100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding in de pedagogiek - Inleiding in de pedagogiek $6.70   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding in de pedagogiek - Inleiding in de pedagogiek

 5 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting voor het vak Inleiding in de pedagogiek, geven in het eerste jaar van de hbo studie Pedagogiek. De samenvatting is gemaakt van het boek Inleiding in de Pedagogiek door Annemarie Becker. Dit is een samenvatting van de hoofdstukken 1,2,3,4,5,6,9. De samenvatting bevat alle bel...

[Show more]

Preview 4 out of 32  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 6 + hoofdstuk 9
  • September 16, 2024
  • 32
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Inleiding in de pedagogiek samenvatting tentamen
Hoofdstuk 1 de opvoedkundige benadering
Pedagogiek  houdt zich bezig met opvoeding van kinderen/jeugdigen van 0 t/m 18
Oorspronkelijk afgeleid van Griekse woord paidagoogia: pais = kind en agogein = leiden
Pedagogiek = kinderleiding
Andere woorden zijn:
- Opvoedkunde, richt zich op vaardigheden van opvoeder
- Opvoedingsleer, richt zich op verkrijgen kennis over opvoeden
- Opvoedingswetenschap, richt zich op ontwikkelen van theorieën en methoden over en met
betrekking tot opvoeden
Hulpwetenschappen: psychologie, sociologie, filosofie, theologie (levensbeschouwing) en
andragogische wetenschappen (volwassenen helpen leren)  gebruikt pedagogiek als
ondersteunende theorie

Defenitie opvoeding: alle omgang tussen ouder en kind waarbij gericht een relatie wordt aangegaan.
In deze omgang bied de ouder het kind liefde, geborgenheid, veiligheid, intimiteit, aandacht, genzen,
instructie, ondersteuning en controle. Hierdoor zal het kind tot zelfontplooiing komen en over het
nodige zelfvertrouwen en de nodige zelfstandigheid en zelfredzaamheid beschikken om richting te
geven aan zijn verdere leven.

Wanneer sprake van opvoeding?
1. Er is sprake van wederzijds respect
2. Het kind ervaart voldoende veiligheid, heeft vertrouwen, kan rekenen op, voelt zich
geaccepteerd door en krijgt ondersteuning van ouder
3. Het kind wordt uitgedaagd om eigen beslissingen te nemen en te experimenteren met
nieuwe dingen  krijgt vertrouwen in omgeving

De 4 basisdimensies van opvoeden:
1. Ondersteuning bieden
2. Instructie geven
3. Controle uitoefenen
4. Grenzen stellen
 Zijn met elkaar verbonden, ze kunnen niet afzonderlijk toegepast worden

Ondersteuning bieden: opvoedgedrag van de ouder dat liefde en zorg uitdrukt en zich richt op fysiek
en emotioneel welzijn  kind voelt zich begrepen en geaccepteerd.
Voorbeelden: bemoedigen, helpen, samenwerken, affectie en liefdevol gedrag tonen en aandacht en
interesse hebben.
Alle opvoedingsgedragingen onder ondersteuning hebben hetzelfde effect  bevorderen
ontwikkeling  het kind treed de wereld om zich heen met vertrouwen tegemoet
Warmte en affectie duiden op emotionele beschikbaarheid van de ouder. Als dit er niet is (kind
afgewezen of verwaarloosd) loopt kind risico op blijvende schade: agressie, vandalisme of
delinquentie.
Responsiviteit (de mate van adequaat reageren van ouder op signalen van kind) gaat sensitiviteit
vooraf (gevoelig zijn voor signalen die het kind afgeeft ten aanzien van behoeften en gevoelens)
Draagt bij aan positieve ontwikkeling: kind voelt aan dat het door signalen uit te zenden bepaalde
invloed kan hebben op de buitenwereld
Een beloning (psychisch en materieel) wordt door kind opgevat als bekrachtiger en zorgt ervoor dat
een kind de beloonde handeling vaker laat zien  het stimuleert gewenst gedrag. Kinderen willen
ouders blij maken met acties.

,Straf  ook bekrachtigen om ongewenst gedrag af te leren
Negeren  als kind regelmatig ongewenst gedrag laat zien, door te negeren zal het kind uiteindelijk
stoppen
Ondersteuning  kan op verschillende manieren (materieel, bijv bijtring of door samen iets te doen).
Alle vormen van ondersteuningen leiden tot een emotioneel goed gevoel.
- Door middel van belonen: handelingen die leiden tot emotioneel prettig gevoel bij het kind
- Door middel van straffen: meestal negatieve lading, maar heeft positieve functie in opvoeding
 ouder biedt het kind gelegenheid om te reflecteren en ongewenst gedrag af te leren
Straf mag niet worden opgelegd vanuit frustratie, dan past de straf niet bij de ernst van het
ongewenst gedrag  kan leiden tot agressief gedrag bij kind
Vereist consequent gedrag: de opgelegde straf moet wel gedaan worden
Gedragsregulatie  korte time out momenten halen kind uit situatie, daarna na bespreking om over
gedrag na te denken  niet te lang, anders vergeet kind het negatieve gedrag

Instructie geven: duidelijk maken wat de bedoeling is van iets of welk gedrag verwacht wordt.
 Stimuleert zelfredzaamheid en zelfstandigheid
Ongevraagd en gevraagd proces
Als kind wordt overladen met instructies:
- Geen eigen initiatieven durven ontplooien
- Te veel bezig met wat ouders denken van acties

Controle uitoefenen:
- Autoritaire controle  negatieve invloed op sociale en cognitieve competentie
Ook wel restrictieve controle
Het opvoed gedrag waarbij de ouder druk uitoefent op het kind om correct gedrag te
vertonen  macht en gezag van de ouder spelen een centrale rol, ouder gebruikt macht om
bepaald gedrag af te dwingen, onvoorwaardelijke gehoorzaamheid wordt verlangd van het
kind
Niet geneigd tot overleg met kind, behoeften van de ouder staan boven die van het kind
Geen sprake van gelijkwaardigheid
Er kunnen meer conflicten ontstaan, kind niet in staat vorm te geven aan wensen/verlangens
- Autoritatieve controle  positieve invloed
Gedragingen van de ouder waarbij uitleg wordt gegeven aan het kind en eisen worden
gesteld aan zijn zelfstandigheid
Ouder hecht belang aan openheid, zal proberen in te stemmen door middel van uitleg en
verklaringen over verwachtingen.
Kind word ster aangemoedigd en ondersteund in eigen handelen en verantwoordelijkheid.
Ouder is bereid om op basis van gelijkwaardigheid te onderhandelen en houdt rekening met
specifieke persoonlijkheid van het kind.
Meestal positief effect  kind in staat om eigen weg te vinden, geneigd om vaker zelfstandig
dingen te ondernemen
Inductie: het gedrag van de ouder is erop gericht het kind zover te krijgen dat het vrijwillig
tegemoet komt aan zijn wensen.

Grenzen stellen: wijze waarop de ouder het kind bestraft of beloond om gewenst gedrag aan te leren.
Pavlov en Skinner gaan ervan uit dat alle gedrag is aangeleerd en dus ook weer kan worden afgeleerd.
Gedragsverandering vindt plaats doormiddel van beïnvloeding  net als ondersteuning wordt er
gebruik gemaakt van straffen en belonen
Vereist consequent gedrag  ouders moeten standvastig zijn
Ouders tonen respect voor autonomie van het kind en bieden gelegenheid om op eigen wijze te
ontwikkelen

,Grenzen stellen moeilijkste deel van opvoeding  ouder bang dat kind hun niet aardig vinden, terwijl
dat juist belemmerend werkt als er consequent opgetreden moet worden.
Kind heeft baat bij duidelijke grenzen  voelt zich serieus genomen, voelt liefde en betrokkenheid
Kind leert omgaan met maatschappelijke eisen, normen en waarden, verantwoordelijkheid nemen
voor eigen gedrag
Het verband tussen de 4 dimensies:




Ouders hebben verschillende opvoeddoelen, vaak vanuit eigen ideeën. Malschaert en Traas zeggen
dat opvoedgedrag van de ouder erop gericht is om het kind te helpen zichzelf te ontplooien, zijn
mogelijkheden en kwaliteiten te ontwikkelen.
Intentioneel opvoedgedrag  het toepassen van opvoeding doelen, de ouder is erop gericht om
bewust of onbewust doelstellingen te bereiken bij het kind
De drie algemene opvoedingsdoelen (ook wel de drie Z’s):
1. Zelfstandigheid (individu)  het kind is in staat zelf keuzes te maken, recht op eigen leven en
uitvinden wat van belang is, beslissingen leren nemen
2. Zelfredzaamheid (samenleving)  kind in staat keuzes te maken en te verantwoorden,
mondigheid en verantwoordelijkheid worden gestimuleerd
3. Zelfvertrouwen (toekomst)  kind kan een bijdrage leveren aan de toekomst en is in staat
technische en praktische problemen op te lossen
Deze 3 opvoedingsdoelen versterken elkaar: hoe meer een kind zelf kan/mag doen, hoe zelfstandiger
het wordt en hierdoor krijgt het meer zelfvertrouwen en wordt het zelfredzamer

Opvoeden is een circulair proces  er is sprake van actie en reactie in de omgang tussen ouder en
kind. Ouder bied bijv liefde, kind reageert daarop met liefde: ontstaan interactie
Opvoeden gericht op positieve benadering voorkomt vicieuze cirkel en daarmee neerwaartse spiraal.
Opvoeden heeft nooit een constant karakter: wat het ene moment wel werkt kan het andere
moment niet werken, ieder kind heeft een andere aanpak nodig
Uniciteit  ieder mens is anders en heeft dus andere karaktereigenschappen
Volgens het circulair proces geeft de ouder aan de hand van de 4 basisdimensies een prikken en het
kind reageert daarop. Er is een voortdurende wisselwerking tussen beide partijen  het gedrag van
het kind blijkt te zijn gekoppeld aan het opvoedgedrag van de ouder

, Circulair proces loopt als rode draad door het leven van een kind:




Deze 4 onderdelen komen in elke ontwikkelingsfase terug. Hierdoor is er in iedere ontwikkelingsfase
een groeiproces.

Opvoeden heeft een psychische en fysieke kant: bestaat uit materiële en emotionele handelingen die
beide invloed hebben op de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind
Materiële opvoeding:
Fundamentele behoefte uit de behoeftehiërarchie van Maslow  lichamelijke behoeften: eten,
aanraking en bescherming
Hoe ouder het kind, hoe meer materiële behoeften
Emotionele opvoeding:
De overige vijf behoeften volgens Maslow  liefde, eigenwaarde, zelfvergelijking/zelfactualisatie en
cognitieve behoefte aan orde.
Kind voelt vanaf de bevruchting of het gewenst/geliefd is en ervaart band met ouders al in de
baarmoeder
Hoe ouder het kind, hoe minder emotionele behoeften

Geestelijke vorming:
Levensovertuiging ouders spelen rol in opvoeding  bijv schoolkeuze, manier invulling vrije tijd
Als de ouders een bepaalde religieuze levensovertuiging hebben dan komt dit in de opvoeding tot
uiting  rituelen rondom geloof nemen belangrijke rol in
Sociale vorming:
Bij sport, muziek, toneel of dans, tekenen en dergelijke leert het kind zich te ontwikkelen. Er worden
verschillende aspecten van de ontwikkeling gestimuleerd (weerbaarheid, verenigen lichaam en geest,
grenzen opzoeken en verleggen, fantasie stimuleren)
Gymles op school verplicht  fysieke en geestelijke gezondheid,, samenwerking en teamgeest
verbeteren.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkedevries4. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.70. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73243 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.70  1x  sold
  • (0)
  Add to cart