Leerdoelen taak 5
1. Wat is verworven afweer en hoe verschilt de verworven afweer met de aangeboren afweer?
De beperking van innate afweer is dat het aantal receptoren dat bepaalde specifieke patronen
kan herkennen beperkt is en dat de structuur van deze receptoren niet kan veranderen. De
adaptieve afweer is in staat verschillende receptoren aan te maken, ze verschillen per lymfocyt.
Er wordt een lymfocyt geselecteerd die met zijn receptoren een pathogeen het best herkent,
hierna worden deze receptoren in grote hoeveelheden gemaakt.
2. Wat zijn B- en T cellen? En andere cellen?
De receptoren van B- en T lymfocyten verschillen en zij in staat om moleculaire structuren en
dan vooral glycoproteïnen van bacteriën en virussen te herkennen, ookwel antigenen/ antigene
determinant/ epitoop.
B-lymfocyten kunnen met hun receptor aan veel verschillende structuren binden terwijl de
receptoren van de T-lymfocyt veel beperkter zijn in het herkennen van antigenen.
Binding antigeen aan receptor lymfocyt differentiatie en deling lymfocyt
effectorlymfocyten; deze hebben een hoge specifiteit (selectief in herkennen antigenen)
sommigen differentiëren tot geheugencellen
Onrijpe/ naïeve lymfocyten: cellen die nog niet met antigeen in aanraking zijn geweest, ze
komen alleen in lymfoïde organen voor, activatie van deze cellen gebeurt altijd in lymfoïde
organen. Na activatie gaat de cel met specifieke receptor zich delen.
B-lymfocyt:
De effectorcellen worden ookwel plasmacellen genoemd, ze scheiden in grote mate
antigeenreceptoren/antilichamen/immunoglobuline af.
De activatie van B-cellen moet door twee singalen:
- Binding antigeen aan B-celreceptor (BCR)
- Koppeling tussen B-cel en T-cel
- (Mede door cytokinen kunnen reagerende B-cellen zich ontwikkelen tot
antilichaamproducerende plasmacellen)
T-lymfocyt:
Effectorcellen scheiden hun T-celreceptor (TCR) nooit uit, wel zorgen ze voor de productie van
cytokinen en enzymen.
- CD8-T-lymfocyt: cytotoxische T-cel bezitten CD8-moleculen op oppervlakte en doodt
geïnfecteerde lichaamscellen
, - CD4-T-lymfocyt: T-helpercel, zijn nodig om andere T en B cellen te activeren. Deze bezitten
antigeenreceptoren (TCR) en CD4-moleculen
De activatie van T-cellen is afhankelijk van drie signalen;
- Antigeenspecifieke signaal aangeboden op HLA-ll molecuul door antigeenpresenterende
cellen aan T-celreceptors; CD4 molecuul bindt aan HLA ll en TCR bindt aan antigeen.
- Activatie door cytokinen die binden aan bepaalde receptoren op T-cellen en over en weer
door T-cellen maar ook antigeenpresenterende cellen worden uitgescheiden
- Co stimulatie bij T cellen is door de denditrische cel geeft dan aan dat het om een gevaarlijke
pathogeen gaat. De receptor hiervoor komt pas tevoorschijn wanneer PAMP’s herkend zijn
T-helpercellen zullen IL-2 gaan produceren en daarmee zorgen voor exponentiële groei
van T-cellen (= autocriene stimulatie)
Wanneer antigenen binnendringen in weefsels worden ze opgevangen in de lymfe en vervoerd naar
de drainerende lymfeklier van dat gebied:
- BALT; bronchiën geassocieerde lymfoïde systeem
- MALT; muscaal geassocieerde weefsels (bij longen en urine wegen)
- GALT: darm geassocieerde lymfoïde (antigenen in maag-darm kanaal komen soms ook in
platen van Peyer terecht)
- SALT: huidgeassocieerde lymfoïde
Cellen van Langerhans: liggen tussen keratinocyten in de epidermis van de huid. Ze bezitten veel
HLA II moleculen en hebben veel lange uitlopers. Ze nemen antigenen op van de epidermis en
migreren dan via de lymfevaten naar de drainerende lymfeklier, hier presenteren ze het antigeen
aan T-helpercellen.
M-cellen: celtype is van epitheliale oorsprong en komt veel voor in slijmvliesepitheel. Ze bezitten
korte cytoplasma uitsteeksels. Ze vormen een soort paraplu boven kleine groepjes in het epitheel
geïnfiltreerde lymfocyten, denditrische cellen en macrofagen. Antigenen kunnen worden
opgenomen door M-cellen en doorgegeven aan onderliggende fagocyterende en denditrische cellen
onder epitheel, het innate en adoptieve immuunsysteem wordt hierdoor gestimuleerd.
3. Wat zijn geheugencellen?
Na activatie van een lymfocyt gaat deze zich delen maar ook differentiëren, er ontstaan geheugencellen.
Geheugencellen blijven heel lang leven, kunnen door het hele lichaam migreren en zijn in staat bij
opnieuw contact met hetzelfde pathogeen zichzelf om te vormen tot effectorcel. Op deze wijze kan het
pathogeen snel onschadelijk gemaakt worden, zo kunnen heel snel cytotoxische T cellen gevormd
worden en ontstaat er een snel immuunrespons bij een herinfectie. In korte tijd staat er een leger van
effectorcellen met hoge specifiteit klaar en kunnen ook hoge spiegels antilichamen worden
geproduceerd. De infectie wordt snel bestreden waardoor het geen klinische verschijnselen hoeft te
geven. Men is immuun.
4. Wat zijn antigenen, antistoffen en antilichamen?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekejanssen11. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.