We kijken naar interculturele competenties. De basisvraag die daarbij hoort: Hoe willen we
samenleven?
Daarvoor kijken we naar Attitude (houding), Knowledge (kennis), Skills (vaardigheden). Deze
3 zaken worden aangedraaid door Awareness (bewustwording A+).
Je moet eerst naar jezelf kijken, jezelf kennen en weten welke competenties je nodig hebt bij
een ontmoeting met iemand anders.
Er zijn 9 competenties die we zullen verlopen.
1. Zelfkennis
Omgeving, opvoeding, onderwijs (3 O’s) zijn verschillend van mens tot mens en bepalen wie
je bent als mens.
2. Flexibiliteit
Durf je jouw eigen organisaties en structuur onder de loep te nemen en bij te sturen indien
nodig?
3. Veerkracht
Dit gaat over omgaan met spanningen. Hoe meer veerkracht je hebt, hoe sneller je kan terug
bouncen van een slecht moment/periode.
4. Ontvankelijkheid
Wie zie je voor je?
BV docent: zie je enkel studenten, enkel kinderen, volwassenen, zorgdragers,… .
Privileges hebben een grote invloed op ons gedrag en wie we zijn. Het gaat er ook over dat je
denkt gelijke kansen te hebben maar bij nader inzien het toch niet het geval is.
, BV man ziet de obstakels van vrouw niet en zegt dat het toch
dezelfde afstand is
5. Kennisverwerving
6. Relationeel
Identiteit is een veelkleurig, veelvormig en veranderend mozaïek. Het beweegt continu en
kan veranderen per situatie of omgeving.
7. Communicatie
8. Conflicthantering
Iedereen gaat op een andere manier om met conflicten.
Assertiviteit = op welke manier zorg ik voor mijn eigen belang
Coöperativiteit = op welke manier zorg ik voor belang van iemand anders
Vermijden = niet voor eigen belang en ook niet voor een ander zijn belang
Doordrukken = enkel aan eigen belang denken
Toegeven = enkel aan iemand anders zijn belang denken
Samenwerken = aan eigen en ander zijn belang denken
Compromis = compromis tussen eigen en ander zijn belang (bv allebei laten iets vallen)
,De beste conflicthanteringen zijn samenwerken en compromis sluiten.
9. Multiperspectiviteit
Kan ik op het moment van een ontmoeting vanuit andere perspectieven denken, kijken en
de andere op die manier begrijpen?
Les 2
1. Algemene theorie
1.1 Cultuur
Het doel van cultuur is het vormen van een eigen identiteit.
Er zijn 2 visies:
Essentialistisch
Cultuur is een uiting, iets dat bestaat uit verschillende lagen en als je alle lagen afpelt, kom je
tot de kern van iemand. De kern is altijd stabiel. Er is een outsider-perspectief: je kijkt van
jouw kern en dus vanuit jouw perspectief. Een nadeel is dat er snel een wij-zij gevoel
ontstaat en er snel generalisaties worden gemaakt.
Contextualistisch
Cultuur is iets waar je niet over bewust bent, net zoals zwaartekracht. Cultuur bestaat uit
verschillende componenten, en niet uit 1 kern. Er is een insider-perspectief: hoe ervaar ik
mijn cultuur van binnenuit (bv op vakantie kan je Belg er snel uithalen). De risico is wel dat
we goed weten dat we elkaar beïnvloeden en dat we anderen niet meer goed kunnen
begrijpen vanuit gemeenschappelijke ervaringen.
Constructivistisch
, Cultuur is een levensvorm, een verzamelterm voor regels, rituelen, gebruiken,.. van een
groep. Je kan deze regels etc. onderzoeken en beschrijven want het zijn concrete zaken.
Echter als je een individu wilt beschrijven aan de hand van die regels en dergelijke, gaat het
niet makkelijk.
Cultuur wordt gebruikt en misbruikt. Vaak wordt de oorzaak van bepaald gedrag gelinkt aan
cultuur.
Als PC is het belangrijk om transcultureel dialoog te vermijden en te focussen op de persoon
die voor je zit. Vraag dus specifieke zaken (gewoontes, rituelen) over die persoon en maak
geen assumpties alvast in je hoofd omdat je denkt dat die persoon tot een bepaalde cultuur
behoord.
Goede omgangsvormen zijn belangrijk. Bemerk de verschillen maar tegelijkertijd ook de
gelijkenissen opmerken.
VB: Als school, thuis en peers voor een kind
gelijk staan (zelfde SES) is het kind één en in
balans. Als de ouders niet goed NL kunnen
en dus thuissituatie lagere SES heeft, wordt
het kind gesplitst in 2 en als alle 3
componenten andere SES hebben, wordt
het kind in 3 gesplitst.
1.2 Sociaal kapitaal (Bourdieu en Putnam)
Het sociaal kapitaal gaat over alle formele en informele netwerken waarover je beschikt:
Steunfiguren
Hulpmiddel om doel te bereiken en kansen te vergroten
Veranderlijk (met de tijd; vroeger was je netwerk school, nu kan het wat breder zijn,
later voornamelijk collega’s)
Wederkerigheidsprincipe (we vinden het leuk om iets terug te doen als iemand iets
voor ons doet)
Een groot SK draagt bij aan hogere levenskwaliteit en maatschappijbetrokkenheid.
Er zijn verschillende soorten kapitaal:
• Economisch
• Cultureel
• Sociaal
• Symbolisch erkenning, macht (bv prof groter SSK dan studenten)
• Linguïstisch kan je lezen en schrijven in land waarin je woont
Habitus = gevoel dat je ergens op je plek zit
Doxa = algemene overtuigingen die worden aanvaard als vanzelfsprekend
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller md3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.34. You're not tied to anything after your purchase.