H3, h5, h6, h7, h8, h9, h10.1 en h 10.2
December 10, 2019
25
2019/2020
Summary
Subjects
financiering samenvatting
basisboekbedrijfseconomie
basisboek bedrijfseconomie samenvatting h3
h5
h6
h7
h8
h101 en 102
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Windesheim (HW)
Accountancy
Financiering
All documents for this subject (7)
Seller
Follow
Lisaa12
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 3
Eigen vermogen ( Equity) Vreemd vermogen
( Liabilities)
Ter beschikking gesteld door Eigenaren Schuldeisers/derden
Duur terbeschikkingstelling Onbepaalde tijd ( geen Bepaalde tijd
afspraken over
terugbetaling)
Vergoeding Afhankelijk van de winst In de regel: vast
Karakter Risicodragend Risicomijdend=Met de
verschaffers van vreemd vermogen
worden van tevoren afspraken
gemaakt over aflossing en een
vaste rentebetaling
Een bedrijf kan investeren in vast en vlottende activa
Beloning voor de verschaffers van de onderneming = de winst die de onderneming creëert
- Opbrengsten en kosten ( behoren daadwerkelijk tot die periode) = RR ( Income statement)
kosten = datgene dat je verbruikt of afschrijft in en aan een bepaalde periode toerekent
opbrengsten = datgene dat je verkoopt gedurende een periode
ontvangsten = datgene dat aan je betaald wordt gedurende een periode
uitgaven = datgene dat je betaalt gedurende een periode
- Ontvangsten en uitgaven ( wanneer de betaling is ontvangen ) = liquiditeitsbegroting
debet Balans ( Balance sheet) credit
Vaste activa: Eigen vermogen 200.000
Pand 450.000
Bestelauto 30.000 Vreemd vermogen 450.000
(Liabilities):
Vlottende activa: Hypotheek
Voorraad ( je kunt pas bij 100.000
verkoop of verbruik 70.000
spreken van kosten)
Kas
650.000 650.000
Activa = Assets = de productiemiddelen waarin een onderneming heeft geïnvesteerd
Passiva = Liabilities and equity = de financieringsvormen van de onderneming
Resultatenrekening Wim de Heim
Opbrengst verkopen € 766.000
Inkoopwaarde verkopen € 460.000 -
Bruto winst € 306.000
- Lineaire afschrijvingen ( straight-line depreciation ) = elk jaar hetzelfde bedrag
afgeschreven
- Degressieve afschrijvingen( accelerated depreciation) = als productiemiddel in de eerste
jaren meer prestaties levert dan in latere jaren
Sum-of-the-years-digitsmethode = waarbij de jaarlijkse afschrijvingen bepaald wordt
door een afnemende wegingsfactor, namelijk de resterende levensduur in jaren
Boekwaarde methode (declining balance method) = waarbij een vast percentage
van de boekwaarde wordt afgeschreven. De boekwaarde is de waarde na aftrek van
de afschrijvingen die in eerdere jaren gepleegd zijn. Meestal wordt het percentage
vastgesteld op het dubbele van het percentage dat bij lineaire afschrijving zijn
gebruikt.
- Afschrijving op basis van gebruik = gebruik / totaal gebruik x totale afschrijvingen in de
jaren
Voorzieningen (provision)
- = balanspost die mogelijke toekomstige verplichtingen weergeeft die zich kunnen voordoen
als gevolg van de bedrijfsuitoefening in het afgelopen jaar
- Cash is a fact, profit is an opinion
- Creative accounting = het flatteren van de winst door te optimistische schattingen bij het
opstellen van de jaarrekening
Redenen:
Veiligstellen van bonussen voor de bedrijfsleiding
Tevreden houden van aandeelhouders
Mogelijkheid van afsluiten van nieuwe leningen openhouden
Privé stortingen en privé opnamen
- Vallen buiten de RR en hebben dus geen invloed op de winst, maar wel op het eigen
vermogen
Uitgifte van aandelen zijn geen winst en uitkeren van dividend zijn geen kosten
Aflossing zijn wel uitgaven, maar geen kosten ="Uitgaven waarvan je niet armer wordt zijn geen
kosten
Liquiditeitsbegroting = kas en bank
Resultatenrekening = eigen vermogen
, Hoofdstuk 9
Paragraaf 9.1 Ratioanalyse
Op basis van de door de onderneming verstrekte jaarverslag, waarin balansen en resultatenrekening
en toelichting op beide zijn opgenomen
Bij de beoordeling van de onderneming worden veelal de volgende ratio’s gehanteerd:
De analyse doormiddel van het berekenen van kengetallen ( ratio’s) wordt ratio analyse genoemd.
En wordt als volgt ingedeeld :
1. liquiditeitsratio’s
2. solvabiliteitsratio’s (ook wel: financiële hefboomratio’s)
3. rentabiliteitsratio’s
4. activiteitenratio’s
De meeste uitkomsten van ratio’s geven een indicatie, maar ook niet meer dan dat
- ratio’s zijn en blijven een grof hulpmiddel, dus relativeringen en slagen om de arm ten aanzien van
de uitkomsten blijven op zijn plaats. Het is vanuit je rol als adviseur handig materiaal om – als basis
(!) – het gesprek aan te gaan met de ondernemer.
- met name bij banken zijn ratio’s een relatief goedkoop middel om hun “gelijk mee te bewijzen”. De
nodige nuance die bij ratio’s dienen te worden gehanteerd is bij banken veelal zoek. Binnen “5
minuten” weten ze of je interessant bent als (mogelijke) klant of niet.
- ratio’s hebben een nogal “statisch” karakter: ze worden berekend op basis van de jaarrekening van
een periode. Het resultaat kan dan ook slechts worden gezien als een momentopname. Uit de balans
blijken niet de financiele verplichtingen die juist na het balansopmakingsmoment ontstaan, zoals
loonbetalingen
- de gegevens die als basis dienen voor ratio-analyse kunnen worden beïnvloed door de onderneming
(= windowdressing of “cooking the books”).1 Windowdressing = alle activiteiten voor het
balansopmakingsmoment die tot doel hebben de financiele structuur gunstiger voor te stellen dan
deze in werkelijkheid is.
- Er zijn in het algemeen geen normen aan te geven waaraan de waarden van de verschillende
kengetallen moeten voldoen, uit een eenmalige berekening kunnen nauwelijks/ niet conclusies
worden getrokken. Vuistregels die in het algemeen worden gehanteerd blijken in praktijk lang niet
altijd te voldoen.
Kortom: tegen geringe kosten kan een eerste indruk van de onderneming worden verkregen, maar
ook niet veel meer dan dat… Nuance is op zijn plaats!
Overigens zeggen de meeste ratio’s op zich niets, maar krijgen ze pas betekenis bij:
- vergelijking in de tijd = historische analyse
en/of
1
N.b. Dat hoeft niet vanuit frauduleuze overwegingen, maar binnen de regels probeert de onderneming zich in
het jaarverslag (w.o. de jaarrekening) op haar best te presenteren. Kijk hoe jij op pad gaat en je opstelt bij een
sollicitatiegesprek: keurig gekleed, netjes spreken, je kwaliteiten benoemen enz. Dat doet een onderneming dus
ook.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lisaa12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.