Deze samenvatting bevat alle leerstofinhoud van het vak bedrijfseconomie (2). Aan deze leerstof werd er geen boek gekoppeld dus dit is een samenvatting gemaakt op basis van de powerpoints, gekregen info tijdens de lessen en bijhorende bestanden ontvangen van de docent. Alles is duidelijk uitgeschre...
Bedrijfseconomie 2
Deel I: de economie van de samenleving, Macro-economie
1. Economische kringloop
Macro-economische grootheden
De macro-economische grootheden zijn de cijfers die ons meer vertellen over de economie
van een land vb. BBP= Bruto Binnenlands Product, werkloosheidsgraad. Dit kan gaan over
hoeveel we produceren, consumeren, investeren, exporteren, importeren, … Deze
grootheden kunnen ook toegepast worden voor een groter geheel (zoals de EU,
wereldeconomie).
Kringloopschema (hulpmiddel?)
De grootheden/cijfers worden in een kringloopschema gegoten om ze zo beter te kunnen
interpreteren. Op deze manier kunnen we de onderlinge relaties tussen de verschillende
economische huishoudingen onderzoeken.
Soorten kringloopschema
a) Gesloten economie, zonder overheid
b) Gesloten economie met overheid
c) Open economie
*open economie = veel handel met het buitenland, weinig tot geen barrières (Import/export)
* gesloten economie = eigen handel binnen het land, ze gaan zelfvoorzienend te werk.
a) Gesloten economie, geen overheid, geen sparen, geen investeringen
In woorden: De gezinnen bieden
arbeid aan de bedrijven aan en
ontvangen hiervoor een
inkomen. Met dat inkomen
kopen de gezinnen goederen en
diensten bij de bedrijven
1. Gezinnen verstrekken productieve diensten aan de bedrijven via de arbeidsmarkt
2. Bedrijven bieden consumptiegoederen & diensten aan via de markt voor de
consumptiegoederen aan de gezinnen
3. In ruil voor productieve prestaties ontvangen de gezinnen van de bedrijven een inkomen
(loon en/of kapitaal)
4. Gezinnen besteden hun volledige inkomen aan de aankoop van consumptiegoederen
1+2: goederenstroom / 3+4: geldstroom
,Berekening economische activiteit
- Vanuit productieoptiek (P):
Totale waarde goederen en diensten die gedurende één jaar zijn geproduceerd
- Vanuit bestedingsoptiek (B):
Totale uitgaven die gedurende één jaar naar de producenten vloeien
- Vanuit inkomensoptiek (Y):
Totale bedrag gedurende één jaar verdiend voor productieve prestaties
Berekening economische activiteit: P = B = Y
a) Gesloten economie, geen overheid, inclusief sparen en investeringen
1. Gezinnen verstrekken productieve diensten aan de bedrijven via arbeid en kapitaal
(EV of VV)
2. Bedrijven bieden consumptiegoederen & diensten aan de gezinnen aan
3. In ruil voor productieve prestaties ontvangen de gezinnen van de bedrijven een
inkomen (loon en/of kapitaal)
4. Gezinnen besteden een deel van hun inkomen aan de aankoop van
consumptiegoederen
5. Doorvoeren van investeringen door bedrijven
(bv. Vervangingsinvesteringen om kapitaalgoederenvoorraad te vervangen of
uitbreidingsinvesteringen om kapitaalgoederenvoorraad uit te breiden).
, 6. Financiering van de investeringen
7. Spaargelden stromen van
gezinnen naar de geld- en kapitaalmarkt (7a) en er zijn stromen terug (7b)
8. Bedrijven trekken financieringsmiddelen aan ofwel
via de geld- en kapitaalmarkt (8b) en betalen achteraf weer terug (8a)
b) Gesloten economie, met overheid, inclusief sparen en investeringen
1. Overheid biedt ook goederen & diensten aan
(= collectieve goederen)
2. Bedrijven bieden goederen & diensten aan overheid aan
(bv. verwarming, overheidsgebouwen, etc.)
3. Gezinnen bieden productiefactoren aan overheid aan
(bv. Overheidspersoneel)
2 + 3 Vormen de lopende uitgaven van de overheid en worden hoofdzakelijk gefinancierd
door de belastingen (zowel wn en wg):
Directe en indirecte belastingen
*directe belastingen: jij als persoon betaalt belastingen op je inkom
*indirecte belastingen: bv. btw/ Nettobedrag + btw ( 10.000 + 21% = 12.100)
Jij moet de btw betalen, maar je geeft dit niet af aan de staat. Het is het bedrijf die dit moet
doorstorten naar de overheid.
Parafiscale ontvangsten (RSZ-bijdragen)
Subsidies
, 1. Gezinnen stellen productieve diensten ter beschikking van bedrijven en overheid en in ruil
krijgen ze Y van bedrijven (1a) en van overheid (1b)
2. Aankoop consumptiegoederen door gezinnen (2a) en consumptiegoederen/diensten door
overheid (2b) bij bedrijven
3. Aankoop investeringsgoederen door bedrijven (3a) en overheid (3b)
4. Gezinnen betalen directe belastingen aan overheid
5. Bedrijven betalen directe belastingen aan overheid
6. Doorstorten indirecte belastingen door bedrijven aan overheid
7. Verstrekken van subsidies door overheid aan bedrijven
8. Inkomensoverdrachten van overheid naar gezinnen
9. RSZ-bijdragen van gezinnen en bedrijven naar overheid
10. Spaargelden stromen van gezinnen naar de geld- en kapitaalmarkt (10a) en er zijn
stromen terug (10b)
11. Bedrijven trekken financieringsmiddelen aan ofwel via de geld- en kapitaalmarkt (11b) en
betalen achteraf weer terug (11a)
12. Ook overheid schakelt geld- en kapitaalmarkt in (12b) en er is ook een stroom terug (12a)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dietheciers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.24. You're not tied to anything after your purchase.