Uitgebreide en volledige samenvatting van bijeenkomst 12 (college 22 en 23) van het vak Corporate Governance en Corporate Litigation. Deze samenvatting bevat:
- Bescherming van beursvennootschappen: dubbel gestikt houdt beter (Vletter-van Dort en Keijzer)
- Vijandige overnames: de rol van de venno...
Bijeenkomst 11 (11 december 2019) College 22 & 23
Corporate Governance & Corporate Litigation
College 22 – Beschermingsconstructies
Literatuur & jurisprudentie
Bescherming van beursvennootschappen: dubbel gestikt houdt
beter (Vletter-van Dort & Keijzer, 2016)
Onderwerp: welke vennootschapsrechtelijke beschermingsmaatregel
sorteert het meeste effect? Voorbeelden aan de hand van de beursgang
van verzekeraar ASR en maatregelen door NL Financial Investments.
ASR heeft volgens NLFI dubbele bescherming nodig tegen ongewenste
(=vijandige) overname. NLFI adviseert om naast het volledige
structuurregime (een soort statutaire bescherming) te kiezen voor
statutaire bescherming (gekwalificeerde meerderheden) en een zekere
buiten-statutaire bescherming, die vaak wordt gevonden in een Stichting
Continuïteit waaraan een calloptie (optie tot koop) wordt verleend tot het
nemen van preferente aandelen (= buiten-statutair omdat de optie buiten
de vennootschap ligt, bestuur Stichting is onafhankelijk). Een andere
veelgebruikte beschermingsoptie is certificering, waarbij de economische
en zeggenschapsrechten worden losgekoppeld.
Focus artikel: werkt statutaire of meer externe bescherming beter?
Door de verhandelbaarheid van NV-aandelen is sprake van een
fluctuerend aandeelhoudersbestand, hetgeen gevolgen kan hebben voor
de macht en controle van de RvB en RvC (denk aan instabiele
besluitvorming ter AVA, of aandeelhouders die door het verwerven van
een meerderheid een onvriendelijke (= door het bestuur ongewenste)
overname willen bewerkstelligen). Als het bestuur besluit de
vennootschap tegen zo’n overname of ongewenste invloeden te
beschermen, is sprake van vennootschapsrechtelijke bescherming. Anders
dan statutaire beschermingsmaatregelen, dienen externe
beschermingsmaatregelen in beginsel tijdelijk van aard te zijn (twee jaar
is aanvaardbaar, zo volgt uit HR RNA). In HR RNA was sprake van een
door het bestuur van RNA ongewenste (voorgenomen) gedeeltelijke
overname door Westfield, dat ter AVA de feitelijke macht verkreeg en
opriep tot een BAVA waarbij het ontslag van het bestuur van RNA was
geagendeerd. In reactie op deze dreiging werd de Stichting RNA
opgericht die gewone aandelen en een calloptie kreeg (tot uitbreiding tot
41,2%). Volgens de HR kan het in stelling brengen van tijdelijke
maatregelen gerechtvaardigd zijn indien noodzakelijk met het oog op
continuïteit van het vennootschapsbeleid en de daarbij betrokkenen,
waarbij relevant is of de RvB van de doelvennootschap de maatregel in
redelijkheid noodzakelijk heeft kunnen achten, teneinde de uitkomst van
overleg af te wachten en te voorkomen dat de status quo werd gewijzigd.
Een reeds ingeroepen beschermingsmaatregel mag in stand worden
gelaten als deze nog een adequate en proportionele reactie vormt op het
gevaar van een ongewenste overname; permanente handhaving is in
beginsel niet toegestaan. Of (het bestuur van) RNA profijt heeft gehad van
deze beschermingsconstructie, is een kwestie van perspectief; hoewel de
HR RNA gelijk gaf door te oordelen dat een ingeroepen
beschermingsmaatregel geen wanbeleid op hoeft te leveren, werden de
activa en passiva van RNA alsnog (grotendeels) verkocht aan Westfield.
1
, Bijeenkomst 11 (11 december 2019) College 22 & 23
Corporate Governance & Corporate Litigation
Externe beschermingsmaatregelen: (i) preferente aandelen en (ii)
certificering van aandelen.
Ad (i) preferente aandelen: vaak wordt een Stichting Continuïteit bij
oprichting van de beursvennootschap (of later door de AVA) een calloptie
verleend tot het nemen van preferente aandelen tot een belang (van bijv.
50% min één aandeel) van het geplaatste kapitaal. Art. 2:96a lid 3 BW
regelt de uitgifte van preferente aandelen (niet beursgenoteerd, dus
stortingsplicht kan worden verminderd ex art. 2:80 lid 1 BW, dus
uitgifte kan relatief goedkoop). De bevoegdheid tot uitgifte van aandelen
van de AVA (art. 2:96 BW) ziet niet op de uitgifte van aandelen i.v.m. een
in het verleden toegekend recht tot het nemen van aandelen (lid 5). Het
effect van de uitoefening van de calloptie door de Stichting is dat de
Stichting de helft van de stemmen in de AVA kan uitoefenen (stemrecht is
in beginsel verbonden aan de nominale waarde van het aandeel). Gevolg:
het belang van bestaande aandeelhouders verwatert met 50%. De facto
leidt dit tot doorbraak van de macht van de vijandige aandeelhouder
(zodat de AVA niet kan instemmen met een overname). Art. 5:70 Wft
regelt dat de houder van overwegende zeggenschap (boven 30%) een bod
moet uitbrengen op de rest van de aandelen, maar art. 5:71 lid 1 sub c
Wft bevat een uitzondering: als het bestuur van de Stichting (formeel)
onafhankelijk is van dat van de beursvennootschap, is er geen
verplichting tot het uitbrengen van een openbaar bod.
Ad (ii) certificering van aandelen bij certificering worden
zeggenschapsrechten en economische rechten verbonden aan aandelen
gesplitst. Het BW verwijst soms naar certificering, maar biedt geen
expliciete grondslag. Certificering wordt bewerkstelligd doordat
aandeelhouders hun rechten ten titel van beheer overdragen aan een AK
(vaak STAK) dat in ruil daarvoor certificaten verstrekt. De STAK is
juridisch gerechtigd tot de aandelen en oefent in beginsel het stemrecht
uit, en incasseert uitgekeerd dividend, dat weer wordt doorgesluisd
richting de certificaathouder. De rechten van de certificaathouder zijn
contractueel van aard en worden bepaald door de
administratievoorwaarde. Bij verhandelbare beurscertificaten die met
medewerking van de vennootschap zijn uitgegeven, dan kan in ‘vredestijd’
een privatieve volmacht ex art. 2:118a BW van de aandeelhouder
volgen. Als een openbaar bod is uitgebracht op de aandelen/certificaten,
keert het stemrecht terug naar de certificaathouder. Het bestuur van de
STAK moet (formeel) onafhankelijk zijn van dat van de beursvennootschap
(zo niet, dan geldt art. 2:118a lid 3 BW en verliest de STAK haar
beschermende functie en geldt eventueel art. 5:71 lid 1 sub d Wft).
Statutaire beschermingsmaatregelen: (i) gekwalificeerde meerderheden,
(ii) initiatiefrechten en (iii) structuurregeling.
Ad (i) gekwalificeerde meerderheden de hoofdregel bij AVA-
besluitvorming is volstrekte meerderheid (50% + één stem), maar
daarvan kan statutair worden afgeweken. Als statutair is bepaald dat een
ontslagbesluit moet worden genomen met een tweederdemeerderheid,
waarbij minstens de helft van het kapitaal is vertegenwoordigd (art.
2:134 lid 2 BW), dan heeft de houder van 40% van de aandelen feitelijk
een vetorecht.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annehoogendoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.