100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Over de grenzen van disicplines (ODG) - Hoorcollege aantekeningen $8.01
Add to cart

Class notes

Over de grenzen van disicplines (ODG) - Hoorcollege aantekeningen

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit zijn hoorcollege aantekeningen van het vak 'Over de grenzen van disicplines'. Ik maak mijn aantekeningen zo uitgebreid mogelijk en probeer zo veel mogelijk mee te schrijven tijdens een hoorcollege. Ik had voor dit tentamen een 8,3!

Preview 3 out of 18  pages

  • September 16, 2024
  • 18
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Bos
  • All classes
avatar-seller
Over de grenzen van disciplines

Hoorcollege 3 – Wat maakt wetenschap wetenschap?

Overzicht
3a. Het standaardbeeld van wetenschap
3b. Propper & het kritische rationalisme
3c. Kuhn & zijn paradigma’s

3a. Het standaardbeeld van wetenschap (Koningsveld)
Wetenschap = Logica en feiten, ontdekkingen, onderzoek
- Theorieën vormen om de werkelijkheid te kunnen verklaren en voorspellen.
- Verzameling van feiten en het zoeken van verbanden tussen die feiten
 Onbevooroordeelde onderzoeker
 Zoektocht naar waarheid  als hij geen eigen vooroordelen niet thuis laat en vanuit zijn
eigen visie door de feiten heen gaat praten, dan kan de waarheid niet worden ontdekt
 Verifieerbaar  bewijs kunnen aanleveren
 Zuiver empirisch  observeerbaar

Het gaat bij wetenschappelijk onderzoek om de vorming van ware theorieën, waarmee de
empirische verschijnselen uit de wereld om ons heen verklaard kunnen worden. Wetenschap wordt
verricht vanuit een waarheids- of verklaringsperspectief.
 In de wetenschappelijke theorievorming dient elke stap die gezet wordt, verantwoord of
gerechtvaardigd te kunnen worden met een beroep op door waarneming of experiment
verzamelde feiten en/of door logische argumentatie.
 Logica & feiten vormen de pijlers voor de wetenschappelijke rationaliteit
- Logica: wetenschappelijk redeneren of argumenteren volgens de regels van de logica,
bijv. zonder tegenspraak.
- Feiten: een empirische theorie (een theorie over de werkelijkheid) rust op de basis van
waarneembare feiten. Als feiten een theorie weerspreken, dan moet de theorie worden
vervangen.

Een onderzoeker moet tegenover de wetenschappelijke gemeenschap waartoe hij behoort feiten
aandragen en hij zal ter rechtvaardiging van zijn nieuwe kennisbijdrage niet kunnen verwijzen naar
zijn eigen intuïties.
 Wetenschap is niet een zaak van een enkele, creatieve individu maar van velen

Empirische cyclus;
 Waarneembare zekerheden die empirische basis vormen via inductie, nieuwe theorieën
afleiden uit oude door deze aan te passen/vervangen).

,1. Empirische basis van feiten
- Bestaat uit waargenomen feiten die worden uitgedrukt in singuliere
waarnemingsuitspraken. Dit zijn uitspraken waarin iets wordt gezegd over een beperkt
aantal dingen (singulier= tegenovergestelde van universeel), bv. ‘alle dingen vallen als zij
boven de grond worden losgelaten’. In alle waarnemingsuitspraken komen alleen
waarnemingstermen voor. Een waarnemingsterm verwijst naar een voor iedere normale
waarnemer direct waarneembare eigenschappen, relaties of gebeurtenissen (de bal is
rood, het water in de pan kookt).
- Aan de basis van theorievorming tref je dus een verzameling van zulke
waarnemingsuitspraken. De waarnemingsuitspraken vormen een onbetwijfelbare
fundering en de waarheid kan door iedereen direct worden gecontroleerd. Deze
zekerheid is karakteristiek voor de empirische basis. ‘

2. Empirische wetten
- Empirische wetten ontstaan uit de verzamelde feiten door inductie. Inductie = het begint
met specifieke observaties en probeert van daaruit bredere, algemene principes of
hypothesen af te leiden.  deductie = van algemeen naar specifieke conclusie
- Vorm van empirische wet = altijd als dit het geval is of als dit gebeurd, dan is ook dat het
geval of gebeurt dat ook.
- Aan empirische wetten kan nooit met zekerheid een waarheid aan worden toegekend en
de eis van verifieerbaarheid moet worden vervangen voor confirmeerbaarheid  feiten
verlenen aan de empirische wet geen absolute zekerheid maar wel een mate van
waarschijnlijkheid, door meer feiten te verzamelen kan het worden opgebouwd tot
praktische zekerheid maar nooit absolute.
- Als een empirische wet is ontdekt en geconfirmeerd, kun je gebeurtenissen gaan
voorspellen.

3. Wetenschappelijke theorieën
- Theorievorming start wanneer op een bepaald onderzoeksgebied een aantal empirische
wetten zijn ontdekt waarbij je een dieper inzicht wilt geven in de warneembare
regelmatigheden, die in de wetten worden uitgedrukt.
- Bij het ontwikkelen van een wetenschappelijke theorie is het doel om de wetmatigheden
die zijn vastgelegd in empirische wetten verder te verklaren. Empirische wetten
beschrijven patronen en regelmatigheden in waarnemingen, terwijl een theorie probeert
te begrijpen waarom die patronen bestaan.
- De regelmatigheden die in empirische wetten worden beschreven, zijn eigenlijk zichtbare
verschijnselen die voortkomen uit diepere processen die niet direct waarneembaar zijn.
Theorieën proberen deze onzichtbare processen te onthullen.
- theorievorming begint nadat wetenschappers een reeks empirische wetten hebben
ontdekt in een bepaald onderzoeksgebied.
- Empirische wetten beschrijven wat we op het oppervlak zien (zichtbare verschijnselen),
terwijl theoretische wetten proberen te begrijpen en beschrijven wat er onder de
oppervlakte plaatsvindt (niet direct waarneembare processen en structuren).

4. Het afleiden van nieuwe wetten en feiten (wat is eigenlijk de zin van theorievorming?)
- De theorie stelt ons niet alleen in staat de eerder ontdekte empirische wetten logisch af
te leiden en zo te verklaren, maar ook om nieuwe empirische wetten in de vorm van
hypotheses te deduceren.
- Uit nieuwe, nog hypothetische empirische wetten kunnen waarneembare voorspellingen
worden afgeleid. Die voorspellingen worden dan door directe waarnemingen
geverifieert, getoetst. Zijn zij waar, dan worden zij aan de empirische basis toegevoegd
en vormen primair bewijsmateriaal voor de nieuwe hypothese- zij geven die hypothese

, een zekere waarschijnlijkheid. Maar op zijn beurt confirmeert de bevestigde hypothese
ook de theorie, waaruit zij is afgeleid. Dus wanneer he verzamelde feitenmateriaal de
hypothese voldoende bevestigt, dan wordt zij als nieuwe empirische wet aanvaard en
wordt indirect de theorie ook bevestigd. De nieuwe wetten vormen dus het empirische
bewijsmateriaal voor de theorie.

Je neemt de wereld zo onbevooroordeeld waar, inductie afleiden, misschien een verband
daartussen, theorie uit vormen, leidt tot een hypothese, als het waar is dat uit mijn feiten en
regelmatigheid terugkomt, ga je die voorspelling toetsen aan de werkelijkheid en op basis daarvan
concluderen of de theorie klopt. Kan langs twee wegen doorlopen worden (inductie en deductie)

Vooruitgang in de wetenschap
 Creativiteit
 Serendipiteit

Creativiteit: combinatie nieuwe ideeën & kritiek
 Combineren van gegevens/ nieuwe ideeën
 Kritiek op werk van anderen
 Leren van fouten
Serendipiteit: toevallige, niet geplande vooruitgang
 Op zoek naar iets, bij toeval op oplossing voor ander probleem stuiten
 Op zoek naar oplossing, bij toeval een andere route ontdekken
 Niet op zoek naar oplossing, toch een ontdekking doen
 Voorbeelden: Alexander Flemming; de ontdekking van penicilline, Viagra; bedoeld als
hartmedicijn, Post-it, slechte lijm.

Voorbij de empirische cyclus: het overtuigen van je publiek
 Ethos
 Pathos
 Logos

Ethos: resultaten op geloofwaardige presenteren
 Karaktereigenschappen spreker spelen een rol
- Competent/bekwaam  weet waar hij of zij het over heeft
- Deugdzaam  is niet corrupt of misdadig
- Empathisch
 Blijkt uit;
- Woordkeuze, intonatie, stembuiging
- Gezichtsuitdrukking, lichaamstaal, blikrichting
- Forum

Pathos: overtuiging publiek met behulp van retorische middelen
 Opwekken emotie
- Angst, afschuw, medelijden, trots, blijdschap, enz
 Gebruik retorische middelen:
- Metafoor
- Analogie
- Retorische vraag
- Humor

Logos (samenhang argumenten; logos is een overtuigingsmiddel dat gericht is op het gebruik van
logica en redenering om het publiek te overtuigen.)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bobvanbladel2004. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.01
  • (0)
Add to cart
Added