Ziekte oorzaak
• Dat wat ervoor zorgt dat de ziekte of aandoening tot stand komt
Endogene factor: overerving, veroorzaakt door genetische afwijking
Exogene factor: komt van buitenaf
Soorten oorzaken
• Idiomatische aandoening: oorzaak onbekend
• Iatrogene aandoening: ontstaan ten gevolge van een ingreep
• Congenitale aandoening: aangeboren
Pathogenese
Reactie van het lichaam op de oorzaak
1. Inflammatie
2. Abnormale activiteit van het immuunsysteem
3. Neoplasma (nieuwvorming)
4. Ischemie
5. Metabole stoornissen
6. Degeneratie
Risico factoren
Factoren die de kans op de aandoening of ziekte vergroten
Endogene risicofactoren Exogene risicofactoren
Leeftijd Fysische factoren
Geslacht Chemische stoffen
Overgewicht Stressfactoren
Andere aandoeningen Leefstijlfactoren
Diagnostiek
Vaststelling van een ziekte op de grond van de verschijnselen
Speciële anamnese
Vraagt de klachten uit
Wat, waar, wanneer
Algemene anamnese
Gaat over de algemene gegevens van de patiënt
Contactgegevens, medische voorgeschiedenis, medicijngebruik
Hetroanamnese
Het uitvragen van gegevens over de patiënt via iemand anders
Differentiaal diagnose
Een lijst van mogelijke diagnosen die aan de hand zouden kunnen zijn.
Deze diagnosen worden gerangschikt naar waarschijnlijkheid.
Comorbiditeit
de aanwezigheid van een aandoening naast een primaire, centraal
staande ziekte of aandoening.
Menselijke celkernen
• 46 paar chromosomen
————————————
• 22 paar autosomen
• 1 paar geslachtschromosomen
Behandelingen
• Curatief: gericht op genezing
• Palliatief: gericht op kwaliteit van leven
• Causaal: gericht op de oorzaak van de ziekte
• Symptomatisch: gericht op de symptomen van de ziekte
• Substitutie: medicijnen die een lichaamseigen stof vervangen
• Complementair: behandelingen die aanvullend zijn
• Alternatief: behandelingen waarvan het nut niet wetenschappelijk
bewezen is
Ziekteverloop
• Prognose: voorspelling over hoe een ziekte zal verlopen
• Acuut: infectie
• Chronisch: langdurig
• Remissie: tijd zonder klachten
• Exacerbatie: tijd met klachten
• Recidief: ziekte die terugkeert
• Complicatie: ongewenste gebeurtenissen
• Restverschijnselen: klachten die blijven nadat de ziekte weg is
• Terminaal: de levensverwachting is korter dan 3 maanden
De cel
• Celmembraan: zorgt ervoor dat een beperkt aantal stoffen de cel
maar in kan komen, geeft de cel bescherming, zorgt dat de inhoud
van de cel bij elkaar blijft
• Cytoplasma: intracellulaire vloeistof met de organellen en opgeloste
zouten
• Cytosol: de intracellulaire vloeistof zelf
• Organellen: kleine organen die in de cel zitten, zijn nodig om de cel
goed te laten functioneren
Celmembraan
Het celmembraan bestaat uit een dubbele fosfolipidelaag (vetten)
In het celmembraan zitten diverse eiwitten
• Kanaaleiwit: kunnen diverse stoffen door passeren en de cel in
komen
• Herkenningseiwitten: hierdoor kan het afweersysteem zien dat het
een lichaamseigen stof is
, • Membraankoolhydraten: zorgen voor een laag tussen verschillende
cellen, hierdoor blijven cellen bij elkaar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mverbruggen05. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.