100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Werkgroepen Regulatie en integratie (geneeskunde jaar 1) $4.35   Add to cart

Answers

Werkgroepen Regulatie en integratie (geneeskunde jaar 1)

 140 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit bestand bevat de uitwerkingen van alle 8 de werkgroepen van het blok Regulatie en integratie.

Preview 4 out of 37  pages

  • December 7, 2019
  • 37
  • 2017/2018
  • Answers
  • Unknown
avatar-seller
Werkgroepen blok 7. Regulatie en integratie
Werkgroep 1. Autonoom zenuwstelsel

Algemene vragen
1. Globale beschrijving hoe afferente systeem eruitziet
Alle interne organen bevatten verschillende receptoren: pijn-, chemische en mechanische
receptoren. Pijnprikkels verlopen via sympathische zenuwen. Fysiologische prikkels gaan via
parasympatische zenuwen (met name via nervus vagus). De cellichamen bevinden zich in de dorsale
wortelganglia en craniale zenuwganglia.

2. Korte beschrijving bouw enterisch zenuwstelsel
Het enterisch zenuwstelsel bestaat uit netwerken van neuronen, interneuronen en motorneuronen
die samen plexussen vormen. De plexus van Auerbach zorgt voor motiliteit en de plexus van
Meissner voor ionentransport en klieractiviteit. Deze bevinden zich rondom het gastro-enterisch
systeem. Het enterisch zenuwstelsel kan autonoom werken en wordt beïnvloedt door het
parasympatische en sympathische zenuwstelsel.
? Het wordt beïnvloed door preganglionaire parasympatische neuronen en postganglionaire
sympathische neuronen.

Vragen casus
Hart, circulatie en ademhaling (vraag 1, 2 en 3 in tabel)
4. Terugkoppeling van aanpassingen van hart, circulatie en ademhaling door sympathisch
zenuwstelsel naar hypothalamus
De terugkoppeling vindt plaats op twee manieren:
- Via drukreceptoren/baroreceptoren in de arteria carotis en aortaboog. De vuurfrequentie
van deze receptoren stijgt bij een verhoogde bloeddruk. Deze informatie gaat via een tak van
de nervus vagus (fysiologische prikkel) naar cardiovasculaire centrum in medulla. Hier zal
door de hoge bloeddruk de parasympaticus worden geactiveerd. Deze signalen worden door
de effectoren (hart en bloedvaatwanden) ontvangen en zij reageren hierop.
- Via perifere en centrale chemoreceptoren in vaatwanden. Deze receptoren meten de pO 2,
pCO2 en de pH. Daarnaast komen er signalen uit de spieren en reksignalen uit de longen.
Deze informatie gaat naar pons, die signalen doorstuurt naar effectoren
(ademhalingsspieren).

Maagdarmkanaal, nieren en blaas (vraag 5 en 6 in tabel)
7. beschrijving proces blaaslediging onder normale omstandigheden
Blaasvulling zorgt voor activatie rekreceptoren in blaas. Deze receptoren sturen een signaal naar de
hersenen. Hierop volgt een efferent signaal naar blaas om de blaas te legen: de mictiereflex. De blaas
staat bijna alleen onder controle van parasympatisch zenuwstelsel. Eerst vindt relaxatie plaats van
externe dwarsgestreepte spieren en daarna een relaxatie van de interne spiercellen. Vervolgens gaat
urine door de ureters en contraheren de spieren van de blaaswand.

8. Verklaring waarom iemand onder stressvolle omstandigheden toch nodig moet plassen
Ondanks de sympathische activiteit blijft de parasympaticus actief, waardoor toch blaaslediging zal
plaatsvinden wanneer de blaas vol is. Daarnaast zorgt een toename van ventilatie voor verhoogde
druk in de buik. Evolutionair bepaald dat blaas zo laag mogelijk moet zijn voor vluchtreactie.

,Het thermoregulerend systeem (vraag 9 en 10 in tabel)
11. De manier waarop acties van sympathisch zenuwstelsel op thermoregulerend systeem
teruggekoppeld worden naar hypothalamus
Er zitten thermoreceptoren over de hele huid, bij de hersenen en bij het ruggenmerg. In de
hypothalamus wordt de temperatuur van het bloed geregeld en gemeten. Naarmate de temperatuur
hoger wordt, zal het sympathisch systeem meer geremd worden. Effectoren hierbij zijn vaatwanden
en zweetklieren.

Koolhydraat- en vetstofwisseling, en hormonen (vraag 14 en 15 in tabel)
12. Hypothalamus-hypofyse-bijnier-as
ACTH remt ook nog hypothalamus
Noradrenaline en stress stimuleren de hypothalamus.




13. Belang van bijniermerg en verschillen en overeenkomsten tussen bijniermerg en sympathisch
zenuwstelsel
Het bijniermerg koppelt het hormonale systeem met het zenuwstelsel doordat het gestimuleerd
wordt door zenuwen, maar hormonen afgeeft aan het bloed. Het belang van het bijniermerg is het
vrijkomen en de afgifte van adrenaline. Het bijniermerg en het sympathisch zenuwstelsel hebben zich
beide ontwikkeld uit neurale lijstcellen, maken beiden noradrenaline en ze worden allebei getriggerd
door acetylcholine. Het verschil is dat de bijnier vooral adrenaline secreteert (sympathicus meer
noradrenaline) waardoor de effecten systemisch en wijdverbreid zijn. Daarnaast is de bijnier
langzamer en houdt het effect langer aan. Adrenaline heeft vooral betà-effect en noradrenaline
vooral alfa-defect. Adrenaline grijpt ook aan op stofwisseling.

16. Het nut van de verhoogde secretie cortisol in omstandigheden als schrik en inspanning
Cortisol is een stresshormoon. Het is belangrijk voor het vrijmaken van energie door een verhoging
van de glucoseconcentratie in het bloed. Eiwitafbraak, lipolyse, gluconeogenese in lever worden
gestimuleerd. Ook verhoging van hartslag en verhoging van bloeddruk.

17. Het risico van langdurig verhoogde spiegels van cortisol
Cortisol remt ontstekingsreacties en vorming van antilichamen, waardoor het een onderdrukkend
effect heeft op het immuunsysteem. Hierdoor kunnen meer infecties voorkomen. Daarnaast kan er
sprake zijn van (proximale) spieratrofie en een verminderde botvorming. De verminderde
botvorming en een verhoogde botafbraak kan leiden tot osteoporose. Daarnaast is er een verhoogde
kans op het ontwikkelen van diabetes mellitus type 2. Ook vaak paarse striae. Syndroom van Cushing:
hoog cortisol.

Vervolg casus (vraag 18 in tabel)
19. De bijniermergcellen kunnen worden beschouwd als postganglionaire neuronen van de
sympathicus. Ook het parasympatisch zenuwstelsel kent een dergelijk homoloog stuk zenuwstelsel
Het enterisch zenuwstelsel. Dit bevindt zich bij het spijsverteringsstelsel.

,Tabel
Sympathisch Parasympatisch
Orgaansystee Subtype Effect Mechanism Subtype Effect
m receptor en e receptor en
plaats plaats
A.1 Hart
Frequentie β1 op Toename in Verhoogde M2 op Afname
pacemakercelle frequentie funny pacemakercelle van
n current n frequentie
Slagvolume β1 op myocyten Toename in Verhoogd - -
slagvolume intracellulair
calcium
A.2 Circulatie
Spieren α1 en β2 op Relaxatie en Verlaagd - -
VSMC dilatatie intracellulair
calcium
Coronairen β2 op VSMC Dilatatie Verlaagd - -
intracellulair
calcium
Veneus α1 op VSMC Constrictie Verhoogd - -
vaatbed intracellulair
calcium
A.3 Ademhaling
Ventilatie β2 op bronchiën Broncho- - M3 op VSMC Broncho-
dilatatie constrictie
Perfusie β2 op VSMC Vasodilatati - --
e
Veneus α1 op VSMC Vaso- Verhoogd - -
vaatbed constrictie intracellulair
calcium
B.1 Maagdarmkanaal
Doorbloeding α1 op VSMC Afferente en Verhoogd - -
efferente intracellulair
vaso- calcium
constrictie
Motiliteit β2 op plexus van Inhibitie - N2 Verhoogde
Auerbach Preganglionair peristaltiek
, verlaagde
sfincter-
tonus
Klieren α2 op plexus Inhibitie - N2 Speeksel-
van Meissner Preganglionair productie
B.2 Nieren
Doorbloeding α1 op VSMC Vaso- - - -
(afferente constrictie
bloedvat)
Renine-afgifte β1 en β2 Verhoogd - - -
Na-resistentie α1 in proximale Verhoogd - - -
tubulus
Verhoogde renine-afgifte en natrium resistentie zorgt voor een verhoogde bloeddruk.

, B.3 Blaas
Lediging α1 op sfincter Constrictie - M Verlaging
sfincter van
sfinctertonu
s
β1 en β2 op Verlaging Relaxatie M Verhoging
m. detrusor tonus van blaasspie tonus van
blaadwand r blaaswand
C. Temperatuurregulatie
Doorbloeding huid α1 op VSMC Vaso- - - -
constrictie*
Zweetklieractiviteit M3 op huid Verhoogde - - -
zweet-
productie
D. Koolhydraat- en
vetstofwisseling,
hormonen
CRH Secretie door Verhoogd - - -
stress (nor- (direct)
adrenaline)
ACTH Secretie door Verhoogd - - -
CRH (indirect)
Cortisol Secretie door Verhoogd - - -
ACTH (indirect)
Bijniermerg N2 Adrenaline - - -
secretie
verhoogd
Pancreas
Insuline α2 op β-cel Verlaagde - M3 Verhoogde
secretie secretie
Glucagon β2 op α-cel Verhoogde - - -
secretie
Lever
Glucose β1 en β2 Verhoogde - - -
secretie
Glycogeen β1 en β2 Afbraak - - -
Vetweefsel
Opslag Onbekend Verlaagd - - -
Lipolyse β3 op Verhoogd - - -
adipocyten
VSMC: vasculair smooth muscle cells
*Zweetklieren zullen later kinines produceren en samen met warmteproductie van huid zal er lokaal
in de huid vasodilatatie optreden. Ook een remming van het sympathisch zenuwstelsel.
Dus eerst vasoconstrictie maar daarna vasodilatatie.

Extra aantekeningen:
- Sfincter: intern deel is parasympaticus en extern deel is somatisch voor bewust plassen
- Parasympaticus heeft geen invloed op bloedvaten (soms enigszins op coronairen), spieren en
darmen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RosanneSluimer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.35
  • (0)
  Add to cart