In dit document vind je alle hoorcolleges, werkgroepen met uitwerkingen en de uitwerkingen van de levensloopcasus. Alles is aangepast naar opmerkingen van de docent. In week 3 is geen werkgroep gegeven maar wel een hoorcollege, deze staat er ook in verwerkt.
De belastbare winst uit onderneming zijn alle winsten uit alle ondernemingen gezamenlijk.
Hiervoor moet je wel voldoen aan de definitie van ondernemer. Als uitbreiding hierop vallen
medegerechtigden ook onder belastbare winst uit onderneming. Denk hierbij aan de
verstrekte lening aan een ondernemer die is achtergesteld, met een lange looptijd of
wanneer het afhankelijk is van de winst. Je hebt alsmede gerechtigde geen recht op de
ondernemingsaftrek. Nog een medegerechtigde is de commanditaire vennoot.
Het begrip ondernemer staat in artikel 3.4 IB. Door het huwelijksvermogensrecht, als je
partner bent van een ondernemer, kan je nooit zelf zomaar aangemerkt worden als
ondernemer. Wel kan het invloed hebben op het uren criterium van artikel 3.6 IB. Naast het
aantal uren moet je ook nog het meeste van je tijd besteden aan de onderneming en dus
niet bij een andere onderneming of werkgever. Je moet ook met je uren echt iets bijdragen
aan de onderneming, het kan niet slechts ondersteuning zijn. Als je een vrij beroep uitoefent
ben je altijd ondernemer, artikel 3.5 IB.
De totaal winst is zolang de onderneming bestaat en de jaarwinst is per jaar om erover af te
kunnen rekenen. De winst wordt bepaald door het eindvermogen minus het beginvermogen
te doen, dit geeft ten eerste de vermogensmutatie weer. Hier moeten onttrekkingen bij en
stortingen vanaf. Dit leidt tot de winst die je ook op de resultatenrekening zet.
Goed koopmansgebruik bestaat uit drie elementen: het voorzichtigheidsbeginsel, het
realiteitsbeginsel en het eenvoudsbeginsel. Voorbeeld van het voorzichtigheidsbeginsel is
dat als je weet dat een vordering niet terugbetaald zal worden, je deze afwaardeerd.
Voorbeeld van het realiteitsbeginsel is dat vooruitbetaalde huur pas als kosten mogen
worden genomen in het jaar waarop zij betrekking heeft. Voorbeeld van het
eenvoudsbeginsel is dat je administratie overzichtelijk en daarmee controleerbaar is.
Artikel 3.25 IB bereken zo hoeveel en wanneer je het op de balans moet zetten en het in je
jaarwinst terechtkomt. De vrijstelling voor kwijtscheldingswinst gaat eerst ten koste van je
verliezen.
Kosten zijn slechts aftrekbaar voor zover ze zakelijk zijn. De fiscus beoordeeld niet of
bepaalde kosten gek of onnodig zijn. Let hierbij wel op een wanverhouding, Cessna-arrest:
zolang een redelijk denkend ondernemer dezelfde kosten zou maken is het redelijk, het is
slechts niet aftrekbaar wanneer er een wanverhouding is. De wet stelt ook bepaald
beperkingen op de mogelijkheid tot aftrek, artikel 3.14 – 3.17 IB. Bij het ‘voeren van een
zekere staat’ moet je denken aan uitgaven die te veel in de privésfeer liggen met de
bedoeling een bepaalde status te uitten. Bij beperkte aftrek mag je kiezen voor de aftrek van
lid 1 of lid 5 van artikel 15 IB.
, Bij grote onttrekkingen neem je de waarde in het economisch verkeer, bij kleine mag je de
kostprijs nemen. Het wordt een grote onttrekking vanaf ongeveer €450. Bij sommige dingen
wordt het aangemerkt als verplicht privévermogen, soms een verplicht
ondernemingsvermogen en soms is het keuzevermogen. Als je iets op de beland zet omdat
het zakelijk is mag je alle zakelijke kosten in aftrek brengen. Als je het vervolgens privé gaat
gebruiken is dit een onttrekking. Voor auto’s staat dit in artikel 3.20 IB.
Als je iets privé gebruikt maar dit soms zakelijk gebruikt mag je een klein deel aftrekken van
de kosten, artikel 3.17 lid 1 onder b IB. Als je het zowel privé als zakelijk gebruikt is het een
keuze hoe je het kwalificeert. Als iets voor 90% als iets kwalificeert, dan moet je het ook zo
aanmerken. Als een woning splitsbaar is (het is afzonderlijk met een eigen ingang) dan moet
je het ook splitsen. Is het niet splitsbaar, dan heb je keuzevermogen. Je kan het
administratief wel splitsen in vierkante meters. Het voordeel als je een woning aanmerkt als
ondernemingsvermogen is dat je alle kosten mag aftrekken. Het nadeel ervan is dat als je het
verkoopt tegen een hogere waarde je hier over belasting moet betalen omdat je het
aanmerkt als een winst.
Kosten en lasten van een werk ruimte komen in beginsel niet in aftrek want het behoort tot
het privévermogen, tenzij je het splitsbaar maakt en het naar verkeersopvattingen losstaat
of wanneer je in de werkruimte het meeste geld verdiend. Je moet dus goed letten op de
feiten en omstandigheden. Vermogensetikettering is belangrijk omdat het invloed heeft op
de jaarwinst.
In artikel 3.40 IB staat de investeringsaftrek voor bedrijfsmiddelen (3.30 IB, iets wat meer
dan een jaar meegaat). Hiervan mag je een bedrag in aftrek nemen. Deze aftrek is slechts
voor één persoon, dit kan een probleem zijn bij de vennootschap onder firma. Deze aftrek
kan door artikel 3.47 IB weer worden teruggenomen, dit heet de desinvesteringsbijtelling.
Het urencriterium geldt voor de zelfstandigenaftrek, speur- en ontwikkelingsaftrek,
meewerkaftrek en de startersaftrek.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller E2738. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.