100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting fiscaliteit en examenvragen $8.64   Add to cart

Summary

samenvatting fiscaliteit en examenvragen

2 reviews
 334 views  12 purchases
  • Course
  • Institution

Ik behaalde voor dit vak een 17/20 volledige samenvatting van de cursus, inclusief eigen lesnotities en alle oefeningen & oplossingen

Last document update: 4 year ago

Preview 4 out of 43  pages

  • December 10, 2019
  • January 31, 2020
  • 43
  • 2019/2020
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: Pieter567 • 2 year ago

Translated by Google

calculation errors in the summary, incomplete in explanation and too short in wording.

review-writer-avatar

By: k-h • 3 year ago

avatar-seller
FISCALITEIT



1.Inleidende begrippen: Taks

1.1. Definitie
- Bijdrage volgens bepaalde rechtsregels
- Door de OH gelegd
- Om uitgaven te doen voor het algemeen belang
o Onderwijs, politie, sociale zekerheid, leger, erfgoed, ziekenhuize, rode kruis

1.2. Waarom?
Want belastingen vervullen specifieke functies

1.2.1. Financieel
- voor de dekking van overheidsuitgaven tgv specifieke overheidstaken
- Belasting vs. restributie
o Belasting: geen tegenprestatie nodig
 94% OHinkomsten  publiekrechtelijk of dwingend karakter
 d.w.z. afdwingbaar, administratieve sancties en strafrechtelijke sancties
o Restributie: specifieke tegenprestatie nodig
 voor geïndividualiseerde dienstverlening vanwege de overheid
 tolwegen; havenrechten, parkeer-retributies, …

1.2.2. Economisch
- Prijsvorming
o hoger belasting à hogere prijs
o vb. BTW verlaging horeca nr 12%, BTW-verhoging elektriciteit
- Spaarwezen
o Vb. pensioensparen
- Consumptie
o Vb. tabak, op import; voorstel frisdrank?
- Investeringen
o Vb. investeringsaftrek, geen vermogensbelasting: kapitaalvlucht
- Tewerkstelling
o Vb. stimuleren jongeren, 55+, …

1.2.3. Sociaal
- Draagkrachtprincipe
o Hoe meer geld, hoe meer belastingen je moet betalen
o Personenbelasting; familiale aanpassing

Volledige artikel: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/06/22/alleen-ik-
betaal-belastingen/
De staat ontvangt in een jaar zowat 185 miljard euro uit allerlei
afdrachten die gezinnen en bedrijven doen (fiscale en para-fiscale
inkomsten, cijfers voor 2016). Die vallen grosso modo uiteen in drie
groepen: een derde is inkomstenbelasting, een derde is inkomsten uit
socialezekerheidsbijdragen en een derde is heffingen op enerzijds
allerlei soorten vermogen (voorheffing, successie,...) en anderzijds op
goederen en diensten (btw, accijnzen,...)
Personen versus vennootschappen
Het leeuwendeel van deze inkomstenbelasting, die de staat alles
1 samen goed 60 miljard opbrengt, komt van de werknemers en
zelfstandigen. Samen betalen zij ruim 46 miljard euro, de
vennootschappen betalen ruim 14 miljard euro.

, FISCALITEIT

De cijfers nog verder opsplitsen vraagt wat creativiteit. Wat werknemers
en zelfstandigen betalen aan inkomstenbelasting, komt samen binnen
als "personenbelasting". Dat is duidelijk te onderscheiden van de
vennootschapsbelasting. Minder duidelijk is binnen die
personenbelasting het onderscheid te maken tussen wat werknemers
betalen enerzijds en wat zelfstandigen betalen anderzijds.
Daarvoor hebben we ons gebaseerd op de tabellen die de Federale
Overheidsdienst Financiën opstelt voor de Europese Commissie. Daar
moet die opsplitsing namelijk wel gemaakt worden. Wel hebben we die
gegevens zelf moeten bewerken om puur de inkomstenbelasting over te
houden. Daarbij hield de FOD Financiën een oogje in het zeil.
Het resultaat van onze bewerking ziet u hieronder. Werknemers betalen
ongeveer 63 procent van de inkomstenbelasting, vennootschappen 26
procent en zelfstandigen 11 procent. (Cijfers van 2016).



= RECHTSWETENSCHAP = juridische studie
- Wie of wat onderworpen aan belastingen
- Toepasselijk tarief
- Grondslag en inning
- Hoe ze worden geïnd
- Houdt zich niet bezig met rechtvaardigheid of opportuniteit !
- Houdt zich ook niet bezig met de effecten van de belastingen
o = belastingwetenschappen

1.3. Situering Privaatrecht Publiekrecht
Nationaal recht behoort tot:
Nationaal
1.3.1. Privaat recht
- regelt de betrekkingen tussen individuen onderling
- horizontale rechtsverhouding
- Individuen vs. individuen
o Burgerlijkrecht
o Handelsrecht
 vennootschapvormen, wet op handelspraktijken
 vb. solden en sperperiode
o Gerechterlijkrecht
o Sociaasrecht
 zowel bij privaat als bij publiek
 privaat recht: arbeidscontract tussen WG en WN
 publiek recht: sociale zekerheid




2

, FISCALITEIT


1.3.2. Publiek
- het recht dat de betrekkingen regelt tussen de overheid en individuen
- verticale rechtsverhouding

Overheid vs. individuen
- Staatsrecht
- Administratief recht
- Strafrecht
- Sociaalrecht
- Fiscaalrecht: 4 belangrijke basisprincipes
o Legaliteitsbeginsel in grondwet
 Niet in de wet = onbelast
 Geen analogie
 Niet omdat regel op A van toepassing is dat ook op B is
 vb. Margarine 21% btw, maar niet op boter
 Belasting enkel
 Wet: federaal
 Decreet: regionaal
 Besluit/reglement: gemeente
 Indien er in de les gesproken wordt over een wet, dan behoren ook
de anderen daartoe!!
o Eenjarigheidsbeginsel in GW
 Jaarlijks stemmen over die wetten
 De regels worden niet ieder jaar opnieuw opgesteld
 Ze zijn opgesteld door wet/decreet/reglement, maar dit moet jaarlijks
goedgekeurd worden anders kan men de wet niet toepassen
 Deze hangt dus voor stukje samen met legaliteitsbeginsel
 Zijn slechts voor 1 jaar van kracht
 Aanslag
 Bezwaarschrift voor 1 jaar
 Beroepskosten aftrekbaar in het jaar dat ze gemaakt zijn
o Gelijkheidsbeginsel in GW
 Iedereen gelijk voor elkaar, geen voorrechten
 Uitzonderingen moeten in wet staan
 Bepaalde verminderingen of voorrechten kunnen enkel door een wet
ingevoerd worden!
 Dus deze hangt opnieuw samen met legaliteitsbeginsel
o Non bis in idem
 Je kan niet 2x op hetzelfde belast worden
 Wat bij ene overheid zit, niet bij de andere
o Andere specifieke bepalingen
 Wetboek der Inkomstenbelasting
 Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde
 Vlaamse Codex Fiscaliteit

 daarnaast tal van andere wetteksten en reglementaire bepalingen die
(on)rechtstreeks invloed uitoefenen op bepaling of inning van diverse
belastingen




3

, FISCALITEIT

1.4. Indeling van de belastingen
1.4.1. Berekeningswijze: naar de wijze van heffing of berekening belasting
Vaste belasting: vast tarief
- Vb. 25 EUR provinciebelasting
o Iedere inwoner van de provincie moet dit betalen
o Ongeacht hoe hoog je inkomen is
o Meer en meer kritiek!

Evenredige belasting: vast percentage
- Vb. belasting van 30%
o iemand met inkomen van 20,000 EUR zal op dit volledige bedrag @30% belast
worden. = 6,000 EUR
o Iemand met inkomen van 100,000 EUR zal 30,000 belastingen betalen

Progressief opklimmende belasting: klimmend tarief
- hoe meer je verdient, hoe meer belastingen betalen
-  bijna iedereen 50% en dit is het hoogst

1.4.2. Heffende overheid: wie mag belastingen heffen?
Federale OH

Regionale besturen
- Gewesten: Vlaams, Waals, en Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Gemeenschappen: Vlaamse, Franse en Duitstalige

Lokale besturen
- gemeenten, provincies en agglomeratie Brussel

Bepaalde publiekrechtelijke instellingen
- Specifiek doel van algemeen belang (water, energie)
- Vb Polders en Wateringen, NMBS, Ovam, intercommunales
- Dit is restributie, geen belasting

Supra-nationale overheden: EU
- Vb. BTW, douanerechten die aan gemeenschappelijke buitengrenzen geheven worden

 NON BIS IN IDEM: bevoegdheden van ene OH mogen niet de bevoegdheid zijn van de andere

1.4.3. Grondslag van belasting
Persoonlijke vs. zakelijke belastingen
- Houden wel of niet rekening md persoonlijke toestand vd belastingplichtige
- Voorbeelden van zakelijke: BTW, douanerechten
- Voorbeelden van persoonlijke: personenbelasting, erfbelasting

Kapitaal of vermogensbelasting vs. inkomstenbelastingen
- mbt het vermogen zelf (voorlopig enkel successierechten) enkel de periodieke opbrengsten

Specifieke vs. ad valorem belastingen
- Specifieke: geen rekening md waarde vd te belasten handeling (vb. vast registratierecht v
€50  belastingen op aankoop huis)
- Ad valorem: afh van waarde (vb. van duur huis, successierechten)

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vdh1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.64. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.64  12x  sold
  • (2)
  Add to cart