Dit is een uitstekende en duidelijke samenvatting van het boek gezondheidspsychologie 4e editie Val Morrison en Paul Bennett. Het is een samenvatting van de lastig leesbare reader van Nienke Sannen Psychologie, de basis. Deze samenvatting bevat, Hst 5 Modellen voor het voorspellen van gezondheidsge...
Summary starts with chapter 5. Seller does not respond
By: ilhanbayram • 3 year ago
By: joostschouten • 3 year ago
Translated by Google
Deliciously clear described
Seller
Follow
larssavenije63
Reviews received
Content preview
Gezondheidspsychologie
Hst 5. Modellen voor het voorspellen van gezondheidsgedrag
5.1 Distale invloeden op gezondheidsgedrag
De factoren voor gezondheidsgedrag zijn onder verdeelt in distaal (ver weg van het centrum
van het lichaam, moeilijk te veranderen) en proximaal (dicht bij het centrum van het
lichaam, veranderbaar).
Voorbeelden distale invloeden: Sociaaleconomische status, etniciteit, geslacht en
persoonlijkheidskenmerken.
Voorbeelden proximale invloeden: opvattingen of attitudes
Sociaaleconomische gedrag (distaal) + bepaalde overtuiging (proximaal)= status op de
gezondheid
De proximale factoren mediëren (Een mediatorvariabele is een variabel die tussen twee
andere variabele in staat, dus B in a + b = c)
Moderator variabelen verklaren de omstandigheden waaronder een relatie tussen twee
andere variabelen kan bestaan.
5.1.1 Demografische invloeden zijn bijvoorbeeld je leeftijd, geslacht en persoonlijkheid.
5.1.2 Persoonlijkheidskenmerken
Persoonlijkheidskenmerken zijn karakteristieke gevoelens, denkwijzen en gedragingen die de
ene mens van de andere onderscheiden. Er zijn hier twee belangrijke modellen voor
gezondheidsgedrag.
Driefactorenmodel van Eysenck
Eysenck onderscheidt drie bipolaire dimensies van de persoonlijkheid:
1. Extraversie (open, sociale aard) en de tegenplooi introversie (gesloten, solitaire aard)
2. Neuroticisme (angstige, zorgelijke aard, beheerst door schuldgevoel) tegenover
emotionele stabiliteit (ontspannen, tevreden aard)
3. Psychoticisme (egocentrische, agressieve, antisociale aard) tegenover zelfbeheersing
(vriendelijke, voorkomende, gezonde aard)
Vijffactorenmodel van MrCrea en Costa (the big five)
Hier onderscheidt men vijf primaire dimensies van de persoonlijkheid. OCEAN
1. Openheid voor nieuwe ervaringen;
2. Conscentieusheid / nauwgezetheid;
3. Extraversie;
4. Aangenaam in de omgang;
5. Neuroticisme.
Neofobie is een hardnekkige en chronische angst voor alles wat nieuw is.
,Een ander, vaak onderzocht aspect van de persoonlijkheid is de gegeneraliseerde locus of
control (LoC) (Rotter).
Interne LoC is dat mensen de verantwoordelijkheid voor gebeurtenissen in zichzelf plaatsen
en denken dat hun handelingen van invloed zijn op de resultaten.
Externe Loc is waarbij mensen de verantwoordelijkheid voor gebeurtenissen aan externe
factoren toeschrijven.
Multidimensional health locus of control van Wallston, Wallston en De Vellis, 1978
Een Loc-schaal voor opvattingen over de gezondheid. Hierbij worden drie onafhankelijke
dimensies onderscheiden:
1. Intern: het individu is de belangrijkste determinant voor het gezondheid
2. Extern/toeval: De gezondheid van het individu hangt af van externe factoren, zoals
geluk, het noodlot en toeval
3. Gezaghebbende anderen: De gezondheid wordt bepaald gezaghebbende andere,
zoals artsen en gezondheidsvoorlichters
De dimensies worden pas relevant als iemand waarde hecht aan de eigen gezondheid.
Vermeende gedragsmatige controle iemands geloof in persoonlijke controle over een
bepaalde specifieke handeling of gedrag
Zelfeffectiviteit geloof in jezelf dat je het kunt. Je eigen geloof.
Dergelijke bevindingen suggereren dat interventies die zijn gericht op het versterken van
aannamen over specifieke vermeende gedragscontrole, mogelijk beter werken als ze worden
gericht op mensen met een interne locus of control.
Dispositioneel pessimisme: Een overwegend negatieve kijk op het leven en de neiging om
negatieve resultaten te verwachten
Persoonlijkheidstrek: Een gedragskenmerk dat bij een individu hoort en dat uiterlijk
waarneembaar is. Volgens de theorie voorspellen persoonlijkheidstrekken ons handelen.
5.1.3 Zelfbeschikkingstheorie
Deze theorie bestudeert de mate waarin gedrag vanuit het zelf gemotiveerd is (oftewel door
intrinsieke factoren) en door de kernbehoeften autonomie, competentie en psychologische
verwantschap wordt beïnvloed. Deze theorie maakt onderscheid tussen intrinsieke en
extrinsieke motivatie. Het gedrag wordt bepaald doordat intrinsiek en extrinsieke motivatie
hoe hoog dat voorkomt bij een bepaald persoon.
De aannames omtrent wat belangrijke anderen doen worden ook wel descriptieve normen
genoemd.
Injunctieve normen hoe anderen willen dat jij in een bepaalde situatie gereageerd en
gedraagt.
Doelstellingen en zelfregulatie van gedrag
Coping zijn manieren om met moeilijke gebeurtenissen om te gaan.
5 coping functies die gerelateerd zijn aan gezondheidsgedrag zijn: probleemoplossing, zich
beter voelen, vermijding, pauze en preventie.
Tijdens een interventie moet rekening gehouden worden met de coping functies en de
persoonlijke doelen van elke individuele mens. Een manier om aan deze eisen te houden is
door middel van zelfregulatie. Dat houdt in dat je de cognitieve en gedragsmatige processen
waardoor mensen hun reacties leiden, controleren, wijzigen of aanpassen.
, 5.2 Modellen van gezondheidsgedrag
Er is geen garantie voor een lang en gezond leven. Ten eerste is het gedrag niet de enige
factor die ziekte veroorzaakt. Ten tweede zijn mensen en de invloeden daarop inconsistent.
Bijvoorbeeld: externe factoren reguleren gezonde gedragingen (onvoldoende tijd om te
sporten), De houding van iemand, individuele verschillen, motiverende factoren en prikkels
en barrières.
5.2.1 Attitudes
Attitudes bestaan uit drie onderling gerelateerde componenten: cognities (gedachten,
waarden, normen en verwachtingen), emoties (gevoelens) en gedragingen (of intenties)
1. Cognities: opvattingen over het object van de attitude (roken is een teken van
zwakheid)
2. Emoties: gevoelens jegens het object van de attitude (roken is prettig)
3. Gedragingen: handelingen ten opzichte van het object van de attitude (Ik ga niet
roken)
Het conflict tussen attitudes en gedrag wordt wel ambivalentie genoemd (iemand vindt het
taartje lekker, maar denkt ook wat een diabetesbom is dit). Iemands motivatie om te
veranderen wordt mogelijk ondermijnd door ambivalente attituden of tegenstrijdige
doelstellingen. Attitudes op zichzelf zijn dus onvoldoende om gedrag te veranderen. Mensen
kunnen ook een beter beeld over zichzelf creëren en vertellen, omdat ze denken dat dit
beeld meer sociaal goedgekeurd wordt, ook wel sociale wenselijkheidsbias. Impliciete
attitude worden gemeten, ofwel attitudes die onbedoeld worden geactiveerd in reactie op
de feitelijke of symbolische aanwezigheid van een attitudeobject (stimulans). Geen expliciete
attitudes nodig. Een belangrijke invloed op de attitude is de persoonlijke relevantie en het
vermeende risico.
5.2.2 Risico-inschatting en onrealistische optimisme
Risicoperceptie is een niet-accurate conclusie over de risico van het gedrag. Onrealistische
optimisme kan uit vier factoren bestaan:
1. Een gebrek aan persoonlijke ervaring met het desbetreffende gedrag of probleem;
2. De opvatting dat het probleem door individuele handelingen kan worden
voorkomen;
3. De opvatting dat het onwaarschijnlijk is dat het probleem zich in de toekomst zou
voordoen, omdat het nog niet eerder is gebeurd;
4. De opvatting dat het probleem zelden voorkomt, dus dat de kans klein is dat het bij
het individu optreedt.
Onrealistische optimisme gaat gepaard met een sterker geloof in de controle over
gebeurtenissen.
5.2.3 Zelfeffectiviteit (self-efficacy)
Zelfeffectiviteit is het geloof in het eigen vermogen tot het organiseren en realiseren van
bepaald gedrag. Zelfeffectiviteit zorgt voor andere cognitieve en emotionele activiteiten.
Zelfeffectiviteit is een voorspellende factor voor gezondheidsgedrag, omdat het van invloed
is op veranderingen van persoonlijk gedrag en het volhouden van deze veranderingen
Resultaatverwachtingen is het resultaat dat wordt verwacht als gevolg van bepaald gedrag.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller larssavenije63. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.