstellen n.a.v. overtreding; (5) werkzaamheden stilleggen bij ernstig gevaar voor
personen. Werkgever is verplicht ernstig ongeval te melden! Inspectie SZW heeft sanctionerings-
mogelijkheden om herhaling te voorkomen, zoals uitdelen flinke boete. Kan voor werknemer/-gever.
1.2 Preventie en deskundige bijstand
Om aan V&G-wetgeving te voldoen -> heeft bedrijf Arbobeleid -> bij maken/uitvoeren/controleren
krijgen bedrijven hulp:
1. intern (preventiemedewerker): min. één medewerker verplicht! > werkt aan Risico-
Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) > moet worden getoetst door gecertificeerd persoon.
2. extern (arbodienst/bedrijfarts): werkgever is verplicht contact te hebben met gecertificeerde
bedrijfarts > nodig voor: (1) begeleiden zieke werknemers; (2) uitvoeren Periodiek Medisch
Onderzoek (PMO); (3) uitvoeren aanstellingskeuringen (bijv. mensen die werken met
perslucht, kraanmachinisten of werken met gevaarlijke stoffen).
Werknemers die risicovol werk doen, krijgen Gericht Periodiek Onderzoek (GPO). Met name bij
werken met onafhankelijke ademlucht. Zonder aantoonbare medische geschiktheid mag je deze
werkzaamheden niet uitvoeren. Resultaten naar werkgever? > werknemer beslist. Beroepsziekten
meldt arbodienst bij Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) > ook anoniem. Werknemer
heeft ook recht op informatie/opleiding op arbo-gebied.
Arbodienst doet onderzoek naar: geluidsbelasting, klimaat, lichamelijke belasting, gevaarlijke stoffen
en arbeidsmiddelen.
1
,1.3 Arbeidstijdenwet, Milieuwetgeving en CE-markering
Ook andere weten: (1) Arbeidstijdenwet: regels voor werk en rusttijden > houdt rekening met soort
werk, belasting en zorgtaken die je hebt in gezin (zwanger). (2) Milieuwetgeving: doel = mens en
omgeving beschermen tegen schadelijke effecten van (bedrijfs-)activiteiten > bijv. beperken uitstoot
+ afvalstromen, energiebesparing en hergebruik grondstoffen > aanpassen productieprocessen.
Europese richtlijnen bepalen grof nationale regelgeving. Lidstaten zijn dit verplicht. Voorbeeld is CE-
markering = alle producten in EU-landen moeten aan deze richtlijn op het gebied van veiligheid
voldoen. Verplicht voor arbeidsmiddelen en PBM’s. Alleen deze producten mogen op de markt
worden gebracht.
1.4 Taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden
(Arbo)wet > geeft rechten en heeft plichten.
Verplichtingen werkgever Plichten werknemers Rechten werknemer
Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) Voorlichting, instructies en De werknemer heeft
maken (schriftelijk vastleggen): (1) scholing volgen is verplicht + recht op
identificeren van de gevaren, (2) veiligheidsvoorschriften werkonderbreking als
inventariseren van de risico’s, (3) volgen + zorgen voor eigen er direct, ernstig
evalueren van de risico’s. Op basis van veiligheid en die van gevaar dreigt voor
evaluatie PvA opgesteld (= Welke anderen! mensen. Het gevaar
verbeteringen binnen welke termijn?) moet direct worden
Veilige werkmethoden PBM’s dragen gemeld aan de
Gevaren bestrijden leidinggevende.
Doelmatige beschermingsmiddelen + Aangebrachte beveiligingen
toezicht op gebruik niet veranderen/verwijderen
Voorlichting en instructie + toezicht op Incidenten direct melden aan
instructie leidinggevende
Doeltreffende maatregelen nemen voor Positieve wijze bijdragen aan
hulpverlening en evacuatie preventiebeleid
Preventiebeleid (=Arbobeleid) +
arbowerkoverleg (leidinggevenden,
werknemers en preventiemedewerker(s)
moeten aanwezig zijn)
1.5 Werkvergunningen
Gebruik van werkvergunningen niet wettelijk verplicht, maar bedrijfsregel. Werkwijze is
vastgelegd in procedure. Doel werkvergunning = werkzaamheden in risicovolle omgevingen
goed te organiseren, zodat het werk veilig kan verlopen. Toegepast in: industrie,
ziekenhuizen, voedingsmiddelenindustrie, datacentra, …
Functie werkvergunning = (1) overleggen met alle betrokkenen, (2) maken van bindende
afspraken, (3) vastleggen van voorwaarden, (4) verlenen van toestemming voor aanvang.
Aanvullende werkvergunning > meer/grotere risico’s: (1) besloten ruimte, (2) graven in
vervuilde grond, (3) graven bij leidingen, (4) gevaarlijke stralingsbronnen, (5)
hijswerkzaamheden bij belangrijke installaties, (6) asbesthoudend materiaal, (7) werken met
gevaarlijke stoffen, (8) werken op hoogte.
Heetwerkvergunning = brandgevaarlijke werkzaamheden > lassen, branden, slijpen.
2
, Onderdelen werkvergunning: (1) Welke werkzaamheden uitvoeren?, (2) Welke maatregelen
nemen door verstrekker?, (3) Welke maatregelen nemen door operationele medewerkers?,
(4) ondertekening. Vergunning is meestal één dag geldig (soms verlenging).
Betrokken personen bij werkvergunning:
1. Vergunningverstrekker > verantwoordelijk voor veiligheid, coördineren, metingen nodig?
2. Vergunninghouder > leidinggevende v. op. medew. + uitleg + toezicht + controle meting
3. Operationele medewerkers > vergunning weten, maatregelen houden, geldige werkverg?
(4. Vergunningaanvrager > zie bijlage 3.)
1.6 Richtlijnen voor algemene en specifieke veiligheidsmaatregelen
Algemene veiligheidsregels > bedoeld voor gehele organisatie: aan-/afmelden,
verkeersregels op terrein, hoe handelen bij calamiteiten, scheiden afval, melden ongevallen,
brand en incidenten.
Iedereen moet dit weten! Daarom: (1) schriftelijk vastgelegd, (2) kenbaar worden gemaakt
aan iedereen die het eerst er is, (3) duidelijk en eenduidig, (4) begrepen kunnen worden, ook
door anderstaligen.
Specifieke veiligheidsregels > gelden voor taken/functies/werkzmhdn met verhoogd risico.
Toetsen bij medewerkers om vast te stellen of ze regels begrepen hebben (ook door
anderstaligen).
Procedures = puntsgewijs een duidelijke beschrijving van taken en werkwijze binnen bedrijf >
hiermee waarborgen veiligheid en maximale efficiëntie.
1.7 VCA en certificeren
Veiligheids-, Gezondheid- en Milieu Checklist voor Aannemers (VCA) > systeem om veilig
werken te monitoren. Met VCA-certificaat is aan te tonen dat: (1) VGM-plan opgesteld, (2)
beoordelen uitgevoerde werkzaamheden, (3) opleiden/instrueren personeel, (4) uitvoeren
werkplekinspecties, (5) VGM-inkoopbeleid ingesteld.
VCA-checklist is opgesteld als vragenlijst > beschrijft eisen waaraan bedrijf moet voldoen om
goedkeuring voor certificaat te krijgen.
VCA-certificatie kent verschillende niveaus:
1. VCA* = gericht op directe VGM-zorg bij activiteiten op werkvloer.
2. VCA** = VCA* + veiligheidsstructuren en –systemen binnen bedrijf beoordeeld.
3. VCA-petrochemie = voor complexe risicovolle werkzaamheden in petrochemie,
aanvullend op VCA**
Bijzondere certificaten: (1) VCU = Veiligheid en gezondheid checklist uitzendkrachten, (2)
VCO = Veiligheid, gezondheid en milieu checklist opdrachtgevers.
Eén van verplichtingen vanuit VCA, medewerkers moeten zijn opgeleid en diploma hebben:
1. BVCA = Basisveiligheid VCA (operationele medewerkers)
2. VOL-VCA = Veiligheid Operationeel Leidinggevende VCA (operationeel leidinggevenden)
3. VIL-VCU = Veiligheid voor intercedenten en leidinggevenden
4. SOG-toets (voorheen GORW) = voor risicovolle taken > werken met vorkheftruck,
verreiker, buitenwacht, ademhalingsbescherming, verplaatsen van lasten, gasmeten, …
Veiligheidsrapport > moeten werknemers gebruik van maken = persoonlijk document.
CDR (Centraal Diploma Register) > alle verstrekte diploma’s vanaf 2004 opgenomen.
3
, 1.8a Taken en verantwoordelijkheden inlener en uitzendorganisatie
Driehoeksverhouding tussen: uitzendorganisatie, inlener en uitzendkracht. Uitzendkracht
heeft formele en materiële werkgever.
Inlener = verantwoordelijk voor arbeidsomstandigheden op werkplek uitzendkracht +
beschikbaar stellen risico-inventarisatie met de risico-beperkende maatregelen.
Inlener en uitzendbureau hebben beide de taak als het gaat om instructies/voorlichting.
Inlener verzamelt info, levert aan uitzendbureau en uitzendbureau geeft info door aan
uitzendkracht = doorgeleidingsplicht.
Om te mogen werken, zijn volgende V&G-aspecten van belang: (1) V&G-risico’s en
beheersmaatregelen, (2) procedures/ vastleggen afspraken, (3) benodigde V&G-documenten
opvragen en juist interpreteren, (4) zorgvuldige selectie, (5) instructie, (6) procedure bij
ernstig ongeval.
Aandachtspunten bij selectie: (1) bij de aanvraag gestelde eisen, (2) afwijking/uitzondering
wordt eerst voorstelt aan inlener vóór definitieve plaatsing, (3) bijkomende
voorzorgsmaatregelen/uitspraken worden vastgelegd op selectie/aanvraagdocumenten.
Dossier uitzendkracht > persoonsgegevens, sociale gegevens, werkvergunningen, kopie
identificatienummer, opleidingen, werkervaring, certificaten, evaluaties/notities m.b.t.
uitzending, incidenten, etc., functiegerichte beperkingen, taalvaardigheid, bewijsstukken van
medische geschiktheid (indien van toepassing), kopie van rijbewijs (indien van toepassing).
1.8b Taken en verantwoordelijkheden inlener en uitzendorganisatie (vervolg)
Intercedent > controleren afspraken met inlener en informeert uitzendkracht.
M.b.t. ongevallen met verzuim: melden, registeren, ongevallenformulier, jaarlijks opstellen
ongevallenstatistieken (IF).
Bij evaluatie moet inlener volgende aspecten evalueren: (1) vakbekwaamheid, (2) motivatie,
(3) opvolgen VGM-regels en voorschriften, (4) correct omgaan met gereedschap, (5) correct
gebruik PBM’s, (6) houden aan werktijden, (7) stellen van vragen bij onduidelijkheid, (8)
communicatie en contacten met uitzendorganisatie.
Zie nog meer kopjes op bladzijde 20.
Hoofdstuk 2: Veilig werken en overleg
2.1 Veilig werken en gedrag
Veilig gedrag houdt in: (1) zorgen voor veiligheid en gezondheid jezelf en andere personen,
(2) positief opstellen, (3) houden aan voorschriften, (4) aanwijzingen/instructies opvolgen,
(5) anderen aanspreken, (5) onveilige situaties/incidenten melden en ingrijpen, (6) aandacht
voor persoonlijke hygiëne, orde en netheid.
Onveilig gedrag = gebruik medicijnen, alcohol, drugs > verminderd: vakbekwaamheid,
functioneren, inschattingsvermogen, drempelverlagend voor grensoverschrijdend gedrag,
overschatting eigen mogelijkheden, verhoogde werkdruk, verstoring werkorganisatie.
2.2 Voorlichting
Verplichting vanuit VCA-systematiek = verzorgen voorlichting/instructie > VGM-bijeenkomst
oftewel Toolboxmeeting. Doel = veiligheidsonderwerpen bespreekbaar maken +
medewerkers motiveren onveilige handelingen/situatie te voorkomen.
Verschillende soorten voorlichting en instructie aan (nieuwe) medewerkers (zie blz. 24).
4