Van het objectieve/ geldende/ positief recht kun je subjectieve wetten afleiden.
b.v. Art. 118 Boek 2 BW: “Iedere aandeelhouder heeft tenminste 1
stemrecht” = regel van objectief recht;
➢Subjectief recht: het hebben van een aandeel in Shell, waardoor jij stemrecht
verkrijgt in de algemene vergadering van aandeelhouders van Shell.
Subjectieve rechten komen toe aan personen (rechtssubjecten: drager van rechten en
plichten). Rechtsubjecten kunnen eigenaar zijn van iets. Ze kunnen gesplitst worden in
natuurlijke personen (boek 1 BW), dit zijn mensen, en in rechtspersonen (boek 2 BW), dit is
een creatie van het recht; organisaties die als juridische eenheid (rechtssubject) opereert en
eigen rechten en verplichtingen heeft die losstaan van de rechten en verplichtingen van de
eigenaar of bestuurder. Het zijn juridische eenheden, eigenaar van een rechtsobject.
Rechtsobjecten zijn voorwerpen van het recht. Bv een auto.
Dwingend recht, hierbij is afwijken niet toegestaan. Ook heb je nog regelend/ aanvullend
recht.
In het recht kun je onderscheid maken in materieel recht, dat deel van het recht waar
rechten en verplichtingen zijn geregeld, en in formeel recht, dit is het procesrecht.
, INE DE LEGE
FISCALE ECONOMIE JAAR 2
ONDERNEMINGSRECHT
Rechtsbronnen waaruit rechtsnormen voortvloeien zijn: De wet, rechtspraak/ jurispedentie,
verdragen, gewoonte.
- De wet: De term “wet” wordt op 2 verschillende wijzen gehanteerd:
➢Wet in formele zin: een besluit afkomstig van Regering en Staten-Generaal (art. 81
Grondwet; herkomst van de wet)
b.v. Wegenverkeerswet
➢Wet in materiële zin: ieder wetgevend besluit dat bestemd is voor een onbepaald
aantal (niet bij name genoemd) mensen b.v. voorschrift dat afkomstig is van een
bevoegd orgaan (b.v. minister, gemeenteraad)
Formeel WET WET
Burgerlijk wetboek Wet tot vastelling rijksbegroting
Niet-formeel AMvB, KB Vergunning
B.v. Corperate Govemance Code
grondw
et
wetten in formele zin
AMVB
ministeriele regelingen
provinciale verordeningen
gemeentelijke verordeningen
- Jurisprudentie: wetten zijn niet altijd duidelijk of geven geen antwoord op
rechtsvragen. Rechter spreekt een vonnis uit. Jurisprudentie bestaat voornamelijk uit
, INE DE LEGE
FISCALE ECONOMIE JAAR 2
ONDERNEMINGSRECHT
uitspraken van Nederlands hoogste rechte, de Hoge raad. Dit zijn arresten. B.v.
forumbankarrest.
- Verdragen en gewoonte: Verdragen:
➢Internationaal Recht: b.v. verdragen zoals het Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens;
➢Europese Unie: Europese richtlijnen en verordeningen.
Gewoonte:
➢Recht dat spontaan ontstaat binnen rechtsgemeenschap→
➢soms in wet zelf b.v. art. 7: 618 lid 1 BW: ”indien geen loon is vastgesteld,
heeft de werknemer aanspraak op het loon dat t.t.v. het sluiten van de
overeenkomst voor arbeid als overeengekomen gebruikelijk was .... “
Werkcollege 1
Hoe wetsartikelen op te schrijven:
- Art. X + …
o Eventueel lid
o Eventueel onderverdeling
o Afkorting) wet
- Art. 25 lid 1 sub a WOR
- Let op bij burgerlijk wetboek, dat bestaat uit 10 wetboeken. Dus verwijs naar boek
o Art. 2: 174 BW
o Artikel 175 BW 2
o Artikel 175 boek 2 BW
Opzoeken van wetten
- Kan op alfabetische inhoudsopgaven (voorin wettenbundel)
- Alfabetische trefwoordenregister (achterin de wettenbundel)
• Boek 1: Personen- en familierecht
• Boek 2 : Rechtspersonenrecht
• Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen
• Boek 4 : Erfrecht
• Boek 5: Zakelijke rechten
• Boek 6: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht • Boek 7: Bijzondere
, INE DE LEGE
FISCALE ECONOMIE JAAR 2
ONDERNEMINGSRECHT
overeenkomsten
• Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer
• Boek 9: De rechten op voortbrengselen van de menselijke geest??
• Boek 10: Internationaal privaatrecht
Antwoorden van een deel van het college
Het erfrecht is geregeld in boek 4 van het burgerlijk wetboek. Kun je vinden vooraan in het
boek.
Art. 2:239 lid 5 belangrijk
Op grond van artikel 3 heeft de waterschap geen privaatrechtelijke rechtspersoon.
Combineren: opgaven en wettekst
1. Welke rechtsvorm is hier aan te bevelen?
Een stichting is hier een ideale rechtsvorm voor. De stichting kan opgericht worden
met haar naam en als doel hebben om het geld naar de asielzoekers te laten gaan.
Boek 2 vanaf art. 185 en volgende
2. Waar is deze in de wet geregeld?
3. Hoe wordt deze opgericht?
Dit kan bij de notaris. Dit kan op het moment dat zij nog leeft of na haar dood.
286, lid 2. De stichting kan worden opgericht bij testament, dat op het moment van
overlijden haar vermogen naar de stichting gaat.
4. Verhinderd deze rechtsvorm het doen van uitkeringen (bv aan bestuurders?)
Er kan gediscussieerd worden over wat is een uitkering, mag volgens de wet eigenlijk
niet, maar is het uitkeren van salaris een uitkering. Staat niet in de wet, maar wel in
de jurispedentie.
Hoorcollege 2 10/9/19
Waarvoor heb je de uitleg voor onderneming nodig aan de hand daarvan hangt de definitie
van de onderneming af.
De ondernemingen hebben een rechtsvorm, die rechtsvorm houdt de onderneming in stand.
Onderneming is niet één goed, maar een bundel van ondernemingsactiviteiten en activa en
passiva. Deze moeten op een juridische manier overgaan naar een andere partij/
rechtsvorm.
Als een VOF omzet in een BV dan stop je ondernemingsactiviteiten van de VOF in de BV.
De rechtsperoon/ vennootschap houdt een onderneming in stand.
Rabobank. Aandeelhouder zijn leden. Coöperatie voert een bedrijf in het verlengde van zijn
leden.
ZZP heeft geen mensen in dienst een Eenmanszaak kan wel mensen in dienst hebben. De
eigenaar heeft alle beslissingsmacht. Geheel aansprakelijk: 1 vermogen voor alle
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller inedelege. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.