100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Notarieel Ondernemingsrecht II $11.26
Add to cart

Summary

Samenvatting Notarieel Ondernemingsrecht II

1 review
 92 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is samenvatting van de stof van notarieel ondernemingsrecht II aan de RU, collegejaar 2019/2020. Beoogd is om alle stof te behandelen met zo min mogelijk overlap. Dit betekent dat als hoorcollege aantekeningen weinig tot geen informatie bevatten, dit al in de stof is behandeld (en andersom). De...

[Show more]

Preview 4 out of 156  pages

  • Unknown
  • December 8, 2019
  • 156
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: maxb_nec • 4 year ago

avatar-seller
Notarieel ondernemingsrecht II
Het moet worden opgemerkt dat deze samenvatting als naslagwerk dient,
niet als vervanging van de leerstof. Er wordt dus vanuit gegaan dat je de stof
al eens gelezen hebt of anderszins kent. Mocht je desondanks deze
samenvatting lezen als vervanging van de stof, lees dan s.v.p. de nummers
die niet duidelijk genoeg zijn terug in de Asser zelf.

Week 1: van oprichting tot ontbinding
Voorgeschreven stof: Asser 2-IIa 2013 nr. 42-94 en hfst. 3 (hoofdstuk 3 alleen samengevat
voor zover nodig)
Jurisprudentie:
- HR 24 maart 2000 (WTN);
- HR 11 juli 2003 (Bas-C);
- Hof ’s-Gravenhage 30 januari 2007 (PMDC);
- HR 19 december 2014 (Rifgat); en
- HR 3 februari 2017 (Frère).

Voorgeschreven stof
Asser 2-IIa NV en BV - Oprichting, vermogen en aandelen
42. Motieven tot oprichting
Er zijn veel mogelijk motieven voor het oprichten van een BV/NV. Er kan onder meer gedacht
worden aan:
- fiscale voordelen;
- aansprakelijkheid in standaard situaties voorkomen; en
- de continuïteit van de onderneming bevorderen (aandelen zijn makkelijker overdraagbaar,
bestuurder en aandeelhouder hoeven niet dezelfde persoon te zijn en de kapitaalvennootschap
wordt voor onbepaalde tijd aangegaan (art. 2:17 BW).

43. Aard van oprichtingshandeling
De rechtshandeling tot oprichting kan eenzijdig of meerzijdig zijn en heeft een samengesteld
karakter. Dit wil zeggen dat zij strekt tot oprichting van een vennootschap als rechtspersoon met
een door wet, statuten, besluiten en ongeschreven recht bepaal eigen rechtsregime. Voorts brengt
zij een rechtsverhouding tot stand tussen de vennootschap en degenen die deelnemen aan de
oprichtingshandeling.

44. Voorovereenkomst tot oprichting
Het is mogelijk om een voorovereenkomst tot oprichting aan te gaan. Dit heeft met name zin om
fiscale gevolgen te regelen: de ingangsdatum van de overeenkomst kan dan dienen als
ingangsdatum vanaf wanneer er voor rekening en risico van de vennootschap wordt gewerkt.
Civielrechtelijk is er tevens geen bezwaar tegen het sluiten van een dergelijke overeenkomst als
de vennootschap wordt opgericht door één persoon (de vennootschap als andere partij).
Fiscaalrechtelijk wordt deze overeenkomst als niet bestaand geacht (HR Lijfrente).

45. Rechtsgevolgen van oprichting
De rechtsgevolgen van oprichting zijn breed bekeken in tweeën te delen:
- het doen ontstaan van een rechtssubject; en
- het tot stand brengen van een rechtsverhouding tussen de vennootschap en de deelnemer(s)
aan de oprichtingshandeling.

46. Deelnemers aan oprichtingshandeling
De akte van oprichting wordt ondertekend door de oprichters en degenen die aandelen nemen bij
de oprichting. Dit hoeven niet dezelfde personen te zijn: je kunt oprichten zonder aandelen te
nemen en andersom (art. 2:64/175 lid 2 BW). Ten aanzien van de bij de oprichting genomen
aandelen wordt de titel van de uitgifte en de personalia vermeldt (art. 2:67/178 lid 1 BW en art. 40
Wna). Oprichters die geen aandelen nemen vallen niet in de lidmaatschapverhouding met de
Pagina 1 van 156

,vennootschap. Dit is onder meer relevant voor de werking van art. 2:93/2:203 lid 4 BW, waar
oprichter-aandeelhouders bedoeld worden. Zie in dit verband ook art. 2:9 en 2:138/248 BW.

47. Oprichting door fusie of splitsing
Bij fusie of splitsing worden geen aandelen uitgegeven, maar toegekend. Bij fusie zijn de
oprichters de verdwijnende vennootschap, bij (iedere vorm van) splitsing de splitsende
vennootschap. Uiteraard hoeft bij het toekennen van aandelen niet meegetekend te worden door
de begunstigden, nu dit in bepaalde situaties (denk aan grote NV’s) vrijwel onmogelijk zal zijn.

48. Rechtshandeling van toetreding
De rechtshandeling van toetreding gaat meestal via een afzonderlijke overeenkomst en is gewoon
onderworpen aan de regels van algemene vermogensrecht. Volgens de auteurs is de initiële
rechtsverhouding tussen de eerste aandeelhouders en de vennootschap niet aan ontbinding ex.
art. 6:265 BW onderworpen: de rechtshandeling is immers uitgewerkt met het vestigen van het
aandeelhouderschap door de oprichting. Wel kan natuurlijk de vennootschap nog ontbonden
worden (art. 2:20 en 2:21 BW). De toetredingsovereenkomst is niet hetzelfde als de
oprichtingsovereenkomst.

49. Ongeldigheid van oprichtingshandeling
Op grond van art. 2:4 lid 2 BW heeft ongeldigheid van de deelneming van een deelnemer aan de
oprichtingshandeling (zelfs als er maar één oprichter is) geen effect op de rechtsgeldigheid van de
deelneming van anderen. De NV of BV kan dan enkel ingevolge art. 2:21 lid 1 sub a BW worden
ontbonden. Uiteindelijk gaat het erom dat er minstens één oprichter een rechtsgeldige
deelneming heeft. Pas als alle deelnemingen ongeldig zijn, is er een oprichtingsgebrek. Zie
daarvoor het voornoemde artikel 2:21 lid 1 sub a BW.

50. Lidmaatschapsverhouding
Het aandeelhouderschap is een rechtsverhouding van eigen aard, die ook wel
lidmaatschapsverhouding genoemd wordt.

51. Akte is constitutief vereiste
Een kapitaalvennootschap moet worden opgericht bij notariële akte (2:64/175 lid 2 BW). Dit is een
constitutief vereiste: de vennootschap is nietig wanneer deze akte ontbreekt. Wanneer de akte
niet ontbreekt, maar wel authenticiteit mist, dan is de vennootschap niet nietig. Wel mag de
vennootschap dan ontbonden worden op grond van art. 2:21 lid 1 sub a BW.

52. Rol van notaris
Een notaris moet schriftelijk gevolmachtigd worden om mee te werken aan de oprichting van een
kapitaalvennootschap (2:65/176 BW). De wet stelt niet dat voor de oprichting er een Nederlandse
notaris gebruikt moet worden (anders dan bij bijvoorbeeld een aandelenuitgifte, 2:86/196 lid 2
BW); toch wordt aangenomen dat dit wel het geval is, gezien de kennis van het Nederlandse
rechtspersonenrecht van de Nederlandse notaris. De taal van de statuten moet krachtens art.
2:64/175 BW Nederlands zijn; hiermee vormt deze regel een uitzondering op art. 42 Wna. Een
volmacht tot oprichting moet schriftelijk verleend zijn (art. 3:39 BW), indien dit niet het geval is kan
de volmachtgever slechts bekrachtigen achteraf (3:69 lid 2 BW).

II Inhoud van akte van oprichting
53. Inhoud van akte van oprichting en statuten; algemeen
De oprichtingsakte bevat de eerste statuten van de vennootschap. Hier worden eisen aan gesteld
waaraan voldaan moet worden op straffe van ontbinding. De statuten vormen samen met de
daarop gebaseerde besluiten en de wet het eigen (niet-contractuele) rechtsregime van de
vennootschap. Echter, over schending van de statuten kan niet worden geklaagd (art. 79 RO). Dit
geldt ook voor het huishoudelijk reglement (HR Febeco). De statuten bevatten in ieder geval de
naam, de zetel en het doel van de vennootschap (art. 2:66/176 BW) en gegevens over het kapitaal
en de aandelen (art. 2:65/178 lid 1 BW).

54. Wijziging van statuten na oprichting
De AVA heeft dwingendrechtelijk de bevoegdheid om de statuten aan te passen, in de praktijk
vaak op voorstel van het bestuur en/of de rvc. Tijdens een faillissement is wijziging niet

Pagina 2 van 156

,toegestaan zonder toestemming van de curator. Zie voor de wettelijke regeling art. 2:121 e.v./
2:231 e.v. BW.

55. Statutaire naam
De statutaire naam is tevens meteen de handelsnaam (art. 1 Handelsnaamwet), maar niet meteen
de enige handelsnaam (art. 9 sub b HRGW 2007). Het voeren van een handelsnaam mag niet in
strijd zijn met de rechten van een ander (art. 5/5a Handelsnaamwet en 13 Benelux-Merkenwet).
Rechtsvormen moeten altijd genoemd worden (art. 2:75/186 BW). De BV en de NV mogen
afgekort worden als ‘B.V.’ of ’N.V.’, maar buitenlandse rechtsvormen als de Ltd of de GmbH
mogen dat niet (art. 2:66/177 lid 2 BW). Er staat volgens lagere rechters geen civielrechtelijke
aansprakelijkheid tegenover het niet vermelden van de volledige naam of zetel. Wel is er een
strafrechtelijke sanctie te vinden in art. 1 onder 4 WED. Het predicaat ‘Koninklijke’ moet na
verlening doorgevoerd worden met een statutenwijziging. Meestal wordt dit predicaat pas
verleend bij een vooraanstaand bedrijf dat ten minste 100 jaar bestaat. Het ten onrechte voeren
van dit predicaat is een onrechtmatige daad. Het predicaat kan geweigerd/ontnomen worden
indien de statutaire directeur bijvoorbeeld een strafrechtelijk verleden heeft (RB Leeuwarden, 15
november 2000).

56. Statutaire zetel
De statutaire zetel bepaalt de woonplaats van de vennootschap (1:10 lid 2 BW) en moet in
Nederland zijn gelegen (art. 2:66/177 lid 3 BW). De zetel hoeft niet overeen te komen met het
centrum van werkzaamheden. De woonplaats moet net als de naam overal duidelijk uit blijken. De
woonplaats is bijvoorbeeld relevant voor de bevoegdheid van de rechters. Wanneer de wet
slechts spreekt van ‘de rechtbank’, wordt daarmee ook bedoeld de rechtbank van de woonplaats
van de rechtspersoon. De statutaire zetel is tevens relevant voor het IPR (10:118 BW). Als een
beursvennootschap haar statutaire zetel in Nederland heeft, is daar hoe dan ook de Corporate
Governance Code op van toepassing. De aan Nederland verbonden eilanden gelden niet als
Nederland voor de statutaire zetel. Verplaatsing van de zetel geschiedt door statutenwijziging. In
oorlogstijden kan de statutaire zetel van een rechtspersoon verplaatst worden naar het
buitenland. Hier bestaan speciale rijkswetten voor. Het idee erachter is dat de rechtspersoon dan
niet in bezit komt van een eventuele bezetter.

57. Statutair doel
Het doel duidt het terrein van feitelijke werkzaamheden aan. De rechter ontbindt de vennootschap
wanneer het doel in strijd is met de openbare orde of niet kan worden bereikt wegens een gebrek
aan baten (op vordering van het OM) (art. 2:20 lid 2 BW). Tevens kan de vennootschap ontbonden
worden wanneer de werkzaamheden niet meer met het doel overeenkomen (2:74/185 lid 1 BW).
Overschrijding van het doel kan tot aantastbaarheid van de rechtshandeling leiden, maar wel met
derdenbescherming van derden te goeder trouw (2:7 BW). Externe gevolgen van
doeloverschrijding zijn beperkt: een handeling is slechts vernietigbaar indien daardoor het doel is
overschreden én de wederpartij dit wist of had moeten weten (art. 2:7 BW). Intern kan de
bestuurder wel aangesproken worden jegens de vennootschap.

58. Gegevens omtrent kapitaal en aandelen
De akte van oprichting vermeldt het bedrag van het geplaatste kapitaal en het gestorte gedeelte
daarvan, alsmede een uitsplitsing per soort aandelen (art. 2:67/178 lid 1 BW). Bij de NV is tevens
het maatschappelijke kapitaal verplicht om op te nemen (art. 2:67 lid 1 BW). Tevens worden de
gegevens van degenen die aandelen nemen bij oprichting vermeld in de akte. Zie ook art.
2:86/196 lid 2 BW.

59. Overige voorschriften voor akte van oprichting en statuten
2:93/203 lid 1 BW geeft een sluitende opsomming van dingen waaraan de vennootschap met de
oprichtingsakte verbonden kan worden. Met de flex-BV is daaraan toegevoegd dat de BV ook
gebonden kan worden door het betalen van kosten die met de oprichting verband houden.
Daardoor is een afzonderlijke bekrachtiging later niet nodig. De eerste bestuurders worden
benoemd in de oprichtingsakte (2:132/242 BW), alsmede een regeling om deze bestuurders te
vervangen bij ontsteltenis of belet (2:134/244 lid 4 BW). De rechtshandelingen uit 2:94/204 lid 1
BW moeten in haar geheel worden vermeld, op straffe van niet gebondenheid door de
vennootschap. Een bankverklaring voor de storting in geld is vereist bij een NV (art. 2:93a aanhef

Pagina 3 van 156

, BW). Bij inbreng in natura op aandelen is bij een NV een accountantsverklaring vereist (2:94a lid 1
en 2 BW).

60. Van preventief toezicht naar permanente controle (historisch overzicht)
Niet heel relevant. Geschiedenis over hoe het vroeger ging qua controle.

61. Verklaring van geen bezwaar niet langer een constitutief vereiste
De titel zegt het al.

62. Andere wijzigingen ingevolge Wet controle op rechtspersonen
Dit was ongetwijfeld relevant in 2013, maar inmiddels niet meer.

63. Wet controle op rechtspersonen: doeleinden
Tegenwoordig wordt er permanent toezicht uitgeoefend. Van risico’s kan melding worden gedaan
aan handhavers. Toezicht wordt gehouden met het doel misbruik te voorkomen. Bij misbruik moet
gedacht worden aan misdrijven en overtredingen van financieel-economische aard. Denk hierbij
aan het benadelen van schuldeisers en de financiering van witwaspraktijken.

64. Wet controle op rechtspersonen: reikwijdte
De wet is niet alleen van toepassing op de NV en de BV, maar ook op andere rechtsvormen en
ondernemingen. Kortom alles met rechtspersoonlijkheid en een zetel óf een vestiging in
Nederland.

65. Wet controle op rechtspersonen: werkwijze
Dit lijkt me tegenwoordig grotendeels vervangen door de WWFT. In ieder geval een keer handig
om die wet door te lezen.

IV Inschrijving in het handelsregister
66. Inschrijvingsplicht
De bestuurders zijn verplicht de NV en BV te doen inschrijven in handelsregister en een authentiek
afschrift van de akte van oprichting met bijlagen te deponeren bij het handelsregister (HRGW
2007 en art. 2:69/180 BW). Inschrijving is geen constitutief vereiste voor oprichting.

67. Hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders
Bestuurders zijn naast de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk voor rechtshandelingen verricht
uit naam van de vennootschap vóór de inschrijving in het handelsregister (2:69/180 lid 2 BW). Dit
heeft dus te gelden als een soort sanctie op het niet inschrijven. Het niet inschrijven is
strafrechtelijk gesanctioneerd in art. 47 HRGW 2007 jo. art. 1 sub 4 WED. In de Asser wordt
gezegd dat de vordering van 2:69/180 lid 2 BW ook aan een curator toekomt, ook al strookt dat
niet helemaal met het doel van het artikel (derde-crediteurenbescherming, dus ieder voor zich). Dit
baseren ze op de overweging van de Hoge Raad in r.o. 3.9 van het Bas-C arrest. Dit stukje
eventueel nog even nalezen.

68. Aansprakelijkheid voor rechtshandelingen van NV of BV
Het is niet vereist dat de vennootschap eerst wordt aangesproken in een 2:69/180 lid 2 BW geval.

69. Tijdvak waarin aansprakelijkheid kan ontstaan
Alleen degenen die bestuurder zijn wanneer de rechtshandeling wordt verricht zijn hoofdelijk
aansprakelijk. De bekrachtiging van dergelijke rechtshandelingen door de vennootschap heeft ook
te gelden als een rechtshandeling waarvoor de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn, maar dit
kan voorkomen worden door te bekrachtigen na inschrijving in het handelsregister.
Rechtshandelingen die verricht zijn namens een vennootschap in oprichting leiden niet tot
hoofdelijke aansprakelijkheid, omdat de vennootschap niet gebonden is. Zie voor een speciale
situatie 2:93/203 lid 2 BW.

70. Opgave van oprichtingskosten bij NV
Op grond van art. 2:69 lid 1 tweede zin BW moeten bestuurders van een NV bij inschrijving in het
handelsregister opgave doen van de oprichtingskosten die ten koste van de vennootschap
komen. Kosten hoeven niet te worden uitgesplitst. Blijkens art. 2:69 lid 2 aanhef sub a BW is deze

Pagina 4 van 156

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MarcoJ. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53920 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.26  8x  sold
  • (1)
Add to cart
Added