Een haploïde cel (n) is een cel met een enkel chromosoom van een chromosomen
paar per kern. Geslachtscellen (gameten) zijn voorbeelden van haploïde cellen. Een
celkern van een haploïde cel bevat bij de mens 23 chromosomen. Een diploïde
celkern (2n) bevat 46 chromosomen en komen de chromosomen in paren voor.
Zaadcellen: In de eerste maanden van de
embryonale ontwikkeling van de jongen
ontstaan stamcellen (spermatogonia) in de wand van
de zaadbuisjes van de zich ontwikkelende testis.
Vanaf de puberteit gaat deze spermatogonia zich delen
onder mannelijke hormonen die continu doorgaan
(mitose) → primaire spermatocyten (diploïd) → meiose
I → secundaire spermatocyten (haploïd) worden naar de
lumen van de zaadbuisjes geduwd → meiose
II → spermatiden deze diffentiëren in de rijpe
spermatozoa (zaadcellen).
Uit 1 primaire spermatocyt ontstaan 4 spermatozoa
Bij mannen is dit een continue proces (i.t.t. vrouwen, waar dit proces maar 1x/maand optreedt).
Bedenk verder dat dit proces onder invloed staat van hormonen.
- De hypothalamus produceert GNRH → adenohypofyse (man) produceert FSH en ICSH.
- FSH stimuleert de spermatogenese in de zaadbuisjes.
- Vanaf de puberteit produceren de testes dan ook continu spermatozoa.
- Het ICSH stimuleert de Leydig-cellen in de testes tot productie van testosteron.
- Testosteron stimuleert ook weer de spermatogenese en de werking van de zaadblaasjes en
de prostaat. + bevordert de secundaire geslachtskenmerken
Voordat bevruchting (conceptie) kan plaatsvinden, moet er eerst een eicel tot rijping komen.
Vrouwen hebben een cyclus van ca 4 weken, waarbij er per cyclus één eicel vrijkomt die geschikt is
voor bevruchting.
- Tijdens de embryonale ontwikkeling ontstaan er bij de vrouw stamcellen in
de ovaria (oogonium,)
- Deze delen zich gedurende de embryonale ontwikkeling en beginnen ook aan de meiose.
Bij de geboorte zijn er zodoende ca 2 miljoen primaire oöcyten over in de
ovaria.
- Vanaf de aanvang van de puberteit (er zijn nog ca 400.000 primaire oöcyten over op dat
moment) wordt er gemiddeld 1 keer per 4 weken een primaire oöcyt hormonaal geactiveerd
om meiose I te voltooien (er ontstaan nu twee haploïde cellen, waarbij in het geval van de
vrouw 1 secundaire oöcyt ontstaat en één poollichaampje. Deze laatste verdwijnt).
- Meiose II vindt pas plaats op het moment dat er een zaadcel de eicel binnendringt.
- Ook daarbij ontstaat weer een poollichaampje dat verdwijnt. Wat “overblijft” is een eicel die
rijp is voor bevruchting.
Door hormoon FSH rijpt de follikel, LH zorgt voor verdere rijping (graafse folikel = spronggrijp) en
ovulatie.
Geel lichaampje (Corpus luteum) blijft achter en zorgt voor naast productie oestrogeen met name
voor productie van progesteron.
Geen bevruchting, geel lichaampje verdwijnt en er ontstaat een Corpus album.
,De menstruele cyclus en de ovariële cyclus lopen synchroon,
onder invloed van de verschillende betrokken hormonen.
- De ovariële cyclus begint met de rijping van een ei follikel.
- Dit proces wordt in gang gezet door het follikel-
stimulerend hormoon (FSH).
- Bij het rijper worden gaan de
follikelcellen oestrogeen produceren.
Oestrogeen zorgt onder meer
voor proliferatie (opbouw) van
het baarmoederslijmvlies.
Oestrogeen zorgt verder (via
terugkoppeling) voor een afname van
de vorming van FSH door de hypofyse
(er hoeft immers maar één eifollikel te
rijpen).
Oestrogeen stimuleert de hypofyse
ook om LH te produceren.
- LH bevorder het rijpingsproces van de eifollikel en
vervolgens de ovulatie.
- Onder invloed van LH verandert de graaffolikel na de
ovulatie in het corpus luteum.
Het corpus luteum gaat progesteron produceren.
Progesteron remt de productie van LH.
Verder zorgt de toenemende hoeveelheid progesteron ervoor dat het
klierweefsel van het endometrium slijmerig vocht gaat afscheiden,
waardoor het endometrium sponsachtig opzwelt en ook neemt
de doorbloeding van het slijmvlies toe (secretiefase of gestagene fase).
In deze fase wordt het endometrium in optimale conditie gebracht
voor evt. innesteling van een embryo.
Als er geen bevruchting heeft plaatsgevonden, vergaat het corpus
luteum en daalt de oestrogeen- en progesteronproductie. Dit leidt tot de
menstruatie.
AD = amenorroe duur ( niet ongesteld worden)
Verschil: AD-duur en leeftijd embryo uit te leggen.
Conceptie: ca 14 dagen na laatste menstruatie. (Leeftijd embryo (in wkn) =AD-duur – 2.
Autosomaal Een autosoom is een chromosoom dat geen geslachtschromosoom (heterosoom) is;
bij de mens dus niet het X of Y-chromosoom, maar een van de 22 paar andere chromosomen (het
bijvoeglijk naamwoord (adjectief) afgeleid van dit woord is autosomaal). Autosomale eigenschappen
zijn eigenschappen die op de autosomen liggen.
,WEEK 2; BEVRUCHTING EN ONTWIKKELING
De weg die een zaadcel aflegt tot aan de eicel:
Vagina – baarmoedermond – baarmoederhals (cervix) – baarmoeder (uterus) – eileider (tuba
uterina). De bevruchting vindt meestal bovenin de eileider plaats.
De levensduur van een zaadcel is 4 tot 6 dagen. Het duurt 12 tot 24 uur tot de spermacel bij de eicel
zit, het legt dan 15 cm af. De eicel is na ovulatie nog 1 tot 2 dagen vruchtbaar. Je bent in totaal
ongeveer 5 tot 7 dagen per maand vruchtbaar.
De meest voorkomende oorzaken voor verminderde vruchtbaarheid (subfertiliteit) zijn
ovulatiestoornissen (24%), een sterk verminderde kwaliteit van het sperma (20%), stoornissen in de
interactie tussen sperma en cervixslijm (15%) en tubapathologie (waaronder ernstige endometriose)
(11%) In 30% van de gevallen blijft de oorzaak onverklaard.
Chlamydia kan leiden tot onvruchtbaarheid bij vrouwen doordat het een chronische ontsteking kan
geven in de eileiders waardoor er een ontstopping ontstaat. Het kan er ook voor zorgen dat de
zwangerschap niet in de baarmoeder plaatsvindt maar in de eileider bijvoorbeeld.
Hoe vindt de versmelting tussen zaadcel en eicel plaats? Hoe komt het dat slechts 1 zaadcel een eicel
kan bevruchten?
De eicel is omgeven door een doorzichtige laag; de zona pellucida, met daaromheen een laag
follikelcellen die de eicel van voedsel voorzien. De zwerm spermatozoa dringt door de laag
follikelcellen heen en stort zich op de zona pellucida die ze met behulp van enzymen in hun
kopgedeelte proberen op te lossen. Een zaadcel zal als eerste weten door te dringen. Op dat moment
verandert de zona pellucida in een ondoordringbare barrière, zodat er niet nog meer spermatozoa
binnen kunnen komen.
Op het moment van binnendringen
voltooit de eicel de meiose II.
Als de zaadcel in de eicel is, verliest het zijn staart, middenstuk en hals. Beide
kernen versmelten en de paternale en maternale chromosomen verenigen zich. De
eicel is bevrucht en is vanaf dat moment een eencellig embryo. Deze wordt zygote
genoemd.
1e trimester: organogenese; na circa 6 weken is er (echografisch) een hartslag te zien.
2e trimester: Differentiatiefase; functionele ontwikkeling van de weefsels, organen en groei.
3e trimester: Rijping en groei. ( met
name gewichtstoename)
Je ziet in dit plaatje dat tijdens de
embryogenese (embryonale
ontwikkeling) de gevoeligheid voor
teratogenen het grootst is, omdat
veel orgaanstelsels in deze periode
worden aangelegd. Het proces
van organogenese vindt vrijwel
geheel plaats in de
embryonale periode.
, Aanvullende vragen uit de les.
1. De reden dat je niet ongesteld wordt als je zwanger bent is omdat de baarmoeder het
slijmvlies vast houdt om een mooi huisje te creëren voor de baby die in je groeit. Als het
sperma je eicel niet had bevrucht dan zou dit baarmoederslijmvlies via je vagina als bloed zijn
afgestoten, oftewel je menstruatie!
2. Ja
3. 38 weken vanaf de bevruchting (ongeveer 40). Als je rekent vanaf de eerste dag van je laatste
menstruatie is het ongeveer 40 weken.
4. Bij een dochter 0% en bij een zoon 50%
WEEK 3; VAN BEVALLING TOT PEUTER
Er zijn drie fases die je kan onderscheiden tijdens de bevalling.
Fase 1: ontsluiting
Verstrijken van de baarmoedermond tot volledige ontsluiting (10 cm): voelbaar bij vaginaal toucher.
Tekenen (loskomen cervixprop dat vaak met een beetje bloedverlies gepaard gaat).
Fase 2: de uitdrijving
Inwendige en uitwendige spildraai.
Fase 3: de nageboorte
Sterke vasoconstrictie van de uterus. Reden: Loslaten van de placenta zorgt voor een soort “wond” bij
de moeder. Vasoconstrictie en uteruscontracties zorgen voor stelping van de bloeding en voorkomt
teveel bloedverlies. Bij problemen bij de uitdrijving kan manueel ingrijpen door de verloskundige
nodig zijn, eventueel op de ok.
Inwendige spildraai; nodig zodat de schedel met zijn kleinst mogelijke vlak van doorsnede door het
baringskanaal gaat. Door de inwendige spildraai komt het hoofdje in dezelfde stand te staan als de
overlangs ovale vorm van de bekkenuitgang. Hoofdje wordt geboren met het gezicht richting de rug
van moeder. De schedelbeenderen kunnen door de aanwezigheid van de fontanellen een beetje
meegeven; dit vergemakkelijkt de passage via het nauwe geboortekanaal.
Uitwendige spildraai (niet op dit plaatje): zodat schouders geboren kunnen worden hoofdje terug
naar stand die het voor de inwendige spildraai innam.
Dus MINDER KANS op inscheuren.
Sterrenkijker = gezicht naar boven.
Veranderingen in circulatie bij de pasgeborene:
- Doorknippen navelstreng +
ontplooiing longen verandering in
bloedcirculatie kind.
- Afsluiting a. umbilicales stijging
bloeddruk aorta en koolstofdioxidespanning in
het bloed.
- Hoge koolstofdioxidespanning
prikkeling ademcentrum ademteugen
ontplooiing longblaasjes en bijbehorende
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nvandreven1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.82. You're not tied to anything after your purchase.