Deze samenvatting voor Ontwikkelingspsychologie biedt een volledig overzicht van alle theoretische lessen, zorgvuldig opgebouwd op basis van de slides en lesnotities. Waar nodig is extra informatie toegevoegd om complexe concepten helder te maken.
Ontwikkelingspsychologie = wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit doorheen de
levensloop
4 thema’s
o Fysieke ontwikkeling : kijken naar de invloed van hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen
en de behoefte aan eten, drinken en slaap op ons gedrag
o Cognitieve ontwikkeling: kijken naar intellectuele vermogens, waaronder leren, geheugen,
probleemoplossing en intelligentie
o Sociaal-emotionele ontwikkeling: kijken naar de sociale relaties en interacties met anderen en naar
het omgaan met emoties
o Persoonlijkheidsontwikkeling: kijken naar de duurzame gedragingen en (karakter) eigenschappen die
de ene persoon van de andere onderscheiden
Ontwikkelingsfasen
o Prenataal
o Babytijd
o Peuter- en kleutertijd
o Schooltijd
o Adolescentie
o Opkomende volwassenheid
o Volwassenheid
o Ouderdom
HISTORIEK (IN VOGELVLUCHT)
Vroege denkbeelden:
o Kind als miniatuurvolwassene (pas vanaf 1600 status van een kind)
o Kindertijd werd niet als aparte leeftijd bestudeerd
o Vanaf 1700 eerste baby biografieën (van bv Darwin)
o Na industrialisatie: onderwijs meer toegankelijk
o Vanaf 20e E: ontwikkelingspsychologie als discipline (eerste systematische observatiestudies bij grote
groepen kinderen)
,KERNCONCEPTEN
Continuïteit en discontinuïteit (manier van kijken op ontwikkeling)
o Continuïteit:
• Geleidelijke ontwikkeling (vloeiende lijn)
• Kwantitatieve verschillen
• Prestaties op bepaald niveau vloeien voort uit op de vorige niveaus
o Discontinuïteit
• Ontwikkeling in aparte stappen of stadia (trapsgewijs)
• Kwalitatieve verschillen
• Elk stadium levert gedrag op dat qua inhoud en hoedanigheid anders is dan gedrag in eerdere
stadia
• Vaak bij vroege theorieën (bv Piaget)
Kritieke en gevoelige periode
o Kritieke periode
• Bepaalde soorten omgevingsstimuli zijn noodzakelijk Evidentie voor grotere plasticiteit
• Indien niet: onomkeerbare gevolgen (bv taal, hechting) van het brein dan eerst gedacht
o Gevoelige periode
• Extra ontvankelijk voor bepaalde soorten omgevingsstimuli
• Optimale periode om bepaalde vermogens te ontwikkelen
o 1000 dagen (eerste 3 jaren): een mythe? → ja en nee
• Te eenvoudig (is een “hot topic”)
• Plasticiteit van de hersenen onderschat
• Ontwikkeling hersenen tot ongeveer 24jaar
Normatieve en niet-normatieve invloeden
o Normatieve invloeden (beïnvloeden grote groepen op gelijkaardige wijze)
• Leeftijdsgebonden: gelijkaardig voor iedereen van een bepaalde leeftijd
• Historisch: gelijkaardig voor iedereen in een bepaalde tijdsperiode (cohort-effect)
- Cohort = groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek geboren zijn en dezelfde
sociaal historische invloeden meemaken
• Sociaal-cultureel: gelijkaardig voor iedereen in een bepaalde cultuur, sociale klasse, etc.
o Niet-normatieve invloeden: specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van één bepaalde
persoon
Risicofactoren en bevorderende factoren
o Risicofactoren voorspellen een meer ongunstige ontwikkeling → (negatieve) ontwikkelingsuitkomst
o Bevorderende factoren voorspellen een meer gunstige ontwikkeling → (positieve)
ontwikkelingsuitkomsten
o Doorheen ontwikkeling staan deze factoren in dynamische transactie met elkaar
o Multideterminisme = veelheid van factoren binnen het individu en in de context die een (interactieve)
rol spelen in de ontwikkeling
,Nature en Nurture
o Nature: Nadruk op het ontdekken van erfelijke eigenschappen en vermogens → elk individu heeft een
unieke genetische code (behalve ééneiige tweelingen)
o Nurture: Nadruk op de invloed van de omgeving op iemands ontwikkeling → kind wordt geboren als
onbeschreven blad; opvoeding bepaalt ontwikkeling
o Genetische constitutie
• Bepaalt startpositie en ontwikkelingspotentieel
• Stelt op elk moment in de ontwikkeling grenzen aan wat mogelijk is
• Draagt bij tot vrijwel elk fenotypisch kenmerk (genotype → fenotype)
• Maar is niet alles bepalend: omgevingskenmerken en ervaringen spelen ook een grote rol
o G X E = genetische-omgevingsinteracties
o rGE = genetisch-omgevingscorrelaties → er is een samenhang tussen iemands genetische constitutie
en de omgevingen waarin het individu terechtkomt (omgeving versterkt genetische constitutie)
• Passief: kind erft bepaald talent/kwetsbaarheid en groeit op in een omgeving die vanuit zelfde
talent/kwetsbaarheid (van de ouder) vormgegeven is
• Evocatief (of reactief): kind erft bepaald talent/kwetsbaarheid van de ouders en lokt daardoor
bepaalde (reacties in) omgeving uit
• Actief: kind erft bepaald talent/kwetsbaarheid en kiest van daaruit bepaalde omgeving (“niche
picking”)
Variatie in (afwijkend) gedrag, ontwikkeling en gezondheid
o (Fout in) genetische code (= onveranderlijk)
o (Fout in) uitlezen van genen (als gevolg van omgevingsinvloeden)
• DNA-methylering: cellulair mechanisme voor het reguleren van de expressie van genen (aan/uit)
• Kan doorgegeven worden aan volgende generaties (= intergenerationele overdracht)
• Epigenetica = omkeerbare (veranderlijk) erfelijke veranderingen in de genexpressie die optreden
door omgevingsprocessen
, LES 2 : BEHAVIORISTISCHE PERSPECTIEVEN
Hoofdstuk 2.1 , 4.3 en 10.3 in het boek
Perspectief Theorie Onderwerpen
Voorloper : John Locke
(empirisme)
Pavlov, Skinner, Watson Waarneembaar gedrag, social
Behavioristisch (omgeving) (leertheorie) gedrag
Bandura (sociale leertheorie, ook
cognitief georiënteerd)
→ bv. Applied behavioral analysis
(ABA)
→ Behaviorisme focust vooral op nurture: omgeving bepaalt alles in de ontwikkeling van het kind
JOHN LOCKE (EMPIRISME)
John Locke (1632 – 1704) → Grondlegger van het Empirisme (= filosofische stroming waarbij men ervan uitgaat
dat alles voorkomt uit ervaring)
o Grondlegger van empirisme maar ook moderne leertheorie
o Werkt tabula rasa idee van Aristoteles verder uit
o Ontwikkeling gebeurt onder invloed van de omgeving, die vormgeeft aan het gedrag van het kind
o Iedereen kan alles worden (dus niet meer dat alles al bepaalt is bij de geboorte)
o Invloed van omgeving op het individu door verschillende processen:
• Associaties → je leert dat bepaalde fenomenen samengaan en je gaat deze met elkaar verbinden/
associëren (bv klassieke en operante conditionering)
• Imitatie (rolmodellen) → je leert van bepaalde rolmodellen of voorbeelden in je omgeving
• Repetitie (gewoonten)
• Beloning en straf → complimenten en milde afkeuring, geen fysieke straf of afwijzing =
bekrachtiging of ontkrachting van gedrag
o Implicaties voor opvoeding en onderwijs
• Gewenst gedrag leer je in kleine stapjes en deze stapjes moeten steeds bekrachtigd worden
• Goede voorbeelden laten zien voor deze kleine stapjes
• Veel oefenen om deze stapjes eigen te maken
• Leuke activiteiten, aansluitend bij natuurlijke nieuwsgierigheid van kinderen (child-centeredness)
o Nuancering
• Erkende ook aangeboren cognitieve capaciteiten en temperament verschillen
o Grote inspiratiebron voor:
• Pavlov
• Skinner
→ Behaviorisme; conditionering
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manonvankesteren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.