Globalisering: Economische en Sociale Geschiedenis (LGX049P05)
All documents for this subject (6)
Seller
Follow
hjmeints
Content preview
GLOBALIZATION IN WORLD HISTORY (3rd EDITION) door Peter N. Stearns
Inhoudsopgave
HANDEL.................................................................................................................................................................................................. 10
ZIEKTES EN MIGRATIE.......................................................................................................................................................................... 10
VOEDSEL................................................................................................................................................................................................. 10
OMGEVINGSVERANDERINGEN............................................................................................................................................................. 11
VOEDSEL................................................................................................................................................................................................. 17
EPIDEMIEËN EN NIEUWE CONTROLE.................................................................................................................................................17
VERSPREIDING VAN TECHNOLOGIEËN...............................................................................................................................................18
MILIEU.................................................................................................................................................................................................... 18
DE NIEUWE SOCIALE INSTITUTIES EN BELEID..................................................................................................................................18
DE OPKOMST VAN ‘WERELDOPINIE’ EN WERELDWIJDE HUMANITARISME..................................................................................19
TRANSPORT EN COMMUNICATIE........................................................................................................................................................24
VERANDERINGEN IN BELEID...............................................................................................................................................................24
TAAL: WERELDWIJD ENGELS..............................................................................................................................................................25
1
, 1. Globalisatie en de uitdaging in historische analyse
Globalisatie kan worden gezien als economische groei en vooruitgang, het beschermen van
mensenrechten en een vredevolle wereldgemeenschap of de bron van overheidscontrole en
bedreiging van culturele integriteit. Een links perspectief vindt globalisatie een bedreiging
van vooruitgang, terwijl rechts globalisatie ziet als bedreiging van de natie en een
voedingsbron is voor fundamentalisten. Het geloof dat globalisatie stop kan worden gezet
neemt toe.
Globalisatie is de intensivering van contacten tussen verschillende delen van de wereld,
waardoor nieuwe netwerken ontstaan die mensenlevens veranderen. Het beïnvloedt de
economische, technologische, sociaal-culturele en politieke vlakken van de maatschappij. De
term is in 1980 geïntroduceerd door sociale wetenschappers, die globalisatie als positief
weergaven: het schiep zowel een betere als een andere wereld. Historisch gezien staat de term
voor wegbewegingen van eerdere patronen. De vraag rijst: wanneer is globalisatie begonnen?
Om deze te beantwoorden moeten kritische analyses gedaan worden hoe de recente processen
verschillen tegenover de vroegere veranderingen in contacten en de resultaten van deze
contacten. Waren er eerder ook al negatieve geluiden over globalisatie en wat is de oorsprong
van globalisatie? Historische context is hierbij essentieel. Nieuwe wereldwijde historici
plaatsen globalisering in de jaren ‘50 van de twintigste eeuw als uniek opkomende
verandering. Andere ‘world historians’ plaatsen de verandering eind negentiende eeuw,
terwijl de laatste groep ‘world historians’ toenemende contacten rond het jaar 1000 zien. Als
laatste is er een groep historici die globalisatie als een golfbeweging neerzetten. Er vindt
inderdaad al duizenden jaren handel plaats en vanuit dit standpunt is de impact van
globalisatie beter te begrijpen.
In dit boek wordt globalisatie als de belangrijkste gebeurtenis verdedigd. Het is
belangrijker om inzichtelijk te krijgen wat globalisatie in elk golf inhield en waarom dit
gebeurde, dan om één formule te bepalen. Hierdoor worden per golf de winnaars en
verliezers duidelijk.
De belangrijkste jaartallen zijn de jaren 1000, 1500, 1850 en de twintigste eeuw. Om
de complexe processen van handel en contacten goed te begrijpen wordt eerst een beeld
geschetst voor het jaar 1000. Door de aanpak wordt helder hoe en waarom bepaalde regio’s
op globalisering reageerden. Globalisering kan onderverdeeld worden in compartimenten,
zoals ziekteverspreiding, migratie, klimaatverandering en politiek. Om globalisatie te
realiseren is een toename in afstand en snelheid, met betrekking tot contacten, essentieel.
Deze toename verklaart waarom het proces tot stand kwam en waarom er tegenstand tegen
kwam. Contacten tussen nieuwe samenlevingen zorgden voor spanningen en
aantrekkingskracht.
Door in groepen van 60-80 man groot te leven en te jagen en te verzamelen
ontstonden eigen gewoontes en identiteiten. Het zorgde voor migratie en de verspreiding van
de mensheid over de aardbol. Er waren meer talen dan nu, maar deze behoorden vaak tot
dezelfde taalgroep, waardoor er op lokaal niveau contacten konden ontstaan. Het alleen te
voet reizen zorgde echter weer voor verschillende gewoontes, lokale religies, eigen talen en
angst voor vreemden. Agriculturele nederzettingen versterkten deze ontwikkelingen,
waardoor voornamelijk vrouwen nauwelijks verder dan een aantal kilometers van huis
komen. Netwerken begonnen lokaal en hadden veel tijd nodig om te ontwikkelen. Kruiden en
metalen waren het waard om ver voor te reizen. Hierdoor ontstonden regio-specifieke
specialisaties. Bij bepaald voedsel kon de lokale bevolking profiteren en ook dieren werden
verhandeld. Later voegde de zoektocht naar kennis zich bij dit rijtje. Het is moeilijk te
bepalen wanneer handeldrijven een beroep werd of wanneer men op zoek ging naar avontuur,
rijkdom of persoonlijke voordelen. Tot slot lagen lokale condities, zoals overpopulatie,
2
,uitputting van grondstoffen, militaire ambities, aan de grondslag van migratie. Deze
ontwikkelingen zorgden voor nieuwe ontwikkelingen, maar waren niet genoeg om een
globaal netwerk op te bouwen.
2. Opduikende patronen van contact, 1200 v. Chr. tot 1000 na Chr.: een
voorbereidende fase
Historici vinden het leuk om bewijs aan te dragen voor het feit dat specifieke menselijke
aspecten eerder plaatsvonden dan gedacht, zodat geschiedenis interessanter wordt en
duidelijk wordt dat niet elke ontwikkeling nieuw is. Een historici claimt dat globalisatie 6000
jaar geleden begon, vlak nadat landbouw in trek kwam. Echter, dat interesse in handel en
globalisatie aan elkaar gelijk staan is te snel geconcludeerd. Toch is de ontwikkeling van
handel belangrijk geweest om te begrijpen waaruit globalisatie is opgebouwd. Zowel de Zijde
Route als het Romeinse en het Parthische Rijk worden aangedragen als begin van globalisatie
en dit netwerk garantie bood voor latere, intensievere contacten. Deze contacten waren echter
gericht op intensivering binnen het rijk en niet naar buiten toe.
Migratie was het eerste proces waarmee de mensheid met lange afstanden in
aanraking kwam. De groepen verhuisden echter maar een aantal tientallen kilometers en de
lange afstand vond plaats over meerdere generaties. Bovendien migreerden de groepen niet
terug naar hun oorspronkelijke woonplaats. Het is onduidelijk wanneer handel lokale
contacten verving. De eerste vormen van uitwisseling zijn zeeschelpen van de Indische
Oceaan in Syrië (5000 v. Chr.), (vuur)stenen van Hongarije naar Polen en uitwisselingen
tussen India en Zuidoost-Azië (4000 v. Chr.). Handel via land kwam op, waarschijnlijk in
Afrika, met het domesticeren van de ezel in het derde millennium v. Chr. en het domesticeren
van de kameel in Azië en Afrika. Er kwam interregionale handel in Mesopotamië via de
Tigris en de Eufraat, terwijl Egypte via de Rode Zee handelde met Afrika in goud, ivoor en
slaven (2500 v. Chr.). Er was sprake van indirecte handel: goederen werden van plaats naar
plaats vervoerd, waardoor er geen sprake was van direct contact tussen gebieden. Handel
werd een thema in literatuur, zoals Gilgamesh en de Rig Veda. Voor het grootste gedeelte
vond handel plaats tussen aangrenzende gebieden. Handelaren ontmoedigden anderen om
handel te drijven, door te zeggen dat zij niet wisten waar de specerijen vandaan kwamen of
met verhalen dat de specerijen bemachtigd werden via een gevecht met draken. Hierdoor wist
men niet waar de producten vandaan kwamen en zo ontstonden misidentificaties. Handelaren
werden daarnaast met argwaan behandeld, aangezien zij puur op winst gericht waren. Er
ontstonden spanningen tussen lokale identiteit en zelfvoorziening of handel op lange afstand.
Sommige interregionale projecten hadden daarnaast weinig opbrengst. Daarom ontstonden
handelspatronen gericht op middellange afstand: handelaren wilden producten halen die niet
lokaal te produceren waren en machthebbers konden hun rijk zo uitbreiden en de handelaren
belastingen opleggen.
Met de opkomst van de klassieke beschavingen rond 800 v. Chr. wordt de analyse
gecompliceerder: de beschavingen strekten zich uit over een enorm grondgebied. Toch richtte
de machthebbers zich op de interne cohesie: in China werd het Mandarijns ingevoerd en
bouwde men een wegennetwerk op, terwijl de Klassieke Rijken zich richtten op culturele
eenheid, door het invoeren van godsdiensten en Griekse architectuur. Vooral in China waren
deze maatregelen eeuwenlang succesvol. De energie bleef naar binnen gericht: volken buiten
het rijk waren de aandacht niet waard en werden barbaren genoemd. De beschaving
verspreidde zich over een grote afstand, zodat de lokale verschillen verminderd werden.
Toerisme kwam op dankzij de toenemende contacten. Infrastructuur werd aangelegd in het
Perzische Rijk (vanaf 556 v. Chr.), bestaande uit wegen, herbergen, watervoorraden en een
postsysteem. Het Midden-Oosten ontwikkelde zich als een belangrijk schakelpunt tussen
3
, Oost en West. Het Chinese Rijk legde 22.000 mijlen aan wegen aan, met om de tien mijl
nieuwe paarden. De Romeinen legden zelfs 48.000 mijlen aan wegen aan, vooral om graan te
kunnen verspreiden. De Zijderoute werd gebruikt om paarden, alfalfa en zijde te verhandelen.
De nomaden in centraal-China verhandelden het Chinese overschot naar Perzië, waarna de
producten zich naar Middellandse Zeegebied verspreidden. In ruil krijgen de nomaden
struisvogeleieren, tapijten, huiden, entertainers en de gewilde paarden. De handel verliep
echter via lokale afstanden en wegen en niet via directe handelscontacten. India was koploper
in de zeehandel. Schepen werden verbeterd (China vond het roer uit,), men leerde varen met
behulp van moesson winden en het vogels werden gebruikt om land te vinden, waardoor
Egyptenaren, Arabieren, Grieken en Maleisiërs toetraden tot de handel via zee. India
handelde voornamelijk in kruidnagel, peper en katoen en ruil voor neushoornhoorns (uit
Afrika), wierook en parels (Midden-Oosten). De Romeinen beschermden de handelsroute
rondom de Rode Zee, waar scheepsladingen overgenomen werden door kamelen, om de
lading naar Alexandrië te kunnen vervoeren. Toch verloor China de interesse in de nieuwe
producten, waardoor veel goud naar Azië werd geïmporteerd om de handel te compenseren.
Er werd zowel in grondstoffen als in geassembleerde producten gehandeld.
Het is duidelijk dat de handelsgewoonten en connecties hebben geleid tot de handel
van de vijftiende eeuw en daarmee van invloed zijn tot op heden. Een basis leggen is echter
niet hetzelfde als het proces starten: handel was gericht om lokale netwerken in de
samenleving te versterken, niet om samenlevingen met elkaar te verbinden. Daarnaast waren
het voornamelijk luxeproducten die verhandeld werden en zorgden deze niet voor grote
veranderingen in de samenleving. Technische uitvindingen, cultuur, religie en filosofie
werden nauwelijks tussen de rijken uitgewisseld en verspreidden zich vooral binnen de
samenleving. De regionale handelsafstanden en de lange tijd om deze afstanden af te leggen
zorgden ervoor dat er nauwelijks direct contact was tussen de samenlevingen. Tegen het
contact dat er wel was kwam kritiek, terwijl de Chinezen in 166 n. Chr. bovendien geen nut
zagen in handelscontacten met het Middellandse Zeegebied. Met het uiteenvallen van de Han
Dynastie in 220 n. Chr. kwam de zijderoute en de handel in de Indische Oceaan onder druk te
staan, vanwege het verdwijnen van de bescherming van een sterke staat. Religies zoals het
Boeddhisme, het christendom en de islam verspreidden zich na het ineenstorten van de
klassieke rijken. Het proces van bekeren vormde een belangrijk element in het herscheppen
van de wereld na de klassieke periode. Religieuze leiders bepaalden dat de religie niet tot een
bepaalde regio of afkomst behoorde, maar voor iedereen was. Missionarissen werden zo
gedreven om te gaan reizen. Bovendien gelden de normen en waarden die zij geleerd hadden
ook op de plek waar zij naartoe reisden. Toch zorgden religies ook voor barrières, die tot op
de dag van vandaag nog niet verdwenen zijn. Een argument om aan te dragen dat
globalisering pas na het jaar 1000 plaatsvond. Contacten en processen die wij associëren met
globalisering moesten nog ontwikkeld worden: contacten bleven lokaal en energie werd
vooral in regionale contacten gestoken. Hoewel religie voor een soort van gevoel van één
mensheid zorgde, creëerde het ook extra moeilijkheden.
3. 1000 n. Chr. als keerpunt: de geboorte van globalisering?
In het verloop van 300 jaar was rond het jaar 1000 een wijdverbreid netwerk ontstaan, met
regelmatige contacten. Dit netwerk reageerde op elkaar en imiteerde elkaar: er was sprake
van convergentie in plaats van divergentie. Veranderingen na die tijd moeten gezien worden
als naschokken, hoe significant deze ook mochten zijn. De netwerken van de Oudheid waren
niet wereldwijd, maar Euraziatisch. De verschuiving rondom 1000 wordt gebaseerd op een
opeenstapeling van ontwikkelingen in scheepvaart, handelsroutes en culturele uitwisseling. In
de dertiende en veertiende eeuw waren het reizigers, missionarissen, avonturiers,
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hjmeints. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.45. You're not tied to anything after your purchase.