100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 3.3 Motivation, self-regulation and performance Probleem 3 $5.88   Add to cart

Summary

Samenvatting 3.3 Motivation, self-regulation and performance Probleem 3

4 reviews
 113 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van probleem 3 van het keuzevak Motivatie, Zelfregulatie en Prestatie voor de opleiding Psychologie aan Erasmus Universiteit Rotterdam

Last document update: 4 year ago

Preview 3 out of 28  pages

  • December 6, 2019
  • December 10, 2019
  • 28
  • 2019/2020
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: Mohamck • 2 year ago

review-writer-avatar

By: stefalkema • 3 year ago

review-writer-avatar

By: claricefleur • 3 year ago

review-writer-avatar

By: JasmineJ • 4 year ago

avatar-seller
3.3 Motivation, Self-regulation and Performance – Probleem 3
Literatuur: Deci, Vansteenkiste, Amorose, Teixeira, Baumeister, Gailliot, Hagger, Job & Moller

Deel 1
Wat voor soorten motivatie zijn er? + Welke factoren beïnvloeden motivatie?
Artikel Deci & Ryan
Self-determination theory (SDT) = stelt dat er verschillende typen motivatie zijn en dat het
type motivatie over het algemeen belangrijker is in het voorspellen van belangrijke
uitkomsten dan de hoeveelheid motivatie. Het onderscheid twee typen:
1) Autonomous motivation: gedragen met een volledig gevoel van wilskracht en keuze.
2) Controlled motivation: gedragen met de ervaring van druk en vereisten tegenover
specifieke uitkomsten afkomstig van krachten extern van de zelf.
De theorie is ontwikkeld met een aantal belangrijke criteria. Zo begon SDT met de aanname
dat de meest bruikbare theorieën van motivatie de volgende vereisten hadden:
 Ze zijn breed en bevatten een wijde range aan fenomenen.
 Ze gebruiken concepten met fenomenologische of persoonlijke betekenis.
 Ze kunnen worden afgeleid uit empirische methodes.
 Ze hebben principes die kunnen worden toegepast over levensdomeinen.
SDT neemt aan dat mensen van nature actief zijn, zelf-gemotiveerd, nieuwsgierig,
geïnteresseerd en gretig om succes te behalen, omdat succes zelf persoonlijk voldoening
geeft en belonend is. De theorie erkent echter ook dat mensen vervreemd kunnen zijn, of
passief en ontevreden. SDT verklaart deze verschillen in termen van de typen motivatie, wat
resulteert uit de interactie tussen de inherente actieve aard van mensen en de sociale
omgevingen die deze aard steunen of tegenwerken. De theorie stelt drie psychologische
basisbehoeften, namelijk gevoelens van autonomy, competence en relatedness.
1) Sociale contexten die voldoening van deze drie psychologische behoeften faciliteren,
zullen de inherente activiteit van mensen steunen, meer optimale motivatie
stimuleren en de meest positieve uitkomsten uitlokken.
2) Sociale omgevingen die voldoening van deze behoeften tegenwerken, lokken minder
optimale vormen van motivatie uit en hebben nadelige effecten voor welzijn.
1. Intrinsic and extrinsic motivation = intrinsieke motivatie betreft het uitvoeren van
gedrag, omdat de activiteit zelf interessant en voldoening gevend is. Deze mensen voeren
activiteiten uit vanwege de positieve gevoelens resulterend uit de activiteiten, en zijn
geïnteresseerd en nieuwsgierig. Extrinsieke motivatie betreft het uitvoeren van gedrag,
omdat de activiteit leidt tot een bepaalde consequentie. Dit kan gaan om het verkrijgen van
een beloning of het vermijden van een straf. Verschillende andere theorieën hebben gesteld
dat deze twee typen motivatie additief zijn en samen optellen tot een totale motivatie. Deze
additivity proposition is ontkracht door onderzoek, waar werd gevonden dat beloningen de
intrinsieke motivatie juist verminderden en dus niet optellen.

1

,Wanneer mensen intrinsiek gemotiveerd zijn, hebben zij een gevoel van autonomie doordat
aan hun basisbehoefte van autonomie wordt voldaan. Wanneer mensen worden beloond,
bedreigd, bewaakt of geëvalueerd, neigen zij zich gecontroleerd te voelen, waardoor hun
gevoel van autonomie vermindert. Wanneer mensen daarentegen de keuze krijgen, ervaren
zij een grotere voldoening van autonomie. In tegenstelling tot tastbare beloningen kan ook
worden gekeken naar andere effecten op intrinsieke motivatie:
 Performance feedback: positieve feedback draagt direct positieve informatie van
competentie over, waardoor wordt voldaan aan de behoefte voor competentie
zonder te worden ervaren als controlerend. Deze events worden informational
genoemd en kunnen de intrinsieke motivatie verbeteren. Negatieve feedback neigt
de intrinsieke motivatie daarentegen te verminderen, door de behoefte voor
competentie te belemmeren. Hierdoor zijn mensen amotivated, en hebben weinig
intrinsieke of extrinsieke motivatie.
 Interpersonal climates: de algemene sfeer van een situatie, zoals het interpersoonlijk
klimaat van huizen, klassen of werkgroepen, kan ook de intrinsieke motivatie van
mensen beïnvloeden. Sociale klimaten die controlerend voelen kunnen de intrinsieke
motivatie verminderen, terwijl steunende en informationele klimaten de intrinsieke
motivatie kunnen verbeteren. Ook zijn de effecten van beloningen of positieve
feedback afhankelijk van de sociale context waarin deze worden toegediend. Als het
interpersoonlijke contact informationeel en steunend is, kunnen beloningen een
positief effect hebben. Op dezelfde manier zou positieve feedback de intrinsieke
motivatie kunnen verlagen in een controlerende omgeving.
 Autonomy and independence: onderscheid moet worden gemaakt tussen de
definities van autonomie en onafhankelijkheid. Autonomie betekent vrijwillig
handelen met een gevoel van keuze, terwijl onafhankelijkheid gaat om alleen
functioneren en niet afhankelijk zijn van anderen. Mensen kunnen autonoom of
gecontroleerd zijn in hun relatieve onafhankelijkheid en ze kunnen autonoom of
gecontroleerd zijn in hun relatieve afhankelijkheid.
2. Differentiating extrinsic motivation = extrinsieke motivatoren worden vaak ervaren als
controlerend, maar mensen kunnen zich ook autonoom voelen terwijl zij extrinsiek worden
gemotiveerd. SDT verklaard dit met het concept van organismic integration, waarbij mensen
hun innerlijke structuren internaliseren of integreren. Mensen zijn geneigd om de regulatie
te internaliseren en integreren van activiteiten die in eerste instantie werden gereguleerd
door externe factoren. Dit proces werkt echter alleen effectief wanneer wordt voldaan aan
de basis psychologische behoeftes. SDT stelt dat er drie typen internalisatie zijn die
verschillen in de mate waarin de regulaties geïntegreerd worden met het gevoel van de zelf.
De mate van autonomie gereflecteerd in de gedragingen die worden gereguleerd door deze
typen extrinsieke motivatie varieert systematisch:
1) Introjection: mensen nemen een externe contingency, vereiste of regulatie aan maar
accepteren deze niet als hun eigen. Het representeert enkel een gedeeltelijke
internalisatie, waarbij mensen controle aannemen zonder een gevoel van
eigenaarschap te ervaren en staan toe dat dit hen controleert.


2

, 2) Identification: mensen accepteren het belang van het gedrag voor zichzelf en
accepteren dit wel als hun eigen. Zij identificeren met de waarde van de activiteit en
accepteren verantwoordelijkheid voor het reguleren van het gedrag. Hierdoor
hebben zij meer gevoel van autonomie en voelen zich niet gecontroleerd.
3) Integration: mensen hebben een identificatie succesvol geïntegreerd met andere
aspecten van hun werkelijke of geïntegreerde zelf. Het representeert het volledigste
type van internalisatie en is het middel waarmee extrinsiek gemotiveerde
gedragingen werkelijk autonoom of zelf-bepaald worden.
3. Autonomous and controlled motivation = externe en introjected regulaties zijn vormen
van gecontroleerde motivatie, terwijl identified, integrated en intrinsieke regulaties vormen
zijn van autonome motivatie. Alle typen autonome en gecontroleerde motivatie zijn typen
motivatie die iemands intentie om te gedragen reflecteren, ook al kunnen ze resulteren in
verschillende kwaliteitsuitkomsten. Amotivatie reflecteert daarentegen het tekort aan
intentie om te gedragen en vindt plaats wanneer mensen een uitkomst niet waarderen, niet
geloven dat een gewaardeerde uitkomst gelinkt is aan specifieke gedragingen of zich niet
competent genoeg voelen voor die gedragingen.
4. The consequences of autonomous and controlled motivation = autonome regulatie is
geassocieerd met meer volharding, meer positief affect, verbeterde prestatie met name op
heuristieke activiteiten, en beter psychologisch welzijn. Zo gaat autonome regulatie samen
met betere cijfers, meer creativiteit, meer controle, gezondere levensstijl, etc.
5. Facilitating internalization and integration = SDT onderzoekers hebben veel onderzoek
gedaan naar de sociale condities die internalisatie faciliteren en de autonome uitvoering van
gedragingen. Condities die de basis psychologische behoeften ondersteunen zouden
internalisatie en integratie faciliteren, waaronder gevoelens van betrokkenheid met een
familie of groep, gevoelens van competentie om de gedragingen uit te voeren en
aanmoediging om te denken over de waarde van het gedrag voor de zelf.
Verschillende studies hebben de effecten van contextuele factoren op internalisatie en
integratie onderzocht. Zo is gevonden dat internalisatie en integratie toenemen door het
bieden van een rationale voor het uitvoeren van een niet-interessante activiteit, het
erkennen van de perspectieven van de participant, en het steunen van de ervaring van
keuze terwijl het gebruik van druk wordt geminimaliseerd. De factoren die bijdragen aan
internalisatie van extrinsieke motivatie komen redelijk overeen met de factoren die
intrinsieke motivatie behouden. Deze hebben betrekking op steun en aanmoediging van
significante anderen, waaronder ouders, leraren en vrienden.
6. Goals and aspirations = ander onderzoek binnen het SDT framewerk heeft betrekking op
de inhoud van de doelen of uitkomsten die mensen nastreven. Zo is gevonden dat de lange
termijn doelen van mensen binnen twee categorieën kunnen vallen:
 Extrinsic goals: focussen op externe indicatoren van waarde, waaronder het
verkrijgen van rijkdom en beroemd worden.
 Intrinsic goals: zijn direct gelinkt aan voldoening van de basis psychologische
behoeftes, waaronder persoonlijke groei en relaties met de gemeenschap.

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliaslab. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.88  2x  sold
  • (4)
  Add to cart